Katarzyna Krzywicka is medio vorig jaar op het congres van de European Academy of Neurology (EAN) in Helsinki verkozen tot penningmeester van de RRFS (Resident & Research Fellow Section) van de EAN. Zij zal 5 jaar lid van het RRFS-bestuur zijn en in 2026 voorzitter worden.
Katarzyna is opgegroeid in Polen en kwam naar het UMC Groningen voor haar studie geneeskunde. Ze heeft promotieonderzoek naar sinustrombose gedaan in Amsterdam, is heel recent gepromoveerd en is nu tweedejaars aios in Groningen. In haar onderzoektijd raakte ze betrokken bij de EAN: “Ik mocht enkele jaren geleden mijn onderzoeksresultaten presenteren op hun jaarlijkse congres en publiceren in hun tijdschrift ‘European Journal of Neurology’. Dat werd zelfs de EAN-publicatie van het jaar. Ik raakte daarna meer betrokken bij de organisatie. Voor mijn promotieonderzoek hebben we een grote internationale studie opgezet. Ik heb geleerd dat samenwerking heel belangrijk is voor onderzoek binnen de neurologie. Voor zinvolle en representatieve resultaten zijn in een studie veel deelnemers nodig, ook uit verschillende landen. De EAN is een mooi platform voor zulke samenwerking.”
Groot en inclusief
Daarnaast is de EAN een organisatie voor algemene neurologie. “Tegenwoordig is er binnen het specialisme steeds meer subspecialisatie. Bijvoorbeeld neuromusculaire of vasculaire neurologen gaan steeds vaker alleen naar voor hen relevante congressen. Maar de EAN is er voor alle neurologen, en ook voor aios en studenten”, voegt Katarzyna toe. “Mooi daaraan is dat je kennis opdoet buiten je expertisegebied. De EAN is groot en inclusief, en de contacten met vakgenoten zijn breed. Ook vanuit de NVN en de VAAN is er vertegenwoordiging naar de EAN.”
De EAN heeft veel te bieden, legt Katarzyna uit. Zo zijn er meerdere beurzen voor aios voor onderzoek of klinisch werk in andere landen. “Dat biedt mooie kansen. Als je interesse hebt in een vakgebied dat niet goed wordt vertegenwoordigd in je eigen ziekenhuis, bijvoorbeeld van een bepaalde bewegingsstoornis, dan kun je met een EAN-beurs 1 of 2 maanden naar een ander land gaan waar die expertise wel voorhanden is. Dan zie je ook meteen iets van de neurologie in dat land. Je bouwt een netwerk op en dat is zeer waardevol als je onderzoek wilt doen.”
Scholing
De EAN biedt congressen en nascholingen voor neurologen en aios, en ook enkele keren per jaar scholingen die zijn gericht op onderzoek naar neurologische ziektebeelden. Katarzyna: “Die voorjaars-, zomer- en najaarsscholen in bijvoorbeeld Griekenland of Oostenrijk worden vergoed vanuit de EAN. Er zijn ook fellowshipbeurzen voor klinisch onderzoek in het buitenland, en beurzen voor het bezoeken van het congres. Er zijn dus veel mogelijkheden. De EAN wil dat graag meer bekend maken onder aios.”
Katarzyna is in eerste instantie benoemd tot penningmeester. Dit heeft te maken met de organisatie van de bestuursfuncties: “Het is een 5-jarige aanstelling waarbij je elk jaar een andere functie hebt. Je begint als penningmeester, daarna word je secretaris en vervolgens voorzitter. Het idee is dat je eerst ervaring opdoet binnen de organisatie. Daarna krijg je meer verantwoordelijkheid om vervolgens voorzitter te kunnen zijn.”
Overkoepelend
De neurologische kennis en zorg in Nederland staan goed aangeschreven in Europa. Dat is mooi, maar kan ook een valkuil zijn: “We hebben zelf bijvoorbeeld richtlijnen gemaakt en er is een goed opleidingsprogramma, waardoor we misschien niet zo snel naar andere landen kijken. Maar er is veel te leren in Europa. Er zijn ook culturele verschillen tussen landen, bijvoorbeeld in het behandelen van bepaalde ziektebeelden en hoe ver we daarmee moeten gaan.”
Nederlandse experts werken veel mee aan Europese richtlijnen. Die zijn nodig omdat richtlijnen in sommige Europese landen minder ver ontwikkeld zijn, weet Katarzyna. “Veel Nederlandse neurologen komen naar de EAN juist om colleges te geven of sessies voor te zitten. Wat dat betreft zijn veel experts betrokken en bereidwillig om kennis te delen. En zo kom je met collega’s uit andere landen in contact. Het is altijd zinvol om in gesprek te blijven en samen te werken aan onderzoek of een publicatie. Zo zie ik binnen de jongerensectie van de EAN vaak initiatieven die overkoepelend zijn, bijvoorbeeld op het gebied van werk-privébalans of welzijn van aios. In Nederland is daar al veel aandacht voor, maar het helpt ook om te kijken wat wel of niet werkt in andere landen.”