Patiënten die een transplantatie ondergaan, hebben een verhoogd risico op een ernstig verlopende infectie met het cytomegalovirus (CMV). Verschillende CMV-specifieke middelen zijn beschikbaar voor profylaxe en behandeling. Deze lijken de oplossing, maar er is een probleem: de beschikbare middelen kunnen (zeer) ernstige bijwerkingen hebben. Dat stelt artsen voor een dilemma: de middelen wel of niet inzetten. Duidelijke richtlijnen voor omgaan met het ‘CMV-probleem’ tijdens en na transplantatie zijn niet voorhanden. Een kwalitatief onderzoek onder transplantatieartsen uit verschillende transplantatiecentra geeft een idee over het Nederlandse CMV-behandellandschap, de behoeften en de unmet medical needs.
Meer informatie is alleen toegankelijk voor abonnees die voorschrijfbevoegd zijn.
LoginLet op: Om alle informatie te kunnen zien heeft u een account nodig om in te loggen. Bent u al ingelogd? Dan heeft u onvoldoende rechten om deze informatie te bekijken. Wilt u uw account aanpassen? Klik dan hier