DNA-pas belooft minder bijwerkingen, betere patiëntenzorg en lagere kosten

Delen via:

Als je op basis van DNA de dosering van bepaalde geneesmiddelen aanpast, kan dat de incidentie van bijwerkingen met 30% verlagen. Dat laat de grote internationale PREPARE-studie zien, die begin 2023 werd gepubliceerd in The Lancet. Studiecoördinator prof. dr. H.J. (Henk-Jan) Guchelaar wil een DNA-medicatiepas invoeren met daarop iemands genotypen, zodat doseringen van medicijnen preventief kunnen worden aangepast.

In de jaren 70 van de vorige eeuw ontdekte farmacoloog en internist Bob Smith per toeval hoe cruciaal je genoom kan zijn als het gaat om geneesmiddelen en hun bijwerkingen. Zijn studenten en hijzelf namen de bloeddrukverlager debrisoquine en bestudeerden hoe de farmacokinetiek verliep. Geen probleem voor de studenten, maar bij Bob ging het mis. Zijn bloeddruk kelderde en hij viel flauw. Wat bleek? In de urinemonsters van de studenten zaten zowel debrisoquine als de inactieve metaboliet 4-hydroxydebrisoquine. Bij Bob was de metaboliet nergens te bekennen. Hij zette de moederstof niet om, waardoor de dosis die hij kreeg te hoog was en het middel te sterk werkte.

De verklaring kwam later, toen bekend werd dat je het enzym CYP2D6 nodig hebt voor de metabolisering van debrisoquine en diverse andere geneesmiddelen. Sommige mensen hebben een genvariant voor CYP2D6 die ervoor zorgt dat het enzym niet (goed) werkt. Dit maakt je een zogenoemde ‘poor metabolizer’, net als Bob. Geneesmiddelen werken daardoor langer en sterker, inclusief de bijwerkingen. Een aanpassing van de dosis kan de problemen verhelpen.

Alle kennis ligt klaar

Het idee dat je genetische profiel belangrijk is voor de werking van medicatie, bestond al voordat Bob geboren werd, maar sinds zijn toevallige ontdekking is de farmacogenetica uitgegroeid tot een belangrijke tak van de farmaceutische wetenschap. Daarom vertelt Henk-Jan Guchelaar, hoogleraar klinische farmacie aan de Universiteit Leiden, Bobs verhaal graag. “Genvarianten voor metaboliserende enzymen komen veel vaker voor dan veel zorgverleners denken. Het belang ervan is relatief onbekend, terwijl we de zorg enorm kunnen verbeteren als we de kennis efficiënter toepassen.”

Hoeveel debrisoquine had Bob moeten krijgen om het middel veilig te kunnen gebruiken? Om artsen en apothekers te helpen bij dit soort vragen, richtte Guchelaar in 2005, samen met andere experts en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP), de Dutch Pharmacogenetics Working Group (DPWG) op. “We hebben tot nu toe 108 gen-geneesmiddelinteracties geïnventariseerd en richtlijnen opgesteld voor als iemand een bepaalde genvariant heeft, bijvoorbeeld aanpassing van de dosering of een alternatief middel.” Al deze informatie kun je terugvinden in de z-index, maar er is een probleem: “We weten niet van tevoren welke genetische varianten iemand heeft. Daar komen we pas achter als het misgaat of als je het test, wat nauwelijks gebeurt.”

Preëmptief testen

Vooraf testen gebeurt slechts bij enkele geneesmiddelen, bijvoorbeeld de cytostatica capecitabine en 5-fluorouracil (5-FU). Guchelaar: “Als een patiënt een tekort heeft aan het enzym dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD), bestaat de kans op ernstige, eventueel levensbedreigende, beenmergdepressie. In Nederland wordt inmiddels van tevoren een genotypering uitgevoerd om dit probleem voor te zijn, maar in bijvoorbeeld België en Duitsland gebeurt dit nauwelijks.”

