Afgelopen november vond voor de 32ste keer de Caribbean Dermatology Conference van de Caribbean Dermatology Association plaats. Een waardevolle samenwerking met Caribische collega’s, stelt dermatoloog Esther Lai-A-Fat. Zij was er samen met haar Surinaamse collega’s verantwoordelijk voor dat het congres dit jaar niet op een van de Caribische eilanden plaatsvond, maar in Suriname.
De Caribbean Dermatology Association (CDA) organiseert haar congressen ieder jaar op een andere locatie, in een van de participerende (ei)landen en altijd startend op de eerste donderdag van november. “Dit jaar heb ik de CDA er eindelijk van kunnen overtuigen om hiervoor naar Suriname te komen”, vertelt Lai-A-Fat. “De verbinding vanuit de meeste Caribische eilanden naar het Surinaamse vasteland is slecht, maar dat bleek gelukkig geen onoverkomelijke hindernis te zijn voor de organisatie. Het feit dat onze voertaal Nederlands is ook niet, want we spreken natuurlijk ook Engels. We houden vast aan de traditie van de CDA om het congres te beginnen met gebed en te eindigen met een feestmaal en dans. De deelnemers hebben genoten van de gastvrijheid in Suriname, de prachtige locaties en hotels en het heerlijke eten. Er waren ongeveer 50 dermatologen uit het Caribisch gebied en 20 uit Nederland. De Caribische congressen zijn altijd kleinschalig en heel praktijkgericht. In het wetenschappelijke programma ligt de nadruk niet op updates van gerandomiseerde klinische trials, maar vooral op de dagelijkse praktijk: wat is het, wat is de pathogenese er achter en hoe moet je het behandelen.”
De CDA regelt het congresprogramma. “Maar daarmee blijft nog genoeg over voor het gastland om te organiseren”, vertelt Lai-A-Fat. “Hotelkamers en een vergaderzaal reserveren, vervoer regelen van en naar vliegveld Zanderij, van en naar de verschillende sociale activiteiten en diners, catering, zaalindeling, techniek, noem maar op. En niet te vergeten het sociaal programma. In dit geval een bezoek aan een plantage om de deelnemers iets van Suriname te laten zien. Gelukkig kon ik gebruikmaken van een organisatiebureau dat me veel werk uit handen nam.”
In het sociale programma stond een bezoek aan een plantage om deelnemers iets van Suriname te laten zien
Nederlandse bijdrage
Wat het congres dit jaar extra interessant en bijzonder maakte, stelt Lai-A-Fat, is de samenwerking met onze Nederlandse collega’s, van wie collega Jim Zeegelaar de trekker is. En er was er zelfs eentje uit het Verenigd Koninkrijk. “We hebben een vanzelfsprekende band, die decennialang teruggaat”, vertelt ze. Er gaan continu mensen van hier naar daar en omgekeerd. Een deel van de jongeren van Suriname gaat na hun VWO naar Nederland om daar verder te studeren en Nederlandse coassistenten komen hier regelmatig ervaring opdoen. Dermatologie is hier veel breder dan in Nederland. We hebben alleen algemene spreekuren, wat betekent dat ze niet alleen moedervlekken of acne zien maar ook psoriasis, auto-immuunziekten, huidkanker en tropische ziekten. Helaas gaan de Surinaamse coassistenten slechts zelden naar Nederland, dat is vaak te kostbaar voor ze.”
De 2 landen kunnen van elkaar leren, weet Lai-A-Fat uit ervaring. “Nederland is natuurlijk in tegenstelling tot de Caribische landen een zeer welvarend land”, zegt ze. “Hier is geld altijd een probleem. Veel onderzoeksmethoden hebben wij niet tot onze beschikking en een aantal medicijnen die we voorschrijven en die beschikbaar zijn, zijn verouderd en/of zeer beperkt in voorraad. In Nederland wordt voor een aantal dermatologische aandoeningen bijvoorbeeld gewerkt met dure biologicals. Hoewel wij die hier niet kunnen voorschrijven, is het toch goed om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen en medicatie. Je weet dan wat er op de markt is, zodat je een patiënt daarover kunt informeren, zodat die de keus heeft om het middel te laten bestellen of ervoor naar Nederland te reizen als zijn financiële situatie dat toelaat. Omgekeerd leert Nederland van ons over verschillende tropische aandoeningen die soms als ‘importziekten’ worden gezien in de Nederlandse dermatologische praktijk. In de steden zoals Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zullen onze collega’s de importziekten wat vaker zien en wel herkennen, maar dat zal wellicht niet overal het geval zijn. Wat voor Nederland zeldzaam is, is voor ons dagelijks werk en vice versa.”
Een belangrijk onderdeel van het congres is altijd de Lois La Granade Distinguished Lecture. Ditmaal was het onderwerp auto-immuun blaarziekten, verzorgd door professor Barbara Horváth, dermatoloog en professor Gilles Diercks, patholoog, beiden uit het UMC Groningen, het centrum voor de blaarziekten in Nederland.
Enkele highlights
Gynaecoloog Martha Esajas (eveneens UMC Groningen) verzorgde een lezing over HPV gerelateerde vulva-aandoeningen, die zij in een gecombineerd spreekuur van gynaecologen en dermatologen ziet.
“Zo’n gecombineerd spreekuur zou ik hier ook graag opzetten”, zegt Lai-A-Fat. “Ook heel interessant vond ik de bijdrage van dermatoloog Deepak Balak uit het LUMC over dermatomyositis, een auto-immuunziekte bij de donkere huid. De specifieke afwijkingen bij de ogen, nagels, vingers en op de rug waar je echt naar moet zoeken, was echt een eyeopener.”
“2 Surinaamse dermatologen in opleiding hebben onze buitenlandse collega’s verteld over cutane leishmaniasis in Suriname en over de huidige stand van zaken betreffende syfilis in Suriname. Cutane leishmaniasis komt in Suriname met name voor in de regenperiode en vooral in het binnenland, dus gelukkig niet in de stad.”
De donkere huid
Daarnaast was er een bijdrage van dermatoloog Michael Fitz-Henley uit Jamaica, over confluent en reticulate papillomatosis (CRP) bij de donkere huid. “Met heel veel foto’s”, zegt Lai-A-Fat, “je kunt bij een dermatologische presentatie niet zonder beelden. Er bestaan 6 gradaties in huidtypen en wat zich op de donkere huid afspeelt ziet er bij ieder huidtype net weer wat anders uit.”
De aandacht voor de donkere huid is een belangrijk aspect van het congres, stelt Lai-A-Fat. “Hier heeft het gros van de mensen een donker huidtype”, verduidelijkt ze. “Bepaalde huidziekten komen met name voor op de donkere huid en niet op de lichte huid, of het ziet er heel anders uit. Veel Surinaamse mensen vinden vlekken op de huid het ergste wat er bestaat. Laatst behandelde ik een jonge vrouw met ernstige acne. Toen zij na de behandeling 2 weken later terugkwam was de situatie al sterk verbeterd: er was geen pus en pijn meer. Maar zij was toch niet tevreden omdat er nog steeds vlekken zichtbaar waren. Ik heb haar toen verteld dat de vlekken later behandeld zullen worden. Het toont wel aan hoe belangrijk vlekken zijn voor Surinamers. Dermatologisch is hier ook wel een verklaring voor. Zodra er iets gebeurt in de vorm van huidziekten of trauma’s in de donkere huid, blijven er veel meer ‘sporen’ achter in vergelijking met de blanke huid, in de vorm van post-inflammatoire hyperpigmentatie.”
Lepra
Een andere bijzonder lezing voor vooral de buitenlandse collega’s, vond Lai-A-Fat die over lepra. “Veel mensen realiseren zich het niet, maar we zien nog zo’n 30 tot 35 nieuwe leprapatiënten per jaar. In onze buurlanden, Brazilië en Guyana komt lepra ook nog veel voor en aangezien de grenzen in het zuiden grotendeels onbewaakt zijn, kunnen bijvoorbeeld goudzoekers vrij heen en weer reizen tussen de landen. Een deel van de bij het congres aanwezige dermatologen was echt verbaasd over het feit dat lepra nog zoveel voorkomt in Suriname. Een kenmerk van lepra is dat het een lange incubatietijd kan hebben van 5 tot 20 jaar. In die tussentijd heeft de patiënt geen klachten en zoekt hij dus ook geen medische hulp. Deze lange incubatietijd betekent dus dat je heel ver terug moet zoeken om te bron te vinden. Recent had ik nog een nieuwe patiënt in de praktijk die er over zijn hele lichaam de zichtbare gevolgen van had.”
Gelukkig is lepra tegenwoordig goed te behandelen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt de geneesmiddelen hiervoor gratis ter beschikking. “Bij gebruik hiervan is de patiënt direct niet meer besmettelijk voor zijn omgeving, maar hij moet hij wel de medicatie 1 jaar lang gebruiken”, vertelt Lai-A-Fat. “Ook met die beschikbaarheid van het geneesmiddel is het probleem nog niet in alle gevallen opgelost. Als je per dag betaald wordt voor je werk en je heel ver woont van het centrum, kom je niet elke maand naar de stad om je in het ziekenhuis te laten controleren en je medicatie op te halen.”
Gedeelde baan
Dermatoloog Esther Lai-A-Fat heeft haar volledige opleiding in Nederland voltooid en werkt voor 60% in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, samen met 2 collega’s. Naast haar klinische werk begeleidt ze coassistenten uit Suriname, maar ook uit Nederland, en geeft ze colleges aan fysiotherapie- en geneeskundestudenten. De overige tijd werkt ze als dermatoloog in een privépraktijk, waarvoor ze een werkruimte tot haar beschikking heeft in het Sint Vincentius Ziekenhuis.