Endoscopische screening op bovenste gastro-intestinale tumoren kan maligniteiten en voorstadia daarvan opsporen bij patiënten met het syndroom van Lynch. Dat concluderen onderzoekers van de universiteiten van Florida en Pennsylvania na een meta-analyse van enkele studies met deze screening.
Patiënten met het syndroom van Lynch (LS) hebben levenslang meer risico op maligniteiten, waaronder colorectale, endometriale, gastrale en duodenale kankers. De rol van screening op bovenste gastro-intestinale tumoren is nog niet duidelijk, maar is wel onderzocht in recente studies. De Amerