De kans om vrijwel direct na mRNA COVID-19-vaccinatie te worden gediagnosticeerd met retinale veneuze occlusie is uiterst klein. Dit extreem lage risico is vergelijkbaar met dat van andere vaccins die al veel langer worden gebruikt zoals het griepvaccin en het tetanus-, difterie- en kinkhoestvaccin.
In deze studie werd onderzocht hoe vaak patiënten gediagnosticeerd worden met nieuwe retinale veneuze occlusie (RVO) direct na vaccinatie met het mRNA COVID-19-vaccin in vergelijking met vaccins tegen griep en tetanus, difterie en kinkhoest. In de literatuur zijn namelijk gevallen van nieuwe RVO beschreven die zich direct na mRNA COVID-19-vaccinatie voordeden.
Aan de hand van data van meer dan 103 miljoen mensen werd een retrospectief populatie gebaseerd cohort van ruim 3,1 miljoen mensen samengesteld. De gemiddelde leeftijd ten tijde van de vaccinatie was 50,7 jaar en 56,4% was vrouw. Het primaire eindpunt van de studie was een nieuwe diagnose van RVO binnen 21 dagen na vaccinatie met het mRNA COVID-19-vaccin. Van de 3.108.829 mensen die gevaccineerd werden, kreeg 0,003% (n = 104) binnen 21 dagen hierna de diagnose RVO. Dat komt neer op incidentie van 3,4 per 100.000 mensen met RVO. Propensity scorematching liet zien dat het relatieve risico (RR) van een nieuwe RVO-diagnose na de eerste COVID-19-vaccinatie niet significant verschilde van dat na een griepprik (RR 0,74) of het gecombineerde tetanus-, difterie- en kinkhoestvaccin (RR 0,78). Ten opzichte van de tweede COVID-19-vaccinatie met het mRNA-vaccin lag het RR wel iets groter (RR 2,25).
Bron:
Dorney I, Shaia J, Kaelber DC, et al. Risk of New Retinal Vascular Occlusion After mRNA COVID-19 Vaccination Within Aggregated Electronic Health Record Data. JAMA Ophthalmol. 2023;141:441-7.