Hoewel de lockdowns hebben geleid tot duizenden uitgestelde huidkankerdiagnosen, lijkt de uitgestelde zorg tijdens de coronapandemie vooralsnog weinig effect op de tumordikte en het tumorstadium te hebben gehad. Dat concluderen epidemioloog Marieke Louwman (IKNL) en dermatoloog Marlies Wakkee (Erasmus MC) na analyse van data uit de NKR en PALGA.
Tijdens de eerste lockdown werden de helft minder basaalcelcarcinomen en een derde minder plaveiselcelcarcinomen vastgesteld dan in dezelfde periode in voorgaande jaren. Daardoor werden over heel 2020 bijna 12.000 basaalcelcarcinomen en ruim 1100 plaveiselcelcarcinomen minder ontdekt dan in eerdere jaren.
Voor melanomen zagen ze een vergelijkbare trend. Het cumulatieve aantal primaire melanoomdiagnosen in 2020 (7720) lag lager dan in 2019 (7866), maar het aantal melanomen dat na de tweede lockdown in 2021 (2439) werd gediagnosticeerd, lag juist hoger vergeleken met dezelfde periode in 2019 (2090).
De gemiddelde Breslowdikte verschilde statistisch niet tussen het pre-COVID-tijdperk en de onderzochte periode erna. Wel vonden de onderzoekers tijdens de eerste lockdown een kleine verschuiving richting een ongunstiger tumorstadium.
Voor plaveiselcelcarcinomen vonden ze geen verschillen en voor basaalcelcarcinomen werd dit niet onderzocht aangezien deze zeer langzaam groeien. Mogelijk is de uitkomst voor melanomen relatief gunstiger doordat de uitgestelde zorg vooral mensen met langzaam groeiende huidtumoren trof.
Bron: