Zowel cognitieve revalidatietherapie (CRT) als op mindfulness gebaseerde cognitieve therapie (MBCT) verbeteren cognitieve klachten bij MS-patiënten direct na afronding van de behandeling. De voordelen hielden echter niet aan op langere termijn. Wel had CRT na 6 maanden follow-up voordelen op gepersonaliseerde cognitieve doelen en MBCT op de verwerkingssnelheid.
Het doel van deze gerandomiseerde gecontroleerde studie was om de effectiviteit te onderzoeken van 2 interventies (CRT en MBCT) op door de patiënt gerapporteerde cognitieve klachten bij MS. Deelnemers vulden vragenlijsten in en ondergingen een neuropsychologisch onderzoek op baseline, direct na de behandeling en na 6 maanden follow-up. Het onderzoek richtte zich primair op door de patiënt gerapporteerde cognitieve klachten. Secundaire uitkomsten waren gepersonaliseerde cognitieve doelen en objectieve cognitieve functie.
Patiënten werden gerandomiseerd naar CRT (n = 37), MBCT (n = 36) of ‘enhanced treatment as usual’ (ETAU, n = 37); 100 van hen voltooiden het onderzoek. Zowel CRT als MBCT hadden een positief effect op de door de patiënt gerapporteerde cognitieve klachten in vergelijking met ETAU direct na de behandeling (p < 0,05), maar 6 maanden later niet meer. Bij de follow-up na 6 maanden had CRT wel een positief effect op gepersonaliseerde cognitieve doelen (p = 0,028) en MBCT op de verwerkingssnelheid (p = 0,027). Patiënten met minder cognitieve klachten op baseline hadden meer baat bij CRT op de Cognitive Failures Questionnaire (primaire uitkomstmaat) na de behandeling (p = 0,012-0,040, afhankelijk van meetmethode), en patiënten met een hogere verwerkingssnelheid op baseline hadden meer baat bij MBCT (p = 0,016).
Bron: