Checkpoint inhibitor als onderhoudstherapie bij DLBCL: positieve resultaten

Delen via:

Onderhoudstherapie met atezolizumab na R-CHOP-behandeling van patiënten met hoogrisico diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) resulteerde in de HOVON-151-studie in een hogere progressievrije overleving, maar vooral ook een onverwacht hoge overleving. De onderzoekers vermoeden dat de checkpoint inhibitor eventuele recidieven weer gevoelig maakt voor chemotherapie.

Voor een afgeladen zaal op het EHA-congres in Madrid presenteerde internist-hematoloog dr. Marcel Nijland (UMC Groningen) op 14 juni de resultaten van de HOVON-151-studie. “Dit was de eerste presentatie van de finale data”, zegt hij. “We kregen na afloop een hoop positieve reacties.” Niet verrassend, want de resultaten van onderhoudstherapie met atezolizumab bij patiënten met hoogrisico DLBCL waren bijzonder positief. 

Achtergrond HOVON-151

Voordat Nijland daar meer over vertelt, schetst hij eerst de achtergrond van de studie. “Toen wij in 2018 startten met het idee voor deze studie, stonden bispecifieke antilichamen en CAR T-celtherapie bij lymfomen nog niet zo op de voorgrond als nu. Destijds waren er bemoedigende data over hoge expressie van PD-L1 bij hodgkin en DLBCL, wat gecorreleerd was met een slechte overleving. Dit leek ons een mooi aangrijpingspunt voor behandeling met checkpoint inhibitors.” 

De onderzoekers dachten na over het meest geschikte window om die toe te dienen. “Bij een te groot tumorvolume is de verwachte winst gering. Combineren van een checkpoint inhibitor met de standaardbehandeling met rituximab, cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine en prednisolon (R-CHOP) is ook niet handig, omdat CHOP toxisch is voor T-cellen. Daarom besloten we de checkpoint inhibitor atezolizumab te gaan onderzoeken als consolidatie nà R-CHOP.” 

Inclusiecriteria

Dit werd de HOVON-151-studie, gericht op DLBCL-patiënten met een hoge IP-score. “Zij hebben 25% kans op een recidief, wat het acceptabel maakt om ze bloot te stellen aan een potentieel toxische behandeling”, vertelt Nijland. “Ons doel was de 2-jaars progressievrije overleving te verbeteren van 78% naar minimaal 86%. Daarvoor bleken we volgens de statistische berekening 109 patiënten te moeten includeren.” Die werden geworven met hulp van 31 deelnemende ziekenhuizen. Alleen patiënten zonder auto-immuunziekten tussen 18 en 75 jaar konden deelnemen. “Patiënten met een dubbel-hit lymfoom konden in deze periode deelnemen aan de HOVON-152-studie met nivolumab, en konden dus ook niet deelnemen.” De karakteristieken van de geïncludeerde 109 patiënten waren representatief voor hoogrisicopatiënten.

COVID-infecties

Deelnemers kregen een jaar lang elke 3 weken een infuus met atezolizumab. “Ongeveer 35% van de patiënten maakte dat jaar niet vol”, zegt Nijland. Dit had verschillende redenen. “Een deel was het simpelweg zat, zoals we natuurlijk vaker zien bij onderhoudsstudies. Ook COVID speelde een rol. Verder stopten mensen vanwege recidieven en – bij 15% van de patiënten – vanwege ‘adverse events’. Overigens was dat maar bij 3% een graad 3/4-bijwerking. We waren streng: bij het ontstaan van auto-immuunfenomenen moesten patiënten direct stoppen.” Bij de 20 patiënten met auto-immuunreacties ging het deels om milde klachten, zoals een gestegen amylase of schildklierwaarden. “Van de 20 patiënten met auto-immuunreacties zijn er 18 restloos hersteld”, merkt Nijland op. “Naast auto-immuunreacties zagen we vooral veel infecties, waarvan de helft met COVID – dat was in die tijd natuurlijk overal aanwezig.” Het relatief grote deel van de deelnemers dat binnen het jaar stopte met atezolizumab vindt Nijland niet per se bezwaarlijk. “We wisten zelf tenslotte ook niet hoe lang je dit soort medicijnen zou moeten geven”, merkt hij op.

