Edith Visser promoveerde op 12 oktober 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen, faculteit Campus Fryslân (locatie Leeuwarden) op het proefschrift getiteld ‘Diet and Body Composition in Asthma – Associations with clinical outcomes and inflammatory markers’. Als promotor trad op prof. dr. H.A.M. Kerstjens (UMCG). Copromotoren waren dr. A. ten Brinke (MCL), dr. K. de Jong (MCL) en dr. T. van Zutphen (RUG). Visser is epidemioloog en postdoctoraal onderzoeker in het Medisch Centrum Leeuwarden.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel van dit promotieonderzoek was inzicht te verkrijgen in de rol van voeding en lichaamssamenstelling bij astma op volwassen leeftijd. In de afgelopen decennia is het aantal mensen met astma sterk gestegen, onder andere door veranderingen in leefstijl. Vermoedelijk speelt de overgang naar een Westers dieet, rijk aan verzadigde vetten en bewerkte voeding met weinig essentiële voedingsstoffen, een rol. Dit voedingspatroon zou mogelijk ontstekingen in het lichaam kunnen bevorderen.
In landen waar het Westerse eetpatroon overheerst, is obesitas eveneens sterk toegenomen. Obesitas komt ook regelmatig voor bij mensen met ernstig astma, deels als gevolg van langdurig prednisongebruik. Nieuwe biologicals voor deze patiëntengroep zijn echter effectief in het verminderen van het prednisongebruik. Dit opent de deur voor verder onderzoek naar de potentie van deze medicatie voor gewichtsafname bij ernstig astma.
Daarnaast is het bekend dat mensen met ernstig astma minder spiermassa hebben dan mensen met mildere vormen van astma. Het feit dat astma meestal samengaat met obesitas kan ervoor zorgen dat dit spierverlies nog vaak over het hoofd wordt gezien. Het is echter nog onduidelijk of een verminderde spiermassa van invloed is op de astma-uitkomsten.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
Onze bevindingen lieten zien dat de lichaamssamenstelling, met name een gezond gewicht en behoud van spiermassa, van belang zijn in de behandeling van ernstig astma. We hebben aangetoond dat mensen met een lagere spiermassa slechtere astma-uitkomsten hadden. Bovendien observeerden we 2 jaar na de start van een biologicalbehandeling een lichte gewichtsafname bij mensen met ernstig astma, met name bij patiënten die bij start dagelijks prednison innamen. Als toekomstig onderzoek bevestigt dat veranderingen in spiermassa en spierkracht van invloed zijn op klinische uitkomsten, zou het verbeteren van de spierfunctie een doel kunnen worden in de behandeling van ernstig astma.
Uit de verschillende onderzoeken vonden we geen duidelijk bewijs dat voeding een risicofactor is voor astma bij volwassenen, noch dat het gerelateerd is aan de klinische uitkomsten bij patiënten met ernstig astma. Toch moeten we voorzichtig zijn om voeding helemaal af te schrijven als factor bij astma. Mogelijk speelt voeding een rol in andere levensfasen of bij specifieke vormen van astma. Bovendien is voeding een belangrijke factor bij gewichtsbeheersing.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Het grootste project van het promotieonderzoek was de ORANGE-studie, waarvoor we 150 mensen met matig tot ernstig astma wilden includeren. Door de COVID-19-pandemie heeft de inclusie meerdere keren stilgelegen, waardoor vertraging optrad en het beoogde aantal deelnemers helaas niet werd gehaald. Uiteindelijk hebben we de data van 114 deelnemers geanalyseerd.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak (groot of klein)?
Het indienen van het eerste artikel was een doorbraak in het promotietraject. Tot die tijd was ik vooral bezig met de dataverzameling en data-analyse van de verschillende studies, en de data-extractie voor een omvangrijke systematic review. Pas bij het schrijven kwam alles samen, en kreeg ik helder zicht op de resultaten en de opbouw van mijn proefschrift. Ondanks de ‘negatieve’ resultaten in hoofdstukken over de relatie tussen voeding en astma, werden deze bij de eerste indiening direct geaccepteerd in Q1-tijdschriften, wat aantoont dat er vanuit het veld zeker interesse is in dit onderwerp.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
Met data van de ORANGE-studie hebben we aangetoond dat mensen met een lagere spiermassa een slechtere longfunctie en een lagere inspanningscapaciteit hadden. Een lage spierkracht werd in verband gebracht met een slechtere astmacontrole, lagere kwaliteit van leven en hoger zorggebruik. Voor mensen met (ernstig) astma is het daarom belangrijk om de spierfunctie op peil te houden. Verder onderzoek moet uitwijzen of het verbeteren van de spierfunctie bij mensen met ernstig astma leidt tot betere astma-uitkomsten.
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Dit promotieonderzoek heeft mijn overtuiging versterkt over het belang van een gezonde levensstijl en een gezond gewicht. Niet alleen voor het voorkomen van chronische ziekten, maar ook voor de behandeling van aandoeningen. Een gezonde levensstijl heeft bovendien positieve effecten op zowel de fysieke als mentale gezondheid, waardoor het een krachtig middel is voor het algemeen welbevinden. Op persoonlijk gebied heb ik interesse ontwikkeld voor wetenschapscommunicatie, wat resulteerde in een mooie proefschriftbrochure voor de deelnemers van de verschillende onderzoeken, waarin de resultaten uit het proefschrift op een toegankelijke manier zijn gepresenteerd.