Door middel van hightech biomarkeronderzoek een individueel biomarkerprofiel creëren als basis voor doelgerichte en gepersonaliseerde zorg. Dat is de ambitie van Next Generation ImmunoDermatology (NGID). Dit project wordt uitgevoerd door een landelijk consortium waarin alle 7 academische centra in ons land participeren. Arts-epidemioloog Juul van den Reek en dermatoloog Marieke Seyger (beiden Radboudumc) geven namens het consortium1 toelichting.
Het NIGD-consortium richt zich op de ontwikkeling en toepassing van hightech biomarkeronderzoek voor 6 inflammatoire huidaandoeningen: psoriasis, atopische dermatitis, chronische urticaria, hidradenitis suppurativa, lupus erythematodes en T-cellymfoom. Een unieke aanpak, stelt Seyger: “Het is voor het eerst dat alle 7 academische centra in ons land met elkaar gaan samenwerken op dit onderwerp.” Van den Reek vult aan: “Die academische centra hebben ieder hun eigen expertise op het gebied van inflammatoire huidaandoeningen. Natuurlijk zit daar soms overlap tussen, maar dit staat niet in de weg dat ze voldoende ruimte zien voor samenwerking hierin. Het zijn chronische ziekten waarbij sprake is van een enorme ontwikkeling in nieuwe therapieën. En de kennis die in dit consortium wordt ontwikkeld over de ene aandoening, kan ook voor een van die andere aandoeningen van waarde zijn.”
Data
De sleutel tot het realiseren van de doelstelling van het consortium is data. “De juiste zorg voor de juiste patiënt op het juiste moment, dat is wat we willen realiseren”, zegt Van den Reek. “Nu is het vaak trial and error om de juiste medicatie voor de patiënt te vinden. Daarom is het belangrijk dat we klinische data verzamelen en hiertoe heeft het consortium de prospectieve SKINERGY-trial in voorbereiding: SKIN disease profiling by an Exploratory, pRospective biomarker study in dermatoloGY practice. We hopen hiermee binnen enkele maanden te kunnen starten. Voor elke van de 6 inflammatoire huidaandoeningen zullen patiënten, die starten met een behandeling, worden geïncludeerd en gevolgd. Zowel klinische data, als samples voor verder biomarkeronderzoek, zullen op verschillende momenten verzameld worden. Leider van dit proces is professor Robert Rissman, die al bezig is met diverse voorlopertrials op dezelfde gebieden en die ook projectcoördinator is van het hele consortium.”
Dr. J.M.P.A. van den Reek, arts-epidemioloog bij de afdeling dermatologie van het Radboudumc
Het gaat nadrukkelijk niet alleen om klinische en moleculaire data. “Binnen het consortium wordt bijvoorbeeld ook naar psychologische aspecten van de aandoeningen gekeken”, zegt Seyger, “want in dit onderzoek staat echt de patiënt centraal, en dus zijn psychologische aspecten ook heel belangrijk. Hier wordt nog vrij weinig onderzoek naar gedaan, terwijl ze wel een grote invloed kunnen hebben op de behandeluitkomsten. Ook psychologische factoren kun je als een soort biomarker zien.”
Zoeken naar patronen
Alle data zullen worden verzameld in een datawarehouse. Daarin zal met behulp van AI worden gezocht naar patronen, waarmee de onderzoekers hopen patiëntprofielen te kunnen opstellen. “AI maakt het mogelijk om steeds meer metingen te combineren om relaties in kaart te brengen”, zegt Seyger. “Daarmee hopen we te kunnen voorspellen welke behandeling voor patiënten met hetzelfde profiel het best zal werken, zodat we sneller tot de juiste behandeling per individuele patiënt kunnen komen. Maar we hopen ook biomarkers te identificeren die (indirect) kunnen leiden tot potentiële nieuwe therapieën waarmee patiënten gerichter kunnen worden behandeld.”
Van den Reek: “Wereldwijd vindt veel onderzoek plaats naar biomarkers, maar we hebben nog niet één specifiek stofje kunnen ontdekken waarmee we voor een van de geselecteerde inflammatoire huidaandoeningen iets makkelijk kunnen voorspellen voor de behandelpraktijk.” Waarom denkt het consortium dit dan wel te kunnen realiseren? “Om 2 redenen”, zegt Seyger. “Ten eerste omdat we voor het eerst heel veel data gaan combineren, vanwege de aanname dat het waarschijnlijk niet één ding is dat bepaalt of een behandeling succesvol is maar een combinatie van factoren. En ten tweede omdat we nu voor het eerst de data van 6 huidaandoeningen met elkaar gaan vergelijken.”
