De coronacrisis heeft digitaal patiëntencontact een grote impuls gegeven. Behandelaars en patiënten zijn de afgelopen maanden in korte tijd vertrouwd geraakt met beeldbellen. Zo telde het online platform Webcamconsult in enkele dagen tijd maar liefst zevenduizend nieuwe gebruikers. “Teleconsulten kunnen misschien wel tachtig procent van de dermatologische consulten in het ziekenhuis vervangen”, denkt dr. Dick van Gerwen, dermatoloog in het Bravis ziekenhuis en oprichter van Webcamconsult. Covid-19 zal de ontwikkeling van digitale zorg sterk versnellen, denkt ook gezondheidsinnovator Lucien Engelen (CEO Transform.Health; Edge Fellow bij Center for the Edge Deloitte).
De mogelijkheden om zorg te digitaliseren, hebben al lang het predicaat ‘veelbelovend’. Toch gaat de ontwikkeling van daarvan (eHealth, telemedicine, telegeneeskunde, zorg op afstand) moeizamer dan aanvankelijk werd gedacht. Reden temeer ook voor de NVR om de werkgroep eHealth te starten, waarover we eerder in MedNet Reumatologie schreven.
Digitale zorg omvat bijvoorbeeld beeldbellen, chatten, appen, patiëntportalen, thuismetingen en het digitaal versturen van medische gegevens. Met dat laatste worden al bijna twee decennia pilotprojecten gedaan. Zorgverleners en zorggebruikers denken dat digitale zorg kan bijdragen aan meer inzicht in de gezondheid, meer zelfredzaamheid van patiënten en betere kwaliteit van zorg. Als de techniek goed werkt en optimaal is geïntegreerd in het zorgproces, kan het in ziekenhuizen bovendien leiden tot afname van de werkdruk. Dat is weer nodig vanwege de toename van de zorgvraag.
Vast aan gewoonten
Hoewel veel zorgverleners enthousiast zijn over digitale zorg, is dat nog maar beperkt van de grond gekomen. De overheid bepaalde in 2014 dat uiterlijk in 2019 driekwart van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen zouden uitvoeren, bijvoorbeeld van de bloeddruk. Via digitaal contact zou de behandelaar op afstand de metingen volgen en zo nodig een fysieke afspraak plannen. Maar uit de jaarlijkse eHealth-monitor van Nictiz en Nivel bleek in 2019 slechts 40% van de mensen met een chronische aandoening zelf gezondheidswaarden te meten. Het gebruik van online inzage in medische gegevens is nog steeds laag, mede door onbekendheid daarvan. Ook het aanbod van beeldbellen in de zorg was laag. Consultatie via app en e-mail neemt wel toe.
Dick van Gerwen kan de langzame ontwikkeling van digitale zorg wel verklaren: “Zoals zovelen houden ook artsen vast aan gewoonten. Als bijvoorbeeld een bepaald controleschema van een patiënt goed werkt, wordt dat niet snel veranderd. Bovendien worden zorgverleners, gezien de financiering van de zorg, nauwelijks gestimuleerd tot vernieuwing.”
Patiënten zijn de afgelopen jaren ook zelf aan de slag gegaan met gezondheidsapps, waarmee de markt is overspoeld. Maar de meerwaarde, veiligheid en betrouwbaarheid daarvan staan nog volop ter discussie. Zo zijn er verschillende apps die huidafwijkingen beoordelen op basis van een algoritme. Maar in een recent gepubliceerde Engelse review1 bleek dat de betrouwbaarheid van zulke apps nog te wensen overlaat.
Inzetten waar het kan
Beeldcontact met de patiënt is niet altijd geschikt. In Van Gerwens specialisme, dermatologie, is voor diagnostiek op afstand bijvoorbeeld wel een foto nodig. “Je kunt een patiënt niet vragen om zich voor de webcam uit te kleden, en bovendien is de resolutie te laag om huidplekjes goed te zien.”
Dit geldt mutatis mutandis ook voor de reumatoloog. Een patiënt onderzoeken kan nu eenmaal niet op afstand. Maar als je het zo regelt dat patiënten alleen naar het ziekenhuis komen als iets gedaan of onderzocht moet worden, dan kan dat veel tijd schelen.
