De man tegenover mij had wat tobberigs. Hij was van middelbare leeftijd en sprak met een licht buitenlands accent. Hij kwam mij bekend voor en terugkijkend in de papieren zag ik dat ik hem in het verleden gedurende enige tijd gezien had met nekklachten. Op mijn vraag hoe het daar nu mee ging, antwoordde hij dat die problemen goed hanteerbaar waren, maar dat hij nu voor iets anders kwam.
Heb ik de ziekte van Sjögren?
Inderdaad bleek uit de verwijsbrief van de huisarts dat deze hem dit keer doorstuurde met de vraagstelling of er sprake kon zijn van de ziekte van Sjögren, een aandoening die vaak gekenmerkt wordt door droge slijmvliezen, spier- en gewrichtsklachten en vermoeidheid. Anamnestisch bleek hij inderdaad dikwijls het gevoel te hebben dat er zand in zijn ogen zat en regelmatig last te hebben van een droge mond. De meeste last had hij echter van een droge eikel.
Verschillende malen tijdens de anamnese kwam hij hierop terug. De rest van de anamnese en ook het lichamelijk onderzoek leverde verder weinig aanknopingspunten op. Aan het eind van het consult maakte ik daarom een aantal specifieke testafspraken voor hem waaronder een traanvochtmeting, speekseltest en labonderzoek.
Voorschrijven voor de droge eikel
Voordat hij de spreekkamer verliet, vroeg hij of ik hem in afwachting van de uitslagen toch niet al iets kon voorschrijven voor zijn droge eikel. Ik adviseerde hem een simpel lubricans, dat hij in de drogist zou kunnen kopen. De laatste jaren ben ik er wegens de lange wachtlijsten toenemend toe overgegaan om consulten die voornamelijk bestaan uit het mededelen en bespreken van uitslagen telefonisch af te handelen. Aangezien ook daarvoor helaas zo langzamerhand een wachtlijst ontstaat en de patiënt ondertussen nog op vakantie ging, duurde het geruime tijd voor ik met hem telefonisch de uitslagen kon bespreken. Hij was opgelucht toen ik hem kon mededelen dat niets in de uitslagen wees op de ziekte van Sjögren.
Droge eikel verholpen
Toen ik hem vroeg hoe het nu ging, vertelde hij dat het best wel goed ging de laatste tijd. Hij had geen last meer van een droge eikel. ‘Oh’, zei ik, ‘dus de gelei heeft gelukkig geholpen’. Het was even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Nou nee’, hoorde ik hem toen op serieuze toon zeggen. ‘Om u de waarheid te zeggen, heb ik het nooit gehaald, maar ik heb ondertussen een nieuwe vriendin en sindsdien is het probleem over’. Toen ik de telefoon had neergelegd, kon ik de opkomende lach niet meer onderdrukken. Als dokters leren wij vanaf het begin van onze opleiding om in differentiaal diagnostische rijtjes van ziektebeelden te denken. In de specialistische vervolgopleiding wordt die tendens nog eens verder versterkt. Dit geval leerde mij weer eens hoe belangrijk het is om ook als gewoon mens naar de patiënt te blijven kijken. En dan blijkt de oplossing soms verrassend eenvoudig!
Auteur: Daniel Moolenburgh