De toevoeging van copanlisib aan rituximab verbeterde de progressievrije overleving bij patiënten met een gerecidiveerd indolent non-hodgkinlymfoom (NHL). Volgens de onderzoekers van de CHRONOS-3-studie is copanlisib daarmee de eerste PI3K-remmer die veilig kan worden gecombineerd met rituximab en de eerste die een brede en superieure effectiviteit vertoont in combinatie met rituximab bij deze populatie.
Copanlisib, een intraveneuze PI3K-remmer, bleek eerder al effectief en veilig als monotherapie bij patiënten met gerecidiveerd of refractair indolent NHL die ten minste twee behandelingen hadden ondergaan. De multicenter, dubbelblinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde fase III-studie CHRONOS-3 (NCT02367040) had als doel de effectiviteit en veiligheid van copanlisib plus rituximab te beoordelen bij patiënten met een gerecidiveerd indolent NHL. Het onderzoek werd uitgevoerd in 186 academische medische centra in Azië, Australië, Europa, Nieuw-Zeeland, Noord-Amerika, Rusland, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika bij patiënten ≥ 18 jaar met een ECOG-performance status ≤ 2 en een histologisch bevestigd CD20-positief indolent B-cellymfoom met een recidief na de laatste behandeling met een anti-CD20 monoklonaal antilichaam.
Ook moesten zij progressievrij en behandelingsvrij zijn gedurende ≥ 12 maanden, of ≥ 6 maanden voor patiënten die geen chemotherapie konden of wilden krijgen. Deelnemers werden 2:1 gerandomiseerd naar copanlisib (60 mg i.v. op dag 1, 8 en 15 van elke cyclus van 28 dagen) plus rituximab (375 mg/m2 i.v. op dag 1, 8, 15 en 22 tijdens cyclus 1 en dag 1 van cycli 3, 5, 7 en 9) of placebo plus rituximab, waarbij werd gestratificeerd op basis van histologie, progressievrij en behandelingsvrij interval, aanwezigheid van bulky disease en eerdere behandeling met PI3K-remmers. De primaire uitkomstmaat was de progressievrije overleving.
CHRONOS-3
Tussen augustus 2015 en december 2019 werden 652 patiënten gescreend, van wie er 307 werden toegewezen aan copanlisib plus rituximab en 151 aan placebo plus rituximab. Met een mediane follow-up van 19,2 maanden (IQR 7,4-28,8) en 205 events in totaal, werd met copanlisib plus rituximab een statistisch en klinisch significante verbetering in progressievrije overleving gezien versus placebo plus rituximab. De mediane progressievrije overleving was 21,5 maanden (95%-BI 17,8-33,0) versus 13,8 maanden (10,2-17,5; HR 0,52; 95%-BI 0,39-0,69; p < 0,0001). De meest voorkomende bijwerkingen van graad 3/4 waren hyperglykemie (173 van 307 patiënten (56%) in de groep die copanlisib plus rituximab kreeg versus 12 van 146 (8%) in de groep die placebo plus rituximab kreeg) en hypertensie (40 versus 9%). Ernstige, treatment-emergent bijwerkingen werden gemeld bij 47% van de patiënten die copanlisib plus rituximab kregen en bij 18% van de patiënten die placebo plus rituximab kregen. Eén patiënt (< 1%) die copanlisib plus rituximab kreeg overleed na een pneumonitis die gerelateerd was aan de behandeling.
Copanlisib wordt in de CHRONOS-4-studie momenteel onderzocht in combinatie met immunochemotherapie bij een vergelijkbare populatie.
Bron: