Rokers die drager zijn van 1 schadelijke CFTR-variant hebben vaker chronische bronchitis, terwijl de aanwezigheid van 2 CFTR-varianten mogelijk geassocieerd is met COPD. Deze resultaten geven aan dat genetisch gemedieerde verlaging van de CFTR-functie bijdraagt aan COPD-gerelateerde fenotypes, in het bijzonder chronische bronchitis.
Loss-of-function varianten in beide kopieën van het CFTR-gen veroorzaken cystische fibrose (CF); er zijn echter aanwijzingen dat een verminderde CFTR-functie door de aanwezigheid van 1 schadelijke variant klinische gevolgen kan hebben. In dit onderzoek werd de hypothese getoetst dat CFTR-varianten bij (ex-)rokers zijn geassocieerd met COPD en gerelateerde fenotypes.
Whole genome sequencing werd uitgevoerd via het National Heart, Lung, and Blood Institute TOPMed (TransOmics in Precision Medicine) programma bij 8597 proefpersonen uit de COPDGene-studie (Genetic Epidemiology of COPD), een observationele studie bij huidige en ex-rokers. Replicatie werd uitgevoerd bij 2118 proefpersonen uit het ECLIPSE-onderzoek (Evaluation of COPD Longitudinally to Identify Predictive Surrogate Endpoints).
De onderzoekers identificeerden 301 coderende varianten: 147 hiervan zijn gemeld bij personen met CF, waaronder 36 CF-veroorzakende varianten. Ze vonden dat CF-veroorzakende varianten geassocieerd waren met chronische bronchitis in analyse van variantsets in COPDGene (eenzijdige p = 0,0025; OR 1,53) en in een meta-analyse van COPDGene en ECLIPSE (eenzijdige p = 0,0060; OR 1,52). Uit testen met 1 variant bleek dat de F508del-variant geassocieerd was met chronische bronchitis in COPDGene (eenzijdige p = 0,015; OR 1,47). Daarnaast werden 32 proefpersonen geïdentificeerd met 2 of meer CFTR-varianten op afzonderlijke allelen en in deze groep kwam vaker COPD voor (p = 0,010).