Kanker is na hart- en vaatziekten de ziekte met de meeste doden wereldwijd en de incidentie neemt nog steeds toe. Om die reden zijn preventieve maatregelen ter voorkoming van de ziekte en betere behandelmethodes nodig. In mijn proefschrift: ‘Short term fasting, IGF/insulin-axis and therapy outcome in patients with cancer’ worden de effecten van kortdurend vasten op de uitkomst van chemotherapie bij kanker en de rol van de IGF-1/insuline pathway als biomarker en target voor therapie beschreven.
In preklinisch onderzoek wordt gezien dat vasten de bijwerkingen en de effectiviteit van chemotherapie gunstig beïnvloedt. De hypothese is dat vasten gezonde cellen beschermt en kankercellen gevoeliger maakt voor chemotherapie. Gezonde cellen gaan tijdens het vasten energie investeren in herstel en behoud van de cel en niet in groei. Kankercellen daarentegen zijn niet meer in staat groei af te remmen door mutaties en hebben de nutriënten juist nodig om te kunnen delen en zijn daarom mogelijk juist gevoeliger voor chemotherapie tijdens het vasten.
Klinische DIRECT-studie
Bij patiënten zijn de effecten van vasten nog grotendeels onbekend. De resultaten van twee klinische studies naar vasten bij patiënten met borstkanker die voorafgaand aan de operatie werden behandeld met chemotherapie worden in dit proefschrift beschreven. De resultaten van een klinische pilotstudie waarin vasten werd toegepast bij 13 patiënten die chemotherapie kregen voor borstkanker zijn gebruikt voor het opzetten van een grotere klinische studie, de DIRECT-studie. In de DIRECT-studie werd het effect van een dieet waarmee vasten wordt nagebootst bestudeerd in dezelfde categorie patiënten. De resultaten van de klinische studies laten zien dat kortdurend vasten, of het dieet waarmee vasten wordt nagebootst, bij fitte kankerpatiënten die behandeld worden met chemotherapie veilig is. Er ontstonden niet meer ernstige bijwerkingen van de chemotherapie dan in de controlegroep. Wel was er minder DNA-schade in de gezonde witte bloedcellen van de patiënten die het dieet volgden vergeleken met die van de controlegroep. Tevens zijn er aanwijzingen dat in de groep patiënten die het vasten nabootsten met een dieet, de chemotherapie beter kan werken dan in de groep patiënten die een normaal dieet volgde. Deze resultaten zijn veelbelovend, maar er is meer onderzoek nodig om dit bij meer patiënten aan te tonen en om precies uit te zoeken wat de effecten zijn.
Het vasten zorgde in de klinische trials, mits er geen corticosteroïden werden gegeven, voor een daling van groeifactoren zoals glucose, insuline en insulin like growth factor 1 (IGF-1). IGF-1 en insuline, beide onderdeel van de complexe IGF-1-route, zijn onder andere betrokken bij celgroei en het ontstaan van kanker.
IGF-1-receptor
In deel twee van het proefschrift wordt beschreven waarom de IGF-1-remmende middelen tot op heden geen goede effectiviteit in klinische trials laten zien. Een hypothese is dat door alleen delen van de IGF-1-route te remmen, andere delen juist actiever worden. Derhalve zouden verschillende remmers gecombineerd moeten worden of zou kortdurend vasten misschien de gehele route kunnen remmen, doordat insuline en IGF-1 gelijktijdig verlaagd worden tijdens vasten.
In translationeel onderzoek is gekeken of IGF-1 en insuline levels en variatie in de IGF-1-receptor de uitkomsten kunnen voorspellen van de behandeling van chemotherapie bij kankerpatiënten. In de NEOZOTAC-studie waarin patiënten met borstkanker worden behandeld met neoadjuvante chemotherapie, werd bij de patiënten met een goede respons op chemotherapie een afname van de IGF-1-receptor in de tumor gezien. Tevens werd gezien dat patiënten met lagere insulinebloedwaarden een betere ziektevrije overleving hadden. Deze resultaten zouden een aanwijzing kunnen zijn dat de IGF-1/insulineroute een rol kan spelen in de werking van chemotherapie.
Toekomst
Voor de toekomst is er meer onderzoek nodig naar de effecten van kortdurend vasten tijdens de behandeling met chemotherapie bij patiënten met kanker. Er moet gezocht worden naar een toepassing van vasten die patiënten goed kunnen volhouden en daar moet voldoende begeleiding bij zijn. Tevens is er onderzoek nodig naar het gebruik van hoge dosis corticosteroïden tijdens de behandeling van kankerpatiënten, omdat mogelijke schadelijke effecten niet goed onderzocht zijn en deze middelen verhoogde glucose- en insulinespiegels veroorzaken, die in verband worden gebracht met slechtere uitkomsten van patiënten met kanker. Tot slot is het zinvol om de effecten van de combinatie van verschillende IGF-1-routeremmers te onderzoeken, omdat door de complexiteit van de route, remming van een enkel onderdeel niet zinvol is gebleken.
Auteur: Dr. S. de Groot