‘De huidbeelden kunnen heel interessant en spectaculair zijn’
In Nederland weet niemand méér over mogelijke complicaties en allergische reacties bij tatoeages dan dr. Sebastiaan van der Bent van de Tattoopoli op de afdeling dermatologie van Alrijne ziekenhuis Leiden. Hij is er onlangs op gepromoveerd.1 Ook is hij initiatiefnemer van www.tattoopoli.nl en oprichter van de Tattoopoli, die een succes mag heten. “Tatoeages kunnen soms hevige klachten geven.”
Zelf heeft Van der Bent geen enkele tatoeage. Niet omdat hij er iets op tegen heeft of beducht is voor de mogelijke complicaties, die hij op de Tattoopoli met grote regelmaat ziet. “Het moet toch een beetje bij je passen”, zegt hij. “Ik ben niet het type om van alles op mijn arm te laten zetten, laat staan een grote gekleurde draak op mijn rug te hebben.” Waarom de interesse voor tatoeages dan wél bij hem past? “Dermatologie is een bij uitstek visueel vak; tatoeages zijn dat natuurlijk ook. Ze geven soms heel interessante en spectaculaire huidbeelden. Wat mij daarnaast triggerde, was dat er heel weinig over bekend was. Het zijn geen kant-en-klare beelden van bijvoorbeeld eczeem of acne. Dat maakte het extra uitdagend.”
Tattoopoli
Omdat er zo weinig over bekend was, begon Van der Bent in 2014 zelf onderzoek te doen naar complicaties van tatoeages. Dat culmineerde uiteindelijk in een proefschrift waarop hij op 9 april van dit jaar is gepromoveerd. Ondertussen richtte hij in 2017 de Tattoopoli op, een spreekuur voor patiënten met huidproblemen bij tatoeages (zie www.tattoopoli.nl). Deze poli begon in het VUmc, en is in 2020 door Van der Bent voortgezet in het Alrijne Ziekenhuis Leiden. “Er ontbrak één specifieke plek om patiënten naartoe te verwijzen. Zelfs een dermatoloog ziet niet meer dan enkele van dergelijke gevallen per jaar. Er was dus behoefte aan een gespecialiseerd centrum om naar te verwijzen.”
De Tattoopoli is een succes: het aantal patiënten blijft maar toenemen. Wat de vraag doet rijzen, wat de incidentie is van problemen en complicaties bij tatoeages. Dit is volgens Van der Bent nooit goed uitgezocht. “De incidentie is ook lastig te onderzoeken, want dan moet je een grote groep getatoeëerde mensen heel lang volgen, aangezien veel complicaties pas na jaren ontstaan.” Ook het percentage mensen met ernstige klachten na een tatoeage is onbekend.
Veelvoorkomende klachten en diagnoses
“Het merendeel van de mensen krijgt, doorgaans milde, klachten van tatoeages, vooral direct na het zetten”, weet Van der Bent. “Vreemd is dat niet, als je bedenkt dat de naald tussen de 1000 en 3000 keer per minuut de huid ingaat.” Gewoonlijk geneest de huid goed en verdwijnen de klachten. Een minderheid van de getatoeërden ervaart serieuzere klachten zoals jeuk, irritatie, pijn of een opgezette tatoeage. Deze kunnen verschillende oorzaken hebben. Naar schatting 6% van de klachten is langdurig; doorgaans vooral jeuk en irritatie.
Een veelvoorkomende aandoening – die Van der Bent op de poli overigens weinig ziet – is een oppervlakkige bacteriële infectie. Deze kan onder meer worden overgebracht via de naald, slechte nazorg of besmette inkt. Ook het HPV-virus kan door besmette inkt worden overgedragen en wratten in de tatoeage geven. Van der Bent: “Behandeling van zo’n wrat met stikstof of chemische crèmes is lastig, want die kan de tatoeage beschadigen.” In zeldzame gevallen heeft de ontsteking een ernstiger verloop, met erysipelas of cellulitis, en zijn intraveneuze antibiotica nodig.
Niet zeldzaam zijn chronische granulomateuze reacties waardoor de tatoeage gaat opzetten. “Een van mijn nog lopende onderzoeken laat onderliggende betrokkenheid zien van andere organen bij zo’n 25 procent van de afwijkingen in zwarte tatoeages. Je moet als dermatoloog bijvoorbeeld beducht zijn voor de systeemziekte sarcoïdose, waar deze afwijkingen een eerste uiting van kunnen zijn.
