Bevindingen uit de fase III-studies AMVISION-1 en -2 suggereren dat brodalumab een veelbelovende behandeloptie kan zijn voor patiënten met arthritis psoriatica (PsA).
“Brodalumab is een volledig humaan monoklonaal antilichaam met een uniek werkingsmechanisme dat met hoge affiniteit bindt aan IL-17-receptor subunit A (IL-17RA) en als gevolg daarvan de werking blokkeert van meerdere pro-inflammatoire cytokines van de IL-17-familie”, zo schrijven Philip Mease (Swedish Medical Center, Seattle, VS) en collega’s in Annals of the Rheumatic Diseases.
Ze merken op dat “[b]rodalumab 210 mg momenteel is goedgekeurd voor de behandeling van matige tot ernstige plaque psoriasis in de VS, EU, Canada en enkele Aziatische landen en voor PsA momenteel alleen in Japan.”
AMVISION-1 en 2 omvatten in totaal 962 volwassenen met actieve PsA en onvoldoende respons op of intolerantie voor conventionele behandeling met NSAID’s of DMARD’s. Deelnemers werden gerandomiseerd naar subcutaan brodalumab 140 mg, brodalumab 210 mg of placebo eenmaal per 2 weken na oplaaddoses in week 0 en 1. De gegevens van beide onderzoeken werden samengevoegd vanwege de vergelijkbare opzet en inclusiecriteria.
Patiënten die werden behandeld met brodalumab 140 mg of 210 mg hadden significant hogere ACR20-responspercentages in week 16 dan patiënten die placebo kregen, respectievelijk 45,8% en 47,9% versus 20,9%. Ook de ACR50 (24,8 en 26,1 versus 7,2%) en ACR70 (11,3 en 12,2 versus 3,4%) responspercentages in week 16 waren significant hoger onder deelnemers in de brodalumab 140 mg en 210 mg groepen ten opzichte van de placebogroep, en de onderzoekers concluderen dat de ACR-responspercentages over het algemeen beter waren met de hogere dosis brodalumab.
Mease en collega’s ontdekten ook dat brodalumab huid-, enthesitis- en dactylitiseindpunten verbeterde. In week 16 waren de PASI75-responspercentages bijvoorbeeld significant hoger in de brodalumab 140 mg en 210 mg groepen in vergelijking met de placebogroep, met respectievelijk 52,4% en 75,5% versus 10,4%. Bij de patiënten met dactylitis op baseline verdwenen de klachten bij respectievelijk 40,9% en 50,8% versus 24,2%, en de overeenkomstige percentages voor het verdwijnen van enthesitis waren 42,3% en 39,1% versus 23,7%.
AMVISION-1 en 2 werden vroegtijdig beëindigd na het besluit van de sponsor om de deelname aan de gezamenlijke ontwikkeling van brodalumab stop te zetten nadat suïcidale ideatie en gedrag (SIB) werden geïdentificeerd als een mogelijk risico. Na bespreking met de regelgevende instanties was er een protocolwijziging waarbij mensen met SIB werden uitgesloten van deelname.
Met betrekking tot de veiligheidsanalyse zeggen Mease et al. dat er geen grote onevenwichtigheden of nieuwe veiligheidssignalen waren en dat de percentages SIB vergelijkbaar waren in de brodalumab 140 mg, brodalumab 210 mg en de placebogroep (0,3 vs. 0 vs. 0%), wat suggereert dat behandeling met brodalumab het risico op een depressie en SIB bij patiënten zonder voorgeschiedenis niet verhoogde.
Alles bij elkaar genomen suggereren het gunstige veiligheidsprofiel en de gegevens met betrekking tot de effectiviteit dat remming van IL-17RA met brodalumab een aanvullende behandelstrategie kan zijn voor patiënten met PsA, aldus de onderzoekers.
Bron: Mease PJ, et al. Ann Rheum Dis. 2020 Oct 26. Online ahead of print.
Provided by Medicine Matters rheumatology; ©2020 Springer Healthcare Ltd, part of the Springer Nature Group.