Uit observationeel onderzoek blijkt dat bij patiënten met langdurige complicaties van COVID-19 de samenstelling van het darmmicrobioom is veranderd.
In deze prospectieve studie werden 106 patiënten met COVID-19 en 68 controlepersonen zonder COVID-19 gevolgd. De onderzoekers analyseerden met behulp van shotgun-metagenomische sequencing op meerdere momenten het microbioom in 258 fecesmonsters en correleerden de resultaten met de aanwezigheid van aanhoudende klachten na 6 maanden.
Op dat moment had 76% van de patiënten een post-acuut COVID-19-syndroom (PACS). De meest voorkomende symptomen waren vermoeidheid, geheugenverlies en haaruitval. De samenstelling van de darmmicrobiota bij opname was geassocieerd met het optreden van PACS. Patiënten zonder dit syndroom vertoonden een hersteld profiel van het darmmicrobioom na 6 maanden, dat vergelijkbaar was met het profiel van controlepersonen zonder COVID-19.
Het darmmicrobioom van patiënten met PACS werd gekenmerkt door hogere niveaus van Ruminococcus gnavus en Bacteroides vulgatus en lagere niveaus van Faecalibacterium prausnitzii. Aanhoudende luchtwegklachten waren gecorreleerd met opportunistische darmpathogenen, terwijl neuropsychiatrische symptomen en vermoeidheid gecorreleerd waren met nosocomiale darmpathogenen, waaronder Clostridium innocuum en Actinomyces naeslundii (allemaal p < 0,05). Butyraatproducerende bacteriën, waaronder Bifidobacterium pseudocatenulatum en Faecalibacterium prausnitzii, vertoonden de grootste omgekeerde correlatie met PACS na 6 maanden.
Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken of modulatie van het microbioom het herstel kan bespoedigen.
Bron:
Liu Q, Mak JWY, Su Q, et al. Gut microbiota dynamics in a prospective cohort of patients with post-acute COVID-19 syndrome. Gut. 2022 Jan 26. Online ahead of print.