De NVMDL i.o. heeft in januari een landelijke enquête uitgestuurd aan alle aios MDL om objectievere gegevens in te winnen over de belangrijkste knelpunten in de opleiding tot MDL-arts. In het gesprek met Xavier Smeets, voorzitter van de NVMDL i.o., voor de Curious AIOS Corner van de juni-editie van MedNet Gastro-enterologie kwam deze enquête al kort ter sprake. Inmiddels zijn de resultaten bekend. Julia Klompenhouwer, bestuurslid NVMDL i.o. en vierdejaars aios MDL in het Erasmus MC, licht de uitkomsten toe.
Julia, jullie hebben een mooi en inzichtelijk rapport rondgestuurd. Wat was jullie eerste reactie toen jullie de uitkomsten zagen?
“Wij zagen dat de gekozen speerpunten echt onderwerpen zijn die leven bij alle aios. Verder viel op dat minder dan de helft van alle aios de enquête heeft ingevuld. Dit komt waarschijnlijk doordat dit de eerste editie is en mogelijk zaten we ook in het vaarwater van de enquête van De Jonge Specialist. Hopelijk zal dit de komende jaren verbeteren, omdat het een jaarlijks terugkerend item wordt. Ten slotte valt voor alle speerpunten de enorme spreiding op tussen de regio’s.”
Van de drie speerpunten is stagegerelateerde werkzaamheden het eerste item. Voor sommige stages, zoals scopie, oncologie, hepatologie en IBD, blijkt te weinig tijd te zijn. De tevredenheid hierover verschilt sterk per regio. Hoe gaan jullie hiermee om?
“De enquête geeft ons getallen en tevredenheidsscores. Voor verdieping hebben wij contact gezocht met aios die de beste cijfers en de slechtste cijfers gaven om na te gaan wat er goed gaat en waar de pijnpunten liggen. Daarnaast voeren we gesprekken met alle opleiders om per opleidingsregio te inventariseren wat goed loopt en waar verbetering mogelijk is. Om een voorbeeld te noemen: sommige regio’s hebben per stage dedicated poli’s, bij andere centra worden alleen nieuwe patiënten voor de betreffende stage gezien naast algemene MDL. Om aios dezelfde kansen te geven zouden we het meer gelijk willen trekken. Maar we snappen ook dat er grote verschillen zijn in bedrijfsvoering. Daarom gaan we het eerst beter in kaart brengen, zodat we een soort ‘best practice’ kunnen schrijven met handvatten om stages te verbeteren.”
De komende jaren zal voor sommige stages wellicht nog minder tijd zijn door het dalende aantal landelijke opleidingsplekken. Zijn hiervoor oplossingen te bedenken?
“Hier zijn wij zeker mee bezig. Basisbehoeften in een ziekenhuis, zoals de afdeling en consulten, moeten gecoverd zijn. Andere stages hebben op dagelijkse basis minder noodzaak, maar zijn voor de opleiding van zeer groot belang. Je kunt geen goede MDL-arts worden zonder ervaring met een IBD-poli bijvoorbeeld. Oplossingen zijn meer anios of verpleegkundig specialisten aannemen, maar dit vraagt weer meer budget. Het is echt een grote uitdaging. Maar veel specialismen kampen met dit probleem, dus er kan ook samen gezocht worden naar oplossingen.”
Het tweede speerpunt betreft dienstenbelasting. De spreiding is groot: van 1 tot 24 doordeweekse diensten per 4 maanden bijvoorbeeld. Maar het is opvallend dat aios niet goed op de hoogte zijn van de geldende compensatie. Hoe denken jullie hierover?
“Over de nieuwe CAO voor UMC’s is in sommige centra nog niet gesproken, terwijl andere centra hier hun diensten al op hebben aangepast en MDL-artsen soms dienst doen zonder aios. Op onze website hebben wij de regelgeving van beide CAO’s samengevat (https://www.mdl.nl/aios/wettelijk-kader-en-opleidingsplannen). Er bestaat wat ons betreft een balans als het gaat om diensten. Bij te weinig diensten heeft een aios onvoldoende exposure aan spoedscopiën en opvang van patiënten met spoedeisende MDL-ziekten, bij te veel diensten gaat reguliere opleidingstijd verloren aan compensatie. Het zou mooi zijn ook hier een gouden standaard te creëren voor dienstbelasting. Het blijft lastig dit soort dingen te veranderen omdat generaties het voor ons het ook zo deden, maar we moeten diensten wel in de huidige tijd plaatsen, waarbij er meer aandacht is voor de werk-privébalans.“
Persoonlijke ontwikkeling vormt het derde speerpunt van de enquête. Een ruime meerderheid heeft behoefte om zich extra-curriculair te profileren, maar het blijkt voor de meesten onduidelijk wat de mogelijkheden zijn. Kunnen jullie hier tips voor bieden?
“Mijn tip is eerst voor jezelf na te gaan wat voor MDL-arts je wilt worden. Wil je focus leggen op wetenschap, onderwijs, bedrijfsvoering, et cetera? Vervolgens kun je de mogelijkheden onderzoeken. Wij hebben op de NVMDL website een nieuwsbericht geplaatst met links naar handige websites (https://www.mdl.nl/persoonlijke-ontwikkeling-als-aios). Er blijken opnieuw aanzienlijke regionale verschillen te zijn in de geboden compensatie qua financiering en tijd. In sommige regio’s kun je alles doen, in andere regio’s is er geen enkele ruimte. In het nieuwe NOVUM willen we hier graag een richtlijn voor opnemen. Ook kijken we naar mogelijkheden om binnen de opleiding meer flexibiliteit te bieden, bijvoorbeeld door het volgen van stages bij andere specialismen.”
Any last words?
“Eind van dit jaar volgt de tweede jaarlijkse aios-enquête. We houden dezelfde speerpunten omdat dit toch de discussieonderwerpen blijven in de opleiding, maar we zullen gerichtere vragen stellen zodat we de punten meer kunnen uitdiepen. Wij zullen als bestuur de enquête zo goed mogelijk promoten om het deelnamepercentage te laten stijgen.”