Voor 5-FU-DPD en enkele andere specifieke gen-geneesmiddelinteracties is bewezen dat je met genotypering ernstige bijwerkingen kunt verminderen. Maar hoe zit dat met die tientallen andere interacties, die bovendien relevant zijn voor veelgebruikte middelen zoals clopidogrel, metoprolol, amitriptyline en citalopram? Guchelaar wilde met zijn onderzoeksteam aantonen dat preëmptief testen en daarop handelen de incidentie van bijwerkingen verlaagt. “En dat de kans op bijwerkingen dusdanig lager is, dat de patiëntenzorg beter wordt en de kosten verminderen als we een DNA-medicatiepas invoeren. Dat houdt in dat je iemand van tevoren genotypeert en die gegevens in diens elektronische patiëntendossier zet. Of, als een land niet met zo’n systeem werkt, op een pasje dat de patiënt zelf meeneemt naar de zorgverlener, die de QR-code op de pas kan scannen. Zodra iemand vervolgens een geneesmiddel krijgt, verschijnt er een pop-up in het voorschrijfsysteem als de dosis moet worden aangepast.”

30% minder bijwerkingen

Guchelaar en zijn onderzoeksteam gingen, met dank aan een miljoenensubsidie van de Europese Unie, de uitdaging aan. Aan hun PREPARE-studie (Preemptive Pharmacogenomic Testing for Preventing Adverse Drug Reactions study) werkten zo’n 150 mensen mee uit 10 verschillende landen. De deelnemersgroep bestond uit ongeveer 7.000 mensen uit 7 EU-landen, die allemaal een van de 39 relevante geneesmiddelen voorgeschreven kregen. Op hun DNA-pas stond informatie over 12 relevante genen met in totaal 50 varianten. Voor de helft van de deelnemers werden doseringen aangepast volgens de richtlijnen van de DPWG. Op gezette tijden, tot 12 weken na de start van de behandeling, werden de bijwerkingen van de deelnemers geïnventariseerd.

Uit de resultaten volgde allereerst dat bijna alle deelnemers (94%) minimaal 1 zogenoemde ‘actionable’ genvariant hadden. Bij circa driekwart van de mensen ging het zelfs om 2 of meer varianten. Dat maakt de kans dat je hier op een zeker moment in je leven mee te maken krijgt groot, aldus Guchelaar. “Het is effectiever om preëmptief te genotyperen in plaats van te werken met individuele gen-geneesmiddelcombinaties, wat tot nu toe voornamelijk in wetenschappelijk onderzoek werd bestudeerd.”

De data van de PREPARE-studie ondersteunen deze gedachtegang, want de deelnemers bij wie de behandeling was aangepast op basis van hun genotypering, meldden 30% minder vaak klinisch relevante bijwerkingen. De open-label, multicenter, gecontroleerde, clustergerandomiseerde, cross-over implementatiestudie werd begin 2023 gepubliceerd in The Lancet. Guchelaar: “De referenten waren enthousiast. ‘Dit is de studie waar we in de farmacogenetica op zaten te wachten’, zeiden ze. We merkten dat zelf ook toen we de onderzoeksresultaten presenteerden op een symposium. Online keken er opvallend veel mensen mee uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten.”

Gemengde reacties

Het DNA-paspoort werd volop besproken in het landelijke nieuws. Reacties op bijvoorbeeld het Instagram-account NOS Stories, waarop nieuwsvideo’s verschijnen gericht op jongeren, waren kritisch. Sommige mensen willen hun DNA niet afstaan en zijn bang dat het op de verkeerde plekken terechtkomt. “Bekendheid is nodig om de DNA-pas te kunnen implementeren”, reageert Guchelaar, “maar het gaat slechts om een paar van in totaal 20.000 genen en dat moeten we goed uitleggen, zowel in de media als in de spreekkamer. De 12 relevante genen zeggen alleen iets over specifieke metaboliserende enzymen. Je kunt er bijvoorbeeld niet mee achterhalen of je een verhoogde kans hebt op bepaalde ziekten of de data op andere manieren kapitaliseren. Je kunt het beter vergelijken met andere gegevens in je medisch dossier, zoals je nier- of leverfunctie.”

De reacties op nieuwsberichten matchen bovendien niet met die van deelnemers aan Guchelaars huidige en eerdere studies. Die zijn over het algemeen blij met hun medicatiepas. “Patiënten vonden die pas geweldig om te krijgen. Ze dragen hem zelf bij zich en dat geeft een gevoel van controle.”

Kosteneffectiviteit

Guchelaar hoopt dat de invoering van de DNA-pas dankzij de PREPARE-studie in een stroomversnelling komt. “We hebben bewust gekozen voor allerlei zorginstellingen in verschillende landen, zoals een transplantatiekliniek in Oostenrijk, een cardiologiekliniek in Spanje en een oncologieziekenhuis in Italië. In Nederland focusten we op huisartsen en stadsapotheken. Zo laten we zien dat het systeem werkt in allerlei settings.”

Kortom, de hoogleraar is er wel klaar voor, nu de zorgverzekeraars nog. “Die moeten de test gaan vergoeden, maar willen dat niet zomaar doen. Het gaat om een preventieve handeling, oftewel een kostenpost zonder zorgvraag.” Komende zomer hoopt Guchelaar met zijn team een kosteneffectiviteitsstudie af te ronden. Die moet zorgverzekeraars over de streep trekken. “De test kost een paar honderd euro en per persoon doe je hem 1 keer. Je kunt bijvoorbeeld standaard een genotypering uitvoeren vlak na de geboorte, tegelijkertijd met de hielprik.”

Met de kosteneffectiviteitsstudie wil Guchelaar laten zien dat je door bijwerkingen te voorkomen ook een vermindering ziet in het aantal huisartsbezoeken en voorgeschreven middelen. “Maar denk ook aan de grote kostenposten, zoals ziekenhuisopnames. 6 à 7 van de 100 opnames hebben te maken met bijwerkingen van geneesmiddelen. Daarvan kunnen we met de DNA-pas een deel voorkomen.”

Doxorubicine-trabectedine met trabectedine-onderhoud bij leiomyosarcoom

nov 2024 | Bot en wekedelentumoren, Gynaecologische oncologie

Lees meer over Doxorubicine-trabectedine met trabectedine-onderhoud bij leiomyosarcoom

Sociaaleconomische verschillen beïnvloeden overleving bij kanker

nov 2024

Lees meer over Sociaaleconomische verschillen beïnvloeden overleving bij kanker

Associatie tussen QoL, effectiviteit en goedkeuring van oncologische geneesmiddelen

nov 2024

Lees meer over Associatie tussen QoL, effectiviteit en goedkeuring van oncologische geneesmiddelen

Speeksel van reptiel brengt alvleeskliertumor in beeld

nov 2024 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Speeksel van reptiel brengt alvleeskliertumor in beeld

Ponsegromab voor de behandeling van cachexie bij kanker: een fase II-studie

nov 2024 | Longoncologie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Ponsegromab voor de behandeling van cachexie bij kanker: een fase II-studie

Bevolkingsonderzoeken vonden in 2023 bij 27.000 mensen kanker of voorstadia daarvan

nov 2024 | Borstkanker, Gynaecologische oncologie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Bevolkingsonderzoeken vonden in 2023 bij 27.000 mensen kanker of voorstadia daarvan

Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

1 okt 2024 om 12:00 | Lymfoom

Lees meer over Recent advances in the use of CAR T-cell therapies in relapsed/refractory diffuse large B-cell lymphoma and follicular lymphoma

Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

10 sep 2024 om 20:00

Lees meer over Opioïden in de 2e lijn: Sleutels tot effectieve bestrijding van maligne pijn

Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

1 jul 2024

Lees meer over Pakketbeslissingen en (on-)zekere kosteneffectiviteit: Willingness to Pay voor geneesmiddelen

Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

10 jun 2024 om 16:30 | Lymfoom

Lees meer over Challenges in advanced Cutaneous T-cell Lymphoma (CTCL) – diagnosis and management

Keynote webinar: Spotlight on antibody–drug conjugates in cancer

19 feb 2024 om 17:30 | Borstkanker

Lees meer over Keynote webinar: Spotlight on antibody–drug conjugates in cancer

Prostaatkanker nu en in de toekomst

25 jan 2024 | Uro-oncologie

Lees meer over Prostaatkanker nu en in de toekomst

Niet-melanoom huidkanker in de regio

31 aug 2023 | Dermato-oncologie, Radiotherapie

Lees meer over Niet-melanoom huidkanker in de regio

Keynote Webinar | Spotlight on Cardio-Oncology

16 mei 2023 om 17:30

Lees meer over Keynote Webinar | Spotlight on Cardio-Oncology

Borstkanker; een update op alle vlakken

9 mei 2023 om 20:00 | Borstkanker, Neuro-oncologie

Lees meer over Borstkanker; een update op alle vlakken

Immuno-oncologie module 1: immunologie en immuuntherapie

Lees meer over Immuno-oncologie module 1: immunologie en immuuntherapie

Immuno-oncologie module 2: Bijwerkingenmanagement en checkpoint inhibitors

Lees meer over Immuno-oncologie module 2: Bijwerkingenmanagement en checkpoint inhibitors

Immuno-oncologie module 3: Verpleegkundige casuïstiek

Lees meer over Immuno-oncologie module 3: Verpleegkundige casuïstiek

ASCO Direct™ GU 2025

vrijdag 14 feb 2025 t/m zaterdag 15 feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over ASCO Direct™ GU 2025

Geen voordeel van toevoegen ipilimumab aan eerstelijns pembrolizumab bij hoge expressie PD-L1

feb 2021 | Immuuntherapie, Longoncologie

Lees meer over Geen voordeel van toevoegen ipilimumab aan eerstelijns pembrolizumab bij hoge expressie PD-L1

Vroege klinische studie suggereert rol voor repotrectinib bij NSCLC met ROS1-fusies

feb 2021 | Longoncologie

Lees meer over Vroege klinische studie suggereert rol voor repotrectinib bij NSCLC met ROS1-fusies

Apatinib plus chemotherapie toont activiteit bij gevorderd SCLC

feb 2021 | Longoncologie

Lees meer over Apatinib plus chemotherapie toont activiteit bij gevorderd SCLC

Overlevingsvoordeel met tweedelijns nivolumab bij relapsed mesothelioom

feb 2021 | Immuuntherapie, Longoncologie, Mesothelioom

Lees meer over Overlevingsvoordeel met tweedelijns nivolumab bij relapsed mesothelioom

Neoadjuvant atezolizumab haalbaar bij resectabel stadium IB-IIIB NSCLC

feb 2021 | Chirurgie, Immuuntherapie, Longoncologie

Lees meer over Neoadjuvant atezolizumab haalbaar bij resectabel stadium IB-IIIB NSCLC

Beloftevolle activiteit KRAS G12C-remmer sotorasib

feb 2021 | Longoncologie

Lees meer over Beloftevolle activiteit KRAS G12C-remmer sotorasib

Vitamine B3 beschermt mogelijk tegen UV-schade en huidkanker

nov 2020 | Dermato-oncologie

Lees meer over Vitamine B3 beschermt mogelijk tegen UV-schade en huidkanker

Totaal lichaamsonderzoek huidkanker alleen zinvol bij verdachte laesie

nov 2020 | Dermato-oncologie

Lees meer over Totaal lichaamsonderzoek huidkanker alleen zinvol bij verdachte laesie

Niet-invasieve methode voorspelt veilig de noodzaak tot schildwachtklierprocedure bij melanoom

nov 2020 | Dermato-oncologie

Lees meer over Niet-invasieve methode voorspelt veilig de noodzaak tot schildwachtklierprocedure bij melanoom

Podcast: EGFR ex20ins gemuteerd NSCLC in de dagelijkse klinische praktijk

feb 2024 | Longoncologie

Lees meer over Podcast: EGFR ex20ins gemuteerd NSCLC in de dagelijkse klinische praktijk

Podcast: Progress in PARP inhibitors - An exciting option for treating metastatic prostate cancer?

dec 2023 | Uro-oncologie

Lees meer over Podcast: Progress in PARP inhibitors - An exciting option for treating metastatic prostate cancer?

Podcast pancreascarcinoom

dec 2022 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Podcast pancreascarcinoom

Slokdarm- en maagkanker

jun 2021 | Chirurgie, Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Slokdarm- en maagkanker

Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

feb 2021 | Maag-darm-leveroncologie

Lees meer over Impact van COVID-19 op bevolkingsonderzoek darmkanker in Nederland

MedNet Oncologie 2024-05

okt 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-05

MedNet Oncologie special Colorectaal carcinoom

sep 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Colorectaal carcinoom

MedNet Oncologie 2024-04

aug 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-04

MedNet Oncologie special Borstkanker 2024

jul 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Borstkanker 2024

MedNet Oncologie special Longkanker 2024

jun 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Longkanker 2024

MedNet Oncologie 2024-03

jun 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-03

MedNet Oncologie 2024-02

apr 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-02

MedNet Oncologie special Uro-Oncologie 2024

mrt 2024

Lees meer over MedNet Oncologie special Uro-Oncologie 2024

MedNet Oncologie 2024-01

feb 2024

Lees meer over MedNet Oncologie 2024-01