Behoefte aan interactieve mogelijkheden
De behoefte aan consult op afstand is met de coronacrisis alleen maar groter geworden. Zorgverleners moesten plotseling massaal op zoek naar alternatieven voor de communicatie met hun patiënten, en dat zal in de post-coronatijd ook nog wel zo zijn, want de wachtlijsten zijn er niet korter op geworden. Vooral videocommunicatie bleek een uitkomst in de afgelopen maanden. “Bij Webcamconsult kregen we op piekmomenten vrijwel elke 2 minuten een nieuwe aanvraag uit de zorgsector”, vertelt Van Gerwen. “Het videoconsult wordt gezien als een goed en veilig alternatief voor een bezoek aan een zorgverlener. Consult via beeldscherm verloopt efficiënter dan in het ziekenhuis of zelfs telefonisch, zoals is gebleken uit pilots met Webcamconsult in diverse GGD-regio’s. De consulttijd is met de webcam ongeveer een derde minder, want behandelaar en patiënt zijn goed voorbereid op het gesprek. Patiënten vullen eerst digitaal een formulier in, waardoor de arts al ziet wat de vraag van de patiënt is. Via de webcam krijgt de behandelaar bovendien non-verbale informatie, over zowel de patiënt als de thuissituatie. En de patiënt voelt zich thuis meer op zijn gemak. Dat maakt beeldcontact misschien wel intiemer dan contact in het ziekenhuis.”
Webcamsysteem
Al in 2006 richtte Van Gerwen het informatiesysteem Huidconsult.nl op, met ook de mogelijkheid voor patiënten voor betaalde digitale consulten. Maar hij moest hier van de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) mee stoppen. “Want dit was nieuw en er waren nog geen regels voor. Ik vond dat erg jammer, want het was goedkoper dan ziekenhuiszorg en de website had 2 miljoen bezoeken per jaar.”
In 2013 richtte Van Gerwen Webcamconsult op, onder meer voor consulten met patiënten die niet uit de regio kwamen. Hij deed dit samen met zijn broer en internetondernemer Bert van Gerwen en collega-dermatoloog en ICT-deskundige Milan Tjioe. Zij ontwierpen zelf een webcamsysteem waarmee een patiënt eenvoudig kan inloggen via een link in een mail die de patiënt vooraf krijgt. De NZA gaf deze keer wel toestemming en inmiddels wordt deze toepassing gebruikt door verschillende specialismen in ziekenhuizen en ook in bijvoorbeeld zakelijke dienstverlening.
Na inloggen komt de patiënt in een digitale wachtkamer totdat de arts in beeld verschijnt. In een chatgedeelte op het scherm kunnen behandelaar en patiënt informatie typen, bijvoorbeeld het webadres van een interessante website of de naam van een medicament. In Nederland worden webcamconsulten vergoed door de zorgverzekeraar, sinds kort ook een eerste consult. Van Gerwen heeft zelf op huidconsult (de website bestaat nog steeds) tevens een digitaal inloopspreekuur, waarvoor geen afspraak nodig is en een patiënt vooraf via het systeem een bedrag betaalt van €59.
Geschikt voor iedereen?
Van Gerwen noemt het LUMC als belangrijke gebruiker van Webcamconsult. “Zij hebben dit volledig geïntegreerd in hun elektronisch patiëntendossier, en sinds heel recent ook in hun zorgportaal en patiënten-app MediMapp. Alle zorginformatie staat bij elkaar, en de patiënt kan het videoconsult direct vanuit de app starten. Ook zo’n twintig andere ziekenhuizen en instellingen gebruiken onze toepassing, die we per instelling op maat kunnen maken. Webcamconsult is bovendien in meerdere talen beschikbaar. We streven naar eenzelfde systeem voor behandelaars en patiënten over de hele wereld, met onder andere een anamneseformulier en de mogelijkheid om foto’s en andere bestanden te uploaden. Zo wordt de toepassing ook interactiever.”
Maar is deze digitale ontwikkeling wel geschikt voor iedereen? Vaak wordt gedacht dat bijvoorbeeld ouderen liever vasthouden aan traditioneel contact met de behandelaar. Van Gerwen weerlegt dat idee: “Mijn eerste videoconsult was met een patiënt van 85 jaar. Sommige oudere mensen zijn erg goed met de tablet. Leeftijd zegt niet zoveel, is mijn ervaring. Maar uiteraard is het voor jongeren veel meer vanzelfsprekend. Zij vinden het juist vreemd als digitaal contact níet mogelijk is.”
Van Gerwen denkt dat de zorgsector te laat is ingesprongen op de digitalisering van de maatschappij. Vrijwel iedereen die iets mankeert, zoekt eerst op google. Zorgverleners hadden al veel eerder moeten zorgen voor goede medische informatie op internet. “Over vernieuwing in de zorg wordt altijd eerst veel nagedacht en onderzocht. Zaken als veiligheid en kwaliteit zijn uiteraard belangrijk, maar misschien moeten we daarover minder vergaderen en gewoon eens ergens beginnen. Dan zien we wel hoe het gaat.”
Digitale zorg krijgt vaste grond
Dat ‘uitproberen’ is feitelijk ook gebeurd in de coronacrisis. En dat heeft op verschillende vlakken verrassend goed uitgepakt. Ook behandelaars onderling hebben volop gebruikgemaakt van webinars en digitale workshops en cursussen. Lucien Engelen hoopt dat digitale zorg nu vaste voet aan de grond zal krijgen. Of zoals hij het omschrijft: “Jarenlang zijn we zwanger geweest van digitale zorg. Door de crisis is dat nu tot leven gekomen, noodgedwongen via een keizersnee. Veel mensen werken thuis, en patiënten gaan alleen voor acute situaties naar het ziekenhuis. Digitale mogelijkheden, die al bestonden maar schaars werden gebruikt, zijn nu de redding gebleken voor patiëntencontact. Patiënten moeten normaal gesproken vrij nemen om naar een poli te komen, maar nu is digitaal contact in korte tijd bijna standaard geworden. Veel patiënten en zorgprofessionals zien daarvan de voordelen en willen dit verder gaan ontdekken.”
Mogelijkheden voor beeldbellen zijn volgens Engelen al enkele jaren geleden ontwikkeld. “Binnen het Radboudumc ontwikkelden we al in 2013 FaceTalk. Er kwamen tarieven voor beeldbellen, en het werd opgenomen in beleidsadviezen en zelfs in doelstellingen. Het op afstand meten en interpreteren van waarden begint de laatste tijd ook door te breken. Er ontstaan medische servicecentra voor het op afstand monitoren van de patiënt. Ook de Corona Check App is een mooi voorbeeld. Deze app is een initiatief van het OLVG en het bedrijf Luscii in Amsterdam en is inmiddels landelijk beschikbaar. Door de crisis ervaren we nu met elkaar dat op afstand meer kan dan voorheen werd gedacht.”
Achterstand inhalen
Terug naar normaal is volgens Engelen voorlopig niet mogelijk in de zorg. Het inhalen van alle uitgestelde zorg duurt misschien wel een jaar. Digitale hulpmiddelen kunnen daarbij de komende tijd een rol spelen: “De zorg stond vóór de crisis al flink onder druk. Digitalisering kan nu gaan helpen om die druk te verminderen en erger te voorkomen. Artsen gaan veel meer de juiste patiënt op het juiste moment zien.”
De crisis heeft veel veranderd in de zorg. Engelen hoopt dat sommige veranderingen blijvend zijn. “De pandemie geeft een doorkijkje naar de toekomst voor de zorg. Als we blijven doen wat we doen, wordt de zorg onhandelbaar. In het dagelijkse leven is het allang vanzelfsprekend om persoonlijke gegevens in te zien, te beeldbellen en data te delen. Met digitale hulpmiddelen kunnen we ook de zorg naar dat niveau brengen.”
Actuele voorbeelden
Longecho op smartphone
Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben samen met Italiaanse collega’s software ontwikkeld om op een longecho verschijnselen van COVID-19 te zien. De echometing is zelfs mogelijk op de mobiele telefoon. Zo kan een patiënt op een SEH snel worden beoordeeld. Een patiënt op een IC kan aan bed worden gemonitord. Voor de software zijn vele duizenden echobeelden en de expertise van internationale longexperts geanalyseerd. Zo kunnen ook niet-gespecialiseerde artsen snel en secuur echobeelden interpreteren. De software is zelflerend en zal steeds nauwkeuriger worden. Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven doet momenteel mee aan de praktische testfase.
Smart armband voor vroege symptomen Covid-19
In het UMC Utrecht wordt een armband getest die continu de temperatuur en ademhaling van de drager meet. Die gegevens kunnen in een vroeg stadium wijzen op symptomen van Covid-19. De armband is al gecertificeerd voor meting bij vrouwen wanneer zij hun eisprong hebben en dus vruchtbaar zijn. Bij 40.000 mensen wordt nu getest of de metingen ook relevant zijn bij Covid-19. Alle metingen worden centraal gemonitord en met machine learning technieken geoptimaliseerd. Bij afwijkende meetgegevens krijgt de drager een seintje om zich snel te laten testen. Als controle worden alle deelnemers ook getest op antilichamen in hun bloed. De armband kan eventueel worden gecombineerd met de Corona Check App.
Digital humans bij mensen thuis
Zorgorganisatie Omring in Amstelland maakt in de zorg veel gebruik van digitale mogelijkheden. Met wondzorg op afstand hoeven cliënten veel minder vaak op controle in het ziekenhuis. En de herstelbeddenapp laat professionals direct zien welke locatie nog plaats heeft voor patiënten die tijdelijk zorg nodig hebben. Cliënten komen zo sneller terecht op de juiste plek. Tevens worden digital humans ingezet in de zorg bij cliënten thuis: een door kunstmatige intelligentie (AI) aangedreven maar levensecht persoon die met een menselijke stem gesprekken kan voeren door te zien, horen, en begrijpen. Een digital human begrijpt context en kan kunstmatige emoties, gezichtsuitdrukkingen intelligentie tonen. Daardoor kan het menselijke interactie goed nabootsen.
Referentie
- Freeman K, Dinnes J, Chuchu N, et al. Algorithm based smartphone apps to assess risk of skin cancer in adults: systematic review of diagnostic accuracy studies. BMJ. 2020 Feb 10;368:m127.