De coronacrisis heeft het digitale patiëntencontact een grote impuls gegeven. Behandelaars en patiënten zijn de afgelopen maanden in korte tijd vertrouwd geraakt met beeldbellen. Zo telde het online platform Webcamconsult in enkele dagen tijd maar liefst 7.000 nieuwe gebruikers. COVID-19 zal de ontwikkeling van digitale zorg sterk versnellen, denkt gezondheidsinnovator Lucien Engelen (CEO Transform.Health; Edge Fellow bij Center for the Edge Deloitte).
De mogelijkheden om zorg te digitaliseren, hebben al lang het predicaat ‘veelbelovend’. Toch gaat de ontwikkeling van daarvan (eHealth, telemedicine, telegeneeskunde, zorg op afstand) moeizamer dan aanvankelijk werd gedacht. Digitale zorg omvat bijvoorbeeld beeldbellen, chatten, appen, patiëntportalen, thuismetingen en het digitaal versturen van medische gegevens. Met dat laatste worden al bijna twee decennia lang pilotprojecten gedaan. Zorgverleners en zorggebruikers denken dat digitale zorg kan bijdragen aan meer inzicht in de gezondheid, meer zelfredzaamheid van patiënten en betere kwaliteit van zorg. Als de techniek goed werkt en optimaal is geïntegreerd in het zorgproces, kan het in ziekenhuizen bovendien leiden tot afname van de werkdruk. Dat is weer nodig vanwege de toename van de zorgvraag.
Vast aan gewoonten
Hoewel veel zorgverleners enthousiast zijn over digitale zorg, is dat nog maar beperkt van de grond gekomen. De overheid bepaalde in 2014 dat uiterlijk in 2019 driekwart van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen zouden uitvoeren, bijvoorbeeld van de bloeddruk. Via digitaal contact zou de behandelaar op afstand de metingen volgen en zo nodig een fysieke afspraak plannen. Maar uit de jaarlijkse eHealth-monitor van Nictiz en Nivel bleek in 2019 slechts 40% van de mensen met een chronische aandoening zelf gezondheidswaarden te meten. Het gebruik van online inzage in medische gegevens is nog steeds laag, mede door onbekendheid daarvan. Ook het aanbod van beeldbellen in de zorg was laag. Consultatie via app en e-mail neemt wel toe.
Dick van Gerwen, zelf dermatoloog in Bergen op Zoom, kan de langzame ontwikkeling van digitale zorg wel verklaren: “Zoals zovelen houden ook artsen vast aan gewoonten. Als bijvoorbeeld een bepaald controleschema van een patiënt goed werkt, wordt dat niet snel veranderd. Bovendien worden zorgverleners, gezien de financiering van de zorg, nauwelijks gestimuleerd tot vernieuwing.”
Patiënten zijn de afgelopen jaren ook zelf aan de slag gegaan met gezondheidsapps, waarmee de markt is overspoeld. Maar de meerwaarde, veiligheid en betrouwbaarheid daarvan staan nog volop ter discussie.
Digitale zorg krijgt vaste grond
Dat ‘uitproberen’ is feitelijk ook gebeurd in de coronacrisis. En dat heeft op verschillende vlakken verrassend goed uitgepakt. Ook behandelaars onderling hebben volop gebruikgemaakt van webinars en digitale workshops en cursussen. Lucien Engelen hoopt dat digitale zorg nu vaste voet aan de grond zal krijgen. Of zoals hij het omschrijft: “Jarenlang zijn we zwanger geweest van digitale zorg. Door de crisis is dat nu tot leven gekomen, noodgedwongen via een keizersnee. Veel mensen werken thuis en patiënten gaan alleen voor acute situaties naar het ziekenhuis. Digitale mogelijkheden, die al bestonden maar schaars werden gebruikt, zijn nu de redding gebleken voor patiëntencontact. Patiënten moeten normaal gesproken vrij nemen om naar een poli te komen, maar nu is digitaal contact in korte tijd bijna standaard geworden. Veel patiënten en zorgprofessionals zien daarvan de voordelen en willen dit verder gaan ontdekken.”
Mogelijkheden voor beeldbellen zijn volgens Engelen al enkele jaren geleden ontwikkeld. “Binnen het Radboudumc ontwikkelden we al in 2013 FaceTalk. Er kwamen tarieven voor beeldbellen, en het werd opgenomen in beleidsadviezen en zelfs in doelstellingen. Het op afstand meten en interpreteren van waarden begint de laatste tijd ook door te breken. Er ontstaan medische servicecentra voor het op afstand monitoren van de patiënt. Ook de Corona Check App is een mooi voorbeeld. Deze app is een initiatief van het OLVG en het bedrijf Luscii in Amsterdam en is inmiddels landelijk beschikbaar. Door de crisis ervaren we nu met elkaar dat op afstand meer kan dan voorheen werd gedacht.”
