Na toelating tot het basispakket in 2022 schiet ivacaftor/tezacaftor/elexacaftor, een combinatiepreparaat tegen cystische fibrose, met 115 miljoen euro direct naar de derde plek in de uitgaven top 10. Dat meldt SFK. De DOAC’s apixaban en rivaroxaban gaan nog steeds aan kop.
Het combinatiepreparaat ivacaftor/tezacaftor/elexacaftor dient gebruikt te worden in combinatie met het losse middel ivacaftor. In 2022 werd 115 miljoen euro aan ivacaftor/tezacaftor/elexacaftor uitgegeven voor zo’n 1100 gebruikers, die daarnaast zo’n 75 miljoen euro aan ivacaftor besteedden. Een behandeling kostte hiermee gemiddeld 175.000 euro per patiënt per jaar.
Nadat de overheid eind 2021 na prijsonderhandelingen tot een akkoord kwam met de fabrikant, werd het combinatiepreparaat per januari 2022 opgenomen in het basispakket. Vanwege de korting die is bedongen op de prijs liggen de werkelijke kosten van dit middel lager dan genoemd in het SFK-rapport.
Net als in 2020 en 2021 staan apixaban en rivaroxaban ook in 2022 bovenaan de top 10 van middelen waaraan het meeste geld is uitgegeven. Apixaban, dat in de 2 eerdere jaren op de tweede plek stond, neemt nu met 121 miljoen euro de eerste positie in. Rivaroxaban volgt met 120 miljoen euro. De sterk gestegen uitgaven aan deze DOAC’s komen door een eveneens sterk toegenomen gebruik.
Bron: