De Vereniging Arts-Assistenten in opleiding tot Neuroloog (VAAN) bestaat 40 jaar en heeft in april een nieuwe voorzitter gekregen: Juliette Santing. Een mooie gelegenheid om haar te laten vertellen over de ambities van de VAAN. “Je moet als aios kunnen zijn wie je bent. Ruimte voor niet-medische competenties binnen de opleiding is hiervoor cruciaal”, aldus Santing. “De basis is: niet het opleidingsplan naar de letter volgen, maar elkaar vinden in vertrouwen.”
De komende twee jaar als voorzitter volgen op ruim een jaar lidmaatschap van het VAAN-bestuur, die uiteraard sterk zijn gekleurd door corona. Santing: “Ik begon middenin de pandemie, dus ontmoette ik vrijwel niemand; de aiossen van de kliniek vijf kilometer verderop kende ik alleen van het scherm.” Toch is het volgens haar gelukt in die twee bizarre jaren meer verbinding tot stand te brengen tussen de VAAN en haar leden en tussen aiossen en neurologen. “De vereniging is lang onvoldoende zichtbaar geweest, vind ik. Het was niet zo duidelijk wat de VAAN deed en voor haar leden kon betekenen. Dat is de afgelopen twee jaar sterk veranderd. Er is meer focus gekomen door speerpunten te formuleren: concrete issues die sterk leven bij de achterban waarmee we aan de slag zijn gegaan. Dat heeft onze zichtbaarheid en invloed zeker vergroot.”
Speerpunten
Juist onder invloed van de coronapandemie is hard gewerkt aan verbinding, dat als speerpunt op de agenda blijft staan. Er wordt geïnventariseerd wat er speelt en leeft onder aiossen, leden worden beter geïnformeerd via de website (www.neurologie.nl/vereniging/vaan) en LinkedIn, er wordt twee keer per jaar samen met het bestuur van de NVN vergaderd, en aiossen zijn betrokken bij de landelijke NVN-commissies. “Het afgelopen jaar was regionaal opleiden een hot topic, evenals doelmatigheid en werkdruk/werkplezier”, aldus Santing. “Voor 2022 hebben we weer nieuwe speerpunten opgesteld. We gaan ons meer richten op individualisering en opleiden. De eerdergenoemde speerpunten verbinden en werkdruk/werkplezier blijven dit jaar tevens op de agenda staan.”
Belangenbehartiging
De belangenbehartiging door de VAAN beslaat globaal gezien twee terreinen: enerzijds de opleiding en het toekomstig werk als neuroloog, anderzijds meer maatschappelijke issues. De VAAN denkt mee en discussieert over het curriculum zoals dat is beschreven in het Neurologie Opleidingsplan Nederland 2 (NEURON2). “De NVN heeft allerlei commissies, zoals beroepsbelangen, kwaliteitsbevordering, het Consilium Neurologicum, enzovoort. Het VAAN-bestuur en/of VAAN-leden nemen zitting in alle commissies die van belang zijn voor de opleiding, om de stem en ideeën van de aios te laten horen. Verder brengen we onze eigen plannen die zijn voortgekomen uit onze speerpunten ten uitvoer. De input van de VAAN-leden staat hierbij centraal.”
Overvolle opleiding
Santing signaleert ook de toegenomen (werk)druk op de neuroloog. Debet hieraan zijn de vele ontwikkelingen binnen de acute neurologie en de veroudering van de Nederlandse bevolking, waardoor de zorgvraag enorm toeneemt. “De neurologische zorg wordt steeds complexer, waarbij de kloof tussen generalist en superspecialist groeit. Tel daarbij op de gigantische administratielast, plus een ziekenhuissysteem dat nog beperkt is ingericht op het welzijn van artsen,” aldus Santing. “Bij een verre vlucht wil je geen piloot die al 15 uur heeft gevlogen. Maar een arts die 6 dagen per week 12 uur per dag werkt vinden we wél normaal.” Ook de huidige opleidingskaders kraken in hun voegen en behoeven wellicht aanpassing. “De basis”, zegt Santing beslist, “is niet: het opleidingsplan naar de letter volgen, vinkjes zetten door opleidingsthema’s en bijbehorende kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s) te stapelen en piramides te vullen, maar een persoonlijk plan en elkaar vinden in vertrouwen.”
Persoonlijke ontplooiing
Dit brengt Santing bij een punt dat haar na aan het hart ligt en dat ze diverse keren benadrukt: ruimte voor persoonlijke ontplooiing. “Wat we als VAAN uiteindelijk vooral nastreven, is dat elke aios zichzelf mag zijn en de mogelijkheid krijgt binnen opleidingstijd op zijn unieke manier te excelleren.”
Over de balans tussen werkdruk en werkplezier zegt Santing: “De huidige generatie aios denkt hier bewust over na. Hoe belangrijk is mijn baan? Is 70 uur per week werken in een ziekenhuis wel wat ik wil? Wat is er buiten het ziekenhuisleven belangrijk? Gezin, sport, verenigingsleven, enzovoort. Veel aiossen van nu verdienen liever minder dan zeker 70 uur per week te moeten werken. Parttime werken – wat vaak nog steeds neerkomt op 45 uur – was in de medische wereld lange tijd taboe; maar de huidige generatie beschouwt het als normaal.” Santing merkt dat het vaststellen van grote generatieverschillen nog wel eens als dooddoener wordt gebruikt: “Daar loopt de dialoog regelmatig op stuk.”
De VAAN probeert ook met kleinschalige acties sommige issues aan te kaarten: campagnes met ludieke posters bijvoorbeeld. “We willen een ‘op tijd naar huis-week’ introduceren. En een VAAN-vakgroeplunch; want 37% van de aios neurologie luncht om allerlei redenen niet. Ook neurologen zelf werken vaak even snel tussen de poli’s en overleggen door een broodje naar binnen.”
Werkdruk en motivatie
De hoge werkdruk is een van de redenen waarom veel coassistenten momenteel na voltooiing van hun geneeskundeopleiding iets volstrekt anders gaan doen. Ook de Jonge Specialist (DJS) zet zijn enquête ‘Gezond en veilig werken’ wegens alarmerende rapporten over de hoge uitstroom en de nog hogere aantallen burn-outs onder (aanstaande) specialisten eerder uit. Santing: “Het is een actueel probleem dat de VAAN, maar ook de NVN, niet voor niets tot speerpunt hebben gemaakt. Er nadert een stortvloed aan werk, dat met eenzelfde of minder aantal (aankomende) neurologen gedaan zal moeten worden. Een lastig issue waar niemand een kant-en-klare oplossing voor heeft.”
Het onderwerp allereerst bespreekbaar maken en elkaar horen zou kunnen helpen, aldus Santing. Ze benadrukt dat ook meer tijd voor niet-medische competenties motiverend werkt. “Daar kun je een belangrijk deel van je zelfontplooiing uit halen. Zelf vind ik onderzoek en medisch leiderschap erg interessant; een ander vindt bijvoorbeeld doelmatigheidsprojecten leuk. Als je daar tijd voor krijgt, al is het maar een middag in de week, binnen je opleiding in plaats van ’s avonds of in het weekend, dan kan dat al veel energie geven en de aios bevlogen houden. Het ontbreekt aiossen niet aan talenten, passies en ideeën, maar omdat zij door het dagelijks werk regelmatig door de bomen het bos niet meer zien, ontplooien zij zich onvoldoende. Wij willen met onze inspanningen aiossen daarbij helpen en hun een handreiking geven hoe zij in the lead van hun eigen opleiding kunnen komen: er is zoveel leuks mogelijk!”