Achterstand inhalen
‘Terug naar normaal’ is volgens Engelen voorlopig niet mogelijk in de zorg. Het inhalen van alle uitgestelde zorg duurt misschien wel een jaar. Digitale hulpmiddelen kunnen daarbij de komende tijd een rol spelen: “De zorg stond vóór de crisis al flink onder druk. Digitalisering kan nu gaan helpen om die druk te verminderen en erger te voorkomen. Artsen gaan veel meer de juiste patiënt op het juiste moment zien.”
De crisis heeft veel veranderd in de zorg. Engelen hoopt dat sommige veranderingen blijvend zijn. “De pandemie geeft een doorkijkje naar de toekomst voor de zorg. Als we blijven doen wat we doen, wordt de zorg onhandelbaar. In het dagelijkse leven is het allang vanzelfsprekend om persoonlijke gegevens in te zien, te beeldbellen en data te delen. Met digitale hulpmiddelen kunnen we ook de zorg naar dat niveau brengen.”
Actuele voorbeelden
Webcamsysteem
Webcamconsult is een initiatief van Dick van Gerwen, onder meer voor consulten met patiënten die niet uit de regio kwamen. Met dit webcamsysteem kan een patiënt eenvoudig inloggen via een vooraf verstrekte link. Na inloggen komt de patiënt in een digitale wachtkamer totdat de arts in beeld verschijnt. In een chatgedeelte op het scherm kunnen behandelaar en patiënt informatie typen, bijvoorbeeld het webadres van een interessante website of de naam van een medicament. In Nederland worden webcamconsulten vergoed door de zorgverzekeraar, sinds kort ook een eerste consult. Het LUMC is een belangrijke gebruiker van Webcamconsult. Zij hebben dit volledig geïntegreerd in hun elektronisch patiëntendossier, en sinds heel recent ook in hun zorgportaal en patiënten-app MediMapp. Alle zorginformatie staat bij elkaar, en de patiënt kan het videoconsult direct vanuit de app starten.
Longecho op smartphone
Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben samen met Italiaanse collega’s software ontwikkeld om op een longecho verschijnselen van Covid-19 te zien. De echometing is zelfs mogelijk op de mobiele telefoon. Zo kan een patiënt op een SEH snel worden beoordeeld. Een patiënt op een ic kan aan bed worden gemonitord. Voor de software zijn vele duizenden echobeelden en de expertise van internationale longexperts geanalyseerd. Zo kunnen ook niet-gespecialiseerde artsen snel en secuur echobeelden interpreteren. De software is zelflerend en zal steeds nauwkeuriger worden. Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven doet momenteel mee aan de praktische testfase.
Smart armband voor vroege symptomen Covid-19
In het UMC Utrecht wordt een armband getest die continu de temperatuur en ademhaling van de drager meet. Die gegevens kunnen in een vroeg stadium wijzen op symptomen van Covid-19. De armband is al gecertificeerd voor meting bij vrouwen wanneer zij hun eisprong hebben en dus vruchtbaar zijn. Bij 40.000 mensen wordt nu getest of de metingen ook relevant zijn bij Covid-19. Alle metingen worden centraal gemonitord en met machine learning technieken geoptimaliseerd. Bij afwijkende meetgegevens krijgt de drager een seintje om zich snel te laten testen. Als controle worden alle deelnemers ook getest op antilichamen in hun bloed. De armband kan eventueel worden gecombineerd met de Corona Check App.
Digital humans bij mensen thuis
Zorgorganisatie Omring in Amstelland maakt in de zorg veel gebruik van digitale mogelijkheden. Met wondzorg op afstand hoeven cliënten veel minder vaak op controle in het ziekenhuis. En de herstelbeddenapp laat professionals direct zien welke locatie nog plaats heeft voor patiënten die tijdelijk zorg nodig hebben. Cliënten komen zo sneller terecht op de juiste plek. Tevens worden digital humans ingezet in de zorg bij cliënten thuis: een door kunstmatige intelligentie aangedreven maar levensecht persoon die met een menselijke stem gesprekken kan voeren door te zien, horen, en begrijpen. Een digital human begrijpt context en kan kunstmatige emoties, gezichtsuitdrukkingen intelligentie tonen. Daardoor kan het menselijke interactie goed nabootsen.