Op 10 oktober 2024 promoveerde A.E. (Adrienne) van der Hoeven in het Academiegebouw van de Universiteit Leiden op haar proefschrift ‘The fine line between sleep and wakefulness: understanding hypersomnolence disorders and sleep in the intensive care environment’. Haar promotor was prof. dr. Gert Jan Lammers. Als copromotoren traden dr. R. (Rolf) Fronczek en dr. D. (Denise) Bijlenga op.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
In mijn proefschrift onderzoek ik twee verschillende scenario’s waarin slaapproblemen voorkomen, namelijk bij centrale stoornissen van hypersomnolentie, zoals narcolepsie, en in de Intensive Care (IC)-omgeving. De oorzaken van verstoorde slaap verschillen tussen deze twee scenario’s, maar er zijn ook veel overeenkomsten, zoals slaappatronen die veel op elkaar lijken en een verstoord dag-nachtritme. Door de kennis in het ene domein uit te breiden, komen we ook tot ideeën en oplossingen die bruikbaar zijn in het andere domein.
Ik heb onder andere gekeken naar de diagnostiek van hypersomnolentieaandoeningen en specifiek ook naar de gebruikte hypocretine 1-afkapwaarde voor de diagnose narcolepsie type 1 en de betrouwbaarheid van de hypocretine 1-meetmethoden. Daarnaast heb ik bij slaap op de IC gekeken naar slaapproblemen in algemene zin, de relatie tussen slaap en mortaliteit en naar het voorkomen van levensechte (vaak nare) droomervaringen bij IC-patiënten.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
Hypocretine 1-metingen met radioimmunoassay (RIA) blijven de gouden standaard voor de diagnose van narcolepsie type 1. We hebben aangetoond dat RIA’s betrouwbaar zijn, maar artsen moeten zich bewust zijn van de variabiliteit in testmethoden. Ook bij diagnostiek met een duidelijke afkapwaarde is de uitkomst niet helemaal zwart-wit. Deze variabiliteit kan bij de RIA bijvoorbeeld verminderd worden door uitslagen te corrigeren met behulp van een referentiesample. Ook tekenend hiervoor is dat wij een hogere afkapwaarde (150 pg/mL) vinden dan de huidige.
Daarnaast verdienen onderbelichte symptomen van hypersomnolentieaandoeningen, zoals verminderde vigilantie, extra aandacht. De Sustained Attention to Response Task (SART) is een eenvoudige en goedkope manier om dit te onderzoeken.
Wat betreft de IC benadrukt ons onderzoek het belang van actieve monitoring en verbetering van slaap. Slechte slaap op de IC is geassocieerd met een verhoogd risico op delier en mogelijk hogere mortaliteit. Het routinematig gebruik van benzodiazepines als slaapmiddel op de IC blijkt ineffectief. Alternatieven zijn dus dringend nodig. Ook ervaren veel patiënten nare, levensechte dromen, een klacht die tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Tijdens de COVID-19-pandemie was onderzoek doen op de intensive care niet altijd even gemakkelijk. De prioriteiten lagen natuurlijk anders. Heel begrijpelijk. Helaas heeft wel een aantal projecten vertraging opgelopen, ook buiten de IC overigens. Wel heb ik goede hoop dat ze de komende jaren alsnog tot een goed einde gebracht gaan worden. Daar zal ik in ieder geval aan meehelpen.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
Een belangrijk inzicht uit mijn onderzoek was dat de uitkomsten van de SART niet samenhangen met de resultaten van de gebruikelijke diagnostische methoden voor hypersomnolentieaandoeningen, die voornamelijk focussen op overmatige slaperigheid overdag. Dit betekent dat de verminderde volgehouden aandacht, zoals gemeten met de SART, niet eenvoudigweg een gevolg is van die overmatige slaperigheid, maar een op zichzelf staand en belangrijk aspect is dat verdere aandacht verdient.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
Wat is precies de relatie tussen slaap en mortaliteit, vooral in de context van de IC? Als we die relatie beter begrijpen, komen we ook meer te weten over de functies van slaap. Bovendien is er een dringende behoefte aan effectieve behandelmethoden voor slaapstoornissen op de IC. Hoe kunnen we de slaapkwaliteit verbeteren om het risico op complicaties zoals delier te verlagen?
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Ik neem niet alleen veel waardevolle kennis en organisatorische skills mee, maar ook talloze mooie ervaringen en herinneringen. Een van mijn volgende stappen is om, samen met de collega die het onderzoek inmiddels heeft overgenomen, een onderzoek af te ronden naar de effectiviteit en veiligheid van natriumoxybaat op de IC. Bij narcolepsiepatiënten wordt dit middel al jaren toegepast, maar op de IC is het nog niet onderzocht. Daarnaast ben ik enthousiast om in januari bij het UMCG te beginnen als AIOS neurologie.