Hoge algehele overleving

Ook de resultaten wijzen er niet op dat het voortijdig stoppen erg nadelig was. “De 2-jaars progressievrije overleving kwam namelijk uit op 88%, dus iets hoger dan we als doel hadden gesteld. Maar nog mooier was de 2-jaarsoverleving: die was 96%. Dat hadden wij niet zien aankomen. Ook in de follow-up blijft de overlevingscurve recht doorlopen: na 3 jaar is de overleving nog steeds 96%.” 

Voor de onderzoekers reden om hier verder in te duiken. “Van de 4 sterfgevallen waren er 2 gerelateerd aan lymfoom, 1 aan COVID en bij het vierde sterfgeval is de doodsoorzaak onbekend.” Blijkbaar bleef het grootste deel van de patiënten met een recidief in leven. “2 patiënten hadden een recidief in het oog of in het hoofd, dat geeft een heel slechte prognose. De overige 13 patiënten met een recidief kregen chemotherapie, waarna 10 patiënten weer in een complete remissie belandden. Dat is bij DLBCL heel ongebruikelijk”, aldus Nijland.
Het lijkt er dus op dat de onderhoudsbehandeling met atezolizumab de gerecidiveerde DLBCL opnieuw gevoelig maakt voor chemotherapie. “Uit recente data lijkt iets soortgelijks te gebeuren bij hodgkinlymfoom: een checkpoint inhibitor maakt ze weer chemosensitief. Er is nog geen verklaring gevonden voor dit fenomeen.”

Geen vervolgstudie

Ondanks de veelbelovende uitkomsten van de HOVON-151-studie, wacht vooralsnog geen zonnige toekomst voor het gebruik van atezolizumab bij deze patiëntengroep. “Dit was een fase II-studie die eigenlijk opgevolgd zou moeten worden door een fase III-studie”, licht Nijland toe. “Maar omdat atezolizumab bijna uit patent is en omdat de focus tegenwoordig meer op CAR T-celtherapie en bispecifieke antilichamen ligt, zijn er geen financieringsmogelijkheden om een fase III-studie te bekostigen.”

Stappen maken

Hoewel de HOVON-151 dus geen directe klinische impact zal hebben, hoopt Nijland dat de positieve resultaten wel zullen aanzetten tot nadenken. “Bijvoorbeeld over de vraag of je bepaalde andere medicijnen misschien ook beter in de consolidatiefase kunt inzetten dan aan het begin van de behandeling. En of je het deel van de patiënten dat baat heeft bij consolidatie wellicht beter kunt definiëren met metingen van minimale restziekte. Je zou ook kunnen denken aan combinaties van checkpoint inhibitors en/of bispecifieke antistoffen en/of CAR T-celtherapie om de ziekte weer gevoelig te maken voor chemotherapie.”
R-CHOP is al sinds 24 jaar de belangrijkste behandeling voor DLBCL. “Dat zal voorlopig ook wel zo blijven”, verwacht Nijland. “We hebben daarnaast maar 2 bewezen strategieën in de eerste lijn die een voordeel in progressievrije overleving laten zien: toevoeging van polatuzumab aan CHOP, en onderhoudstherapie met lenalidomide. Onze studie laat zien dat onderhoud wel degelijk onderdeel van de behandeling kan zijn en dat er ruimte is om daar bij hoogrisicopatiënten stappen in te maken.” Nijland hoopt de resultaten van de HOVON-151-studie binnenkort te publiceren in een gerenommeerd tijdschrift. 

Impact van dosisverlaging dexamethason bij nieuw gediagnosticeerd MM

dec 2024 | MM

Lees meer over Impact van dosisverlaging dexamethason bij nieuw gediagnosticeerd MM

Ziftomenib bij gerecidiveerde of refractaire acute myeloïde leukemie

dec 2024 | Leukemie

Lees meer over Ziftomenib bij gerecidiveerde of refractaire acute myeloïde leukemie

Onderwijs in ziek zijn en in voorlichting over ziek zijn

dec 2024

Lees meer over Onderwijs in ziek zijn en in voorlichting over ziek zijn

EORTC Cutaneous Lymphoma Tumour Group Annual Meeting 2024

dec 2024 | Lymfoom

Lees meer over EORTC Cutaneous Lymphoma Tumour Group Annual Meeting 2024

Olaf Heidenreich benoemd tot hoogleraar Experimentele pediatrische hemato-oncologie

dec 2024 | Leukemie

Lees meer over Olaf Heidenreich benoemd tot hoogleraar Experimentele pediatrische hemato-oncologie

Nieuwe resultaten over CAR T bij DLBCL in complete remissie geen reden tot aanpassing beleid

dec 2024 | Lymfoom

Lees meer over Nieuwe resultaten over CAR T bij DLBCL in complete remissie geen reden tot aanpassing beleid

Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

2 dec 2024 om 20:00 | Neuro-vasculair

Lees meer over Hersenbloedingen in nieuw perspectief:
het belang van TIME=BRAIN en het couperen van antistolling

AIHA: Diagnostiek en Management van Auto-Immuun Hemolyse

4 nov 2024

Lees meer over AIHA: Diagnostiek en Management van Auto-Immuun Hemolyse

Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

1 okt 2024 om 12:00 | Lymfoom

Lees meer over Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

10 sep 2024 om 20:00

Lees meer over Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

1 jul 2024

Lees meer over Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

10 jun 2024 om 16:30 | Lymfoom

Lees meer over Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

Vertraagde eliminatie van hoge dosering methotrexaat. Een nefrologisch probleem of oncologisch noodgeval?

21 mei 2024 om 20:00 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Vertraagde eliminatie van hoge dosering methotrexaat. Een nefrologisch probleem of oncologisch noodgeval?

Targeted therapy binnen de hematologie: welke BTKi voor wie?

29 feb 2024 om 20:00 | Leukemie, Lymfoom

Lees meer over Targeted therapy binnen de hematologie: welke BTKi voor wie?

ITP zorg: kan het anders?
Pathofysiologie, diagnostiek en behandeling

27 sep 2023 om 20:00 | Benigne hematologie

Lees meer over ITP zorg: kan het anders?
Pathofysiologie, diagnostiek en behandeling

E-learning flow cytometry immunophenotyping in cutaneous T-cell lymphoma

Lymfoom

Lees meer over E-learning flow cytometry immunophenotyping in cutaneous T-cell lymphoma

EAHAD in ORANJE 2025

donderdag 6 feb 2025 van 18:00 tot 21:45 | Benigne hematologie

Lees meer over EAHAD in ORANJE 2025

Groen EHA 2025

donderdag 12 jun 2025 t/m zondag 15 jun 2025 | Benigne hematologie, Leukemie, Lymfoom, MDS, MM, MPN, Stamceltransplantatie

Lees meer over Groen EHA 2025

ICML in ORANJE 2025

woensdag 18 jun 2025 van 18:00 tot 21:45 | Lymfoom

Lees meer over ICML in ORANJE 2025

Combinaties met ruxolitinib bij myelofibrose

jun 2017

Lees meer over Combinaties met ruxolitinib bij myelofibrose

Congressen en symposia

jan 2017

Lees meer over Congressen en symposia

De TOP-publicaties en het top-proefschrift besproken

jan 2017

Lees meer over De TOP-publicaties en het top-proefschrift besproken

Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

jun 2024 | Niertransplantatie, Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over Multidisciplinaire podcastserie: CMV-infectie;
Diagnostiek en management na transplantatie

Behandeling AML, de verpleegkundig specialist

okt 2020

Lees meer over Behandeling AML, de verpleegkundig specialist

Podcast Hematology App

jul 2020

Lees meer over Podcast Hematology App

Stamceltransplantatie bij AML

apr 2020 | Transplantatie

Lees meer over Stamceltransplantatie bij AML

AML-behandeling in de perifere setting

apr 2020

Lees meer over AML-behandeling in de perifere setting

Diagnose en testen bij FLT3+ AML

jan 2020 | Leukemie

Lees meer over Diagnose en testen bij FLT3+ AML

MedNet Hematologie special CAR T

nov 2024

Lees meer over MedNet Hematologie special CAR T

MedNet Hematologie 2024-05

okt 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-05

MedNet Hematologie 2024-04

aug 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-04

MedNet Hematologie 2024-03

jun 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-03

MedNet Hematologie 2024-02

apr 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-02

MedNet Hematologie 2024-01

feb 2024

Lees meer over MedNet Hematologie 2024-01

MedNet Hematologie 2023-06

dec 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-06

MedNet Hematologie 2023-05

okt 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-05

MedNet Hematologie 2023-04

aug 2023

Lees meer over MedNet Hematologie 2023-04