Sinds de komst van direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s) krijgen veel patiënten met een verhoogde kans op trombose, bijvoorbeeld vanwege boezemfibrilleren, deze medicijnen. Ook bij de behandeling van patiënten met een veneuze trombo-embolie worden DOAC’s nu als voorkeursbehandeling ingezet. Voor kankerpatiënten met veneuze trombo-embolie zijn DOAC’s echter nog niet gebruikelijk; laagmoleculairgewichtheparine is nog de behandeling van voorkeur. Een aantal wetenschappelijke publicaties wijst er nu op dat ook deze groep van DOAC’s kan profiteren. Hoe kijkt internist prof. dr. Hugo ten Cate tegen deze ontwikkeling aan?
Uitkomsten PHILEMON-onderzoek
mrt 2018 | Lymfoom