Rond 1980 was er veel ophef over het gebruik van leatrile. Leatrile werd bereid uit de pitten van abrikozen en zou – na hydrolyse in tumorcellen – cyanidezuur (HCN), lethaal voor deze cellen afgeven. Dit bleek echter ook in andere dan tumorcellen plaats te vinden, waardoor (ernstige) toxiciteit kon ontstaan. Bovendien werden relevante effecten op kanker niet geobjectiveerd.(1) Het beoogde principe achter deze therapie was natuurlijk zeer aantrekkelijk; voortdurend zijn pogingen ondernomen om – gebruikmakend van liefst exclusief tumormetabolisme – niet-toxische voorlopers van cytostatica (prodrugs) pas in tumorcellen te laten activeren of cytostatica gericht naar alleen tumorcellen te loodsen. Dit laatste lukte met hulp van nanodeeltjes of koppeling van cytostatica (of radio-isotopen) aan doelgerichte antistoffen.
Meer informatie is alleen toegankelijk voor abonnees die voorschrijfbevoegd zijn.
Login
Let op: Om alle informatie te kunnen zien heeft u een account nodig om in te loggen. Bent u al ingelogd? Dan heeft u onvoldoende rechten om deze informatie te bekijken. Wilt u uw account aanpassen? Klik dan hier