Dr. M.N. (Mandy) Lauw, internist-hematoloog in het Erasmus MC, was de laatste 3 jaar voorzitter van YoungEHA, de commissie voor early career professionals van de European Hematology Association (EHA). Nu haar termijn erop zit, heeft ze weer meer tijd om zich te richten op onderzoek naar trombose bij hematologische maligniteiten, zoals het verkleinen van het risico op trombose bij volwassenen met acute lymfatische leukemie.
YoungEHA is in 2013 tot stand gekomen met het doel de jonge professionals in de hematologie, zowel op het gebied van onderzoek als patiëntenzorg, een stem te geven binnen EHA. “We zijn er niet alleen voor medisch studenten, PhD-studenten en hematologen in opleiding, maar ook voor de jonge klaren en PI’s die net zelfstandig starten in de hematologie”, vertelt Lauw. “Juist dat zijn de jaren waarin steun ontbreekt, bijvoorbeeld om onderzoek van de grond te krijgen. Ook maken we ons hard voor inclusiviteit, door te zorgen dat voldoende beurzen gaan naar jonge hematologen in landen waar het instapniveau wat lager is.”
Gesprekspartner
Lauw was sinds 2019 commissielid van YoungEHA en is de afgelopen 3 jaar voorzitter geweest. “In die 3 jaar hebben we een flinke professionaliseringsslag gemaakt en is de commissie uitgegroeid tot een vaste gesprekspartner binnen en buiten EHA”, vertelt ze. “We hebben een vaste aanwezigheid en stemrecht gekregen in de EHA Boardvergaderingen. Zo kunnen we de diversiteit in programma’s die door EHA worden ontwikkeld en needs van early career professionals in commissies en programma’s beter waarborgen. Ook kunnen we ervoor zorgen dat bij congressen en andere meetings niet alleen gevestigde hematologen, maar ook de jongere generatie vertegenwoordigd is als spreker of chair. Het recente congres liet zien dat dit laatste steeds beter lukt.” Verder zijn contacten opgezet met traineecommissies van andere medische associaties (ASH, EBMT, ISTH, ESMO) en jongerenvertegenwoordigers van nationale hematologieverenigingen.
Een van de mijlpalen was dat Lauw tijdens EHA2024 de YoungEHA Best Abstract Awards mocht uitreiken namens de YoungEHA committee. “Eerder gebeurde dit niet door iemand van YoungEHA en daarmee ging een belangrijk moment om meer naamsbekendheid te genereren verloren”, vertelt ze. “Nu hebben we de tijd gekregen om te vertellen wat YoungEHA is en waar het voor staat, in de grote zaal waar nog niet alle aanwezigen deze commissie goed kennen. Dat heeft enorm geholpen voor onze zichtbaarheid.”
Grote betrokkenheid
Onder jonge hematologen en onderzoekers is de belangstelling voor YoungEHA en de mogelijkheden voor actieve bijdragen binnen EHA sterk toegenomen, stelt Lauw. “Dat merkten we toen we 4 nieuwe commissieleden nodig hadden en 111 aanmeldingen kregen”, vertelt ze. “En ook toen we als onderdeel van EHA2024 een event organiseerden gericht op mentorschap voor carrièreontwikkeling. Binnen een week hadden we 150 aanmeldingen.”
YoungEHA heeft dus een enorme groei doorgemaakt, concludeert ze. “Je merkt ook bij de EHA Board dat er veel meer bewustwording en bereidheid is gekomen om mee te denken over onze belangen”, zegt ze. “Om iets te doen tegen de koudwatervrees die er eerder was, heb ik duidelijk gemaakt hoe blij de board mag zijn dat jongere collega’s zich inzetten voor EHA. Die boodschap is overgekomen, er is nu veel meer oog voor de belangen van de volgende generatie.”
Het recente EHA-congres markeerde het einde van haar voorzitterschap. Ze heeft dit nu overgedragen aan de Britse hematoloog in opleiding Nuno Borges.
Trombose bij acute lymfatische leukemie
Tijdens EHA2024 hield Mandy Lauw een lezing over de preventie van trombose bij volwassenen met acute lymfatische leukemie (ALL): “De resultaten van een prospectieve trombose side-study1 van de HOVON-100 trial waarvoor ik als PhD-studente al de eerste opzet maakte.” Ze vervolgt: “De incidentie van trombose bij ALL is 20 tot 30%, met vooral een hoog risico tijdens de eerste inductiecyclus van de behandeling. Er is geen consensus over de optimale manier voor preventie. We wilden weten of toediening van tromboseprofylaxe met intermediaire dosis van low-molecular-weight heparine, LMWH, dit risico kon verkleinen. Helaas was dit niet het geval. We zagen dat het aantal trombosegevallen gelijk bleef, en bij oudere patiënten lijkt toediening van LWHM zelfs mogelijk negatief uit te pakken. Dat was teleurstellend.”
Het feit dat het een prospectieve single-arm studie was, heeft mogelijk tot bias geleid. “Misschien is LMWH ook niet het meest geschikte middel omdat het antitrombine nodig heeft, wat weer verlaagd wordt door PEG-asparaginase in de ALL-behandeling”, vertelt ze. “En mogelijk hebben patiënten de behandeling niet gekregen uit angst voor bloedingen. We onderzoeken daarom de mogelijkheden om een gerandomiseerde klinische trial te doen, samen met buitenlandse collega’s.”
In het verlengde van haar lezing verzorgde Lauw tijdens EHA2024 ook een educational over de uitdagingen bij behandeling van kankergerelateerde trombose. “Hierin heb ik enkele zaken aangestipt waarover we in de dagelijkse praktijk nog onduidelijkheden hebben”, zegt ze. “In de eerste plaats over hoe het best om te gaan met het hoge risico op bloedingen en recidief trombose bij kanker, en de vraag of we niet meer moeten sturen op het verhoogde bloedingsrisico bij trombose en kanker. Daarnaast vormen trombocytopenie en drug-drug interacties belangrijke uitdagingen bij kanker en trombose. Ook heb ik enkele unmet needs geadresseerd.”
Unmet needs
“In de eerste plaats over het gebrek aan goede studies en guidance and guidelines over trombose bij hematologische maligniteiten. Eigenlijk baseren we ons beleid hiervoor volledig op extrapolatie van solide tumoren. Trombose bij hematologische maligniteiten is de focus van mijn onderzoekslijn, in het Erasmus MC en ook internationaal. Het voordeel is dat ik deze patiënten ook zelf behandel op beide gebieden, dus dat geeft me de ideale positie om dit te onderzoeken.
Een tweede unmet need heeft betrekking op de vraag hoe moet worden omgegaan met kanker en trombose op plaatsen waar dit minder vaak voorkomt, zoals sinus- of buikvenetrombose, een andere focus van mijn eigen onderzoek. Een derde ging over de behandeling met antistolling bij patiënten in de palliatieve fase van hun behandeling, een vierde over of dosisreductie van antistolling kan worden toegepast bij de langetermijnbehandeling van kankergerelateerde trombose. Over deze onderwerpen is beperkte literatuur beschikbaar.”
Referentie:
- EHA Library – The official digital education library of European Hematology Association (EHA) (ehaweb.org) Low-Molecular-Weight Heparin Does Not Prevent Venousthromboembolism In Adults With Newly Diagnosed Acutelymphoblastic Leukemia; Prospective Side-Study Of The Hovon-100trial (Abstract: S325)