Uniek
Beiden benadrukken het unieke karakter van deze aanpak, waarin zoveel Nederlandse instellingen samenwerken. “Het is vooralsnog ook erg gericht op Nederland”, zegt Van den Reek. “Wel is er een advisory board waarin we ondersteuning krijgen van internationale adviseurs.” Seyger vult aan: “Er zijn natuurlijk veel meer consortia die op zoek zijn naar biomarkers. Maar die kennen weer een andere opzet dan ons consortium of kijken naar andere ziektebeelden.” Uiteindelijk is het wel de bedoeling dat resultaten internationaal gedeeld worden en ook samenwerking buiten de landsgrenzen gezocht wordt.
Aan het consortium is een NWO-subsidie toegekend van 11,5 miljoen euro. “Een belangrijk punt in de toekenning is een goede communicatie binnen het consortium, waarvoor we Hogeschool Arnhem Nijmegen hebben betrokken”, zegt Seyger. “Hun expertise is het stroomlijnen van de communicatie binnen het consortium en met de andere stakeholders zoals de farmaceutische en technologische industrie. Ook het feit dat we echt de patiënt centraal stellen wordt ongetwijfeld door NWO gewaardeerd. We hebben heel veel contact met de patiëntenverenigingen van de 6 inflammatoire huidaandoeningen. Het mooie gevolg hiervan is dat die nu ook meer contact hebben met elkaar. Zo is dit consortium naast het werken aan de onderzoeksdoelen ook een heel mooie kans om partijen bij elkaar te brengen.”
6 jaar en verder
De financiering van NWO heeft betrekking op een periode van 6 jaar. “We hopen in die 6 jaar iets waardevols te hebben neergezet op het gebied van database, samenwerking en logistiek”, vertelt Seyger, “dat vervolgens kan worden voortgezet en uitgebreid naar andere aandoeningen.” Is de gekozen aanpak ook interessant voor andere specialismen? “Jazeker”, zegt Van den Reek. “Het zou mooi zijn als we hiermee ook andere specialismen stimuleren.”
Ondertussen wordt in het consortium ook al nagedacht over de financiering na de huidige periode van 6 jaar. “Als we in deze periode relevante output kunnen genereren, kunnen we laten zien wat we in staat zijn te bereiken met de aanpak die we hebben gekozen”, zegt Van den Reek. “Dat zal voor partijen die fondsen beschikbaar stellen heel belangrijk zijn. Nu richten we ons op het vinden van de biomarker. Maar in later stadium willen we natuurlijk ook onderzoeken of die toepasbaar en kosteneffectief is. Het is niet de bedoeling dat dit na 6 jaar stopt. Het moet nadrukkelijk een opstap zijn naar iets blijvends.”
8 werkpakketten
Het NGID-project is opgebouwd uit 8 werkpakketten:
- Data-infrastructuur: de bijdrage van dit werkpakket aan NGID is het ondersteunen van de onderzoekers in het FAIR maken van hun data.
- Molecular(omics) platform: in dit werkpakket worden invasieve en non-invasieve state-of-the-art meetmethoden ontwikkeld en toegepast, met als doel op moleculaire schaal verschillen en overeenkomsten tussen de 6 ziektebeelden vast te leggen.
- Patiëntperspectieven en psychologische markers: in dit werkpakket wordt gestreefd naar een diepgaander inzicht in de invloed van psychologische factoren op behandeluitkomsten bij patiënten. Daarnaast is het de bedoeling om ervoor te zorgen dat het project zo goed mogelijk aansluit bij de wensen, behoeften en ervaringen van dermatologen en vooral ook patiënten.
- Genereren van klinische data: hierbij gaat het om de prospectieve SKINERGY-trial die in dit artikel aan bod komt.
- Machine learning in de zoektocht naar biomarkers: dit werkpakket analyseert de hoeveelheid data die binnen NGID worden gegenereerd en die iets zeggen over de patiënt als geheel en biochemische processen in de huid en het immuunsysteem.
- Translationele ziektemodellen: dit werkpakket richt zich op de ontwikkeling van humane preklinische huidmodellen als belangrijke alternatieven voor het traditionele proefdieronderzoek.
- Tele-health: in dit werkpakket zullen klinische onderzoeken rechtstreeks thuis bij patiënten worden uitgevoerd.
- Implementatie, consolidatie en real world evidence: een van de hoofddoelen van dit werkpakket is betrokkenheid van alle stakeholders, met speciale aandacht voor de dermatoloog en de patiënt. Dit hangt rechtstreeks samen met het doel om te komen tot een nationale implementatie van de gevonden biomarkers in de dagelijkse praktijk, en het opzetten van een real-world evidence register waarin data van behandelingen in de klinische praktijk worden vastgelegd.
Referentie