Bij gebruik van dolutegravir- en darunavir-gebaseerde regimes is sprake van een goede virale suppressie, zo is gevonden in de NADIA-studie na een follow-up van 96 weken. Tenofovir moet worden voortgezet in de tweedelijnsbehandeling, in plaats van te switchen naar zidovudine.
De WHO adviseert om als tweedelijnsbehandeling van een hiv-infectie dolutegravir plus twee nucleoside reverse transcriptaseremmers (NRTI’s) te geven. Daarbij wordt de NRTI geswitcht van eerstelijns tenofovir naar zidovudine. In de NADIA-studie is onderzocht of dolutegravir niet-inferieur is aan darunavir, en of doorgaan met tenofovir als tweedelijnsbehandeling niet-inferieur is aan het switchen naar zidovudine. Het onderzoek werd uitgevoerd in Kenia, Oeganda en Zimbabwe.
Van de 783 gescreende patiënten kregen 464 personen willekeurig dolutegravir of ritonavir-geboosterd darunavir en lamivudine in combinatie met tenofovir of zidovudine. In week 96 had 90% van de patiënten in de dolutegravir-groep en 87% in de darunavir-groep een hiv-1-RNA < 400 kopieën per ml. Dit wijst op non-inferioriteit. Bij 9 patiënten (4%), allemaal in de dolutegravir-groep, ontstond dolutegravir-resistentie. Geen van de deelnemers ontwikkelde darunavir-resistentie (p = 0,0023).
Dolutegravir was dus niet-inferieur aan darunavir, maar gaf wel een groter risico op resistentie bij tweedelijnsbehandeling. In de andere gerandomiseerde vergelijking had 92% van de patiënten in de tenofovir-groep en 85% in de zidovudine-groep een hiv-1-RNA < 400 kopieën per ml, wat wijst op non-inferioriteit en superioriteit van tenofovir (p = 0,019).
Bron:
Paton NI, Musaazi J, Kityo C, et al. Efficacy and safety of dolutegravir or darunavir in combination with lamivudine plus either zidovudine or tenofovir for second-line treatment of HIV infection (NADIA): week 96 results from a prospective, multicentre, open-label, factorial, randomised, non-inferiority trial. Lancet HIV. April 20, 2022. Online ahead of print.