Een tatoeage kan ook verschillende auto-immuunziekten van de huid triggeren, met name psoriasis en lichen planus, veroorzaakt door het Koebner-fenomeen. Een andere bijzondere aandoening is met tatoeage geassocieerde uveïtis, gekenmerkt door cutane granuloomvorming in een tatoeage simultaan met een recidiverende uveïtis. In zijn proefschrift beschrijft Van der Bent overigens een (succesvolle) behandeling van uveïtis met methotrexaat. Een voordeel van de poli is dat we vérder kijken dan de huid, daar hebben we ook een screeningsprotocol voor.”
Allergische reactie
Een belangrijke aandoening is een allergische reactie op tattoo-pigment. Vooral rode inkt is een boosdoener, zonder dat precies bekend is waarom. Van der Bent schat dat op de polikliniek 90% van alle allergieën bij tatoeages komen van rode inkt, of van een kleur waarin rood is verwerkt. Deze reacties kunnen soms heftige klachten geven waaronder jeuk, pijn en zwelling. Uit eigen onderzoek bleek dat deze allergieën gemiddeld na 12 maanden opkomen; maar er waren uitschieters naar 8 jaar. “Ik vond in huidbiopten een vrij specifieke histopathologie: granulomateuze ontsteking met vaak een grensvlakcomponent. Dat zie je eigenlijk maar bij 2 andere aandoeningen: syfilis en lichen nitidus.” Als een tatoeage opeens opzwelt, ziet Van der Bent ook wel eens dat een veel oudere rode tatoeage opeens hetzelfde doet.
Waarschijnlijk zijn deze allergieën een type IV-reactie (vertraagd type allergie), maar een verantwoordelijk allergeen is nog niet gevonden. Er wordt wel gedacht dat het om afbraakproducten van (rode) pigmenten gaat. “Onder meer door zonlicht worden pigmenten afgebroken, waarna ze op een bepaald moment in zo grote hoeveelheid vrijkomen, dat ze een allergische reactie kunnen ontlokken. Een derde van deze patiënten geeft ook aan dat de klachten verergeren na zonlichtexpositie.”
Behandeling
Doorgaans bestaat de behandeling uit zalven of injecties met corticosteroïden. Omdat deze lang niet altijd voldoende effect hebben, onderzocht Van der Bent het effect van ablatie met een CO2-laser. Deze behandeling verbeterde de jeuk en het brandend gevoel; de meeste patiënten waren er tevreden over. Indien behandeling met CO2-laser niet mogelijk of gewenst is, zijn er soms andere middelen nodig zoals hydroxychloroquine, ciclosporine of methotrexaat. Met deze middelen bij deze indicatie heb ik inmiddels veel ervaring opgedaan.
Laseren was geen optie bij een vrouw die met permanente make-up haar lippen rood had laten tatoeëren en daar allergisch op reageerde. Van der Bent beschrijft deze lastige casus in zijn proefschrift. “Je wilt lippen niet zomaar laseren en evenmin injecteren met corticosteroïden vanwege mogelijke bijwerkingen. Behandeling met hydroxychloroquine bleek een succes.”
Van der Bent voegt toe dat ook after-careproducten allergieën kunnen veroorzaken, vooral door de toegevoegde parfums en wolalcoholen. En dan zijn er nog bepaalde agressieve crèmes voor het verwijderen van tatoeages. “De gouden standaard in deze is de pigmentlaser, maar er zijn al jaren producten verkrijgbaar die ook claimen tatoeages te verwijderen: een soort etsende crèmes die de huid zodanig beschadigen dat de inkt eruit komt lopen. Op de poli zie ik hoe dat soms misgaat: ulcera, chronische wonden, infecties, littekens. Dat is een groeiend probleem.”
Afraden of niet?
Van der Bent benadrukt dat de vele (vaak milde) klachten die tatoeages kunnen geven, hem geen ’tegenstander’ van tatoeages maken. Ook niet bij patiënten met een auto-immuunziekte die zou kunnen opvlammen? “Dat is een lastige kwestie, waarover ik regelmatig adviseer. Ik informeer iemand met psoriasis bijvoorbeeld over de kleine kans – tussen de 5% en 10% – dat de ziekte door het zetten van een tatoeage (lokaal) kan opvlammen. Dan kan de patiënt vervolgens zelf de afweging maken. Sarcoïdose ligt net iets anders: over het algemeen adviseer ik bij deze aandoening geen tatoeages te nemen.”
Van der Bent sluit niet helemaal uit dat hij zelf nog eens een tatoeage laat zetten: “Wie weet, als ik er een echt goed idee voor heb.”
Bron:
- Van der Bent SAS. Tattoo complications: diagnosis and treatment. 2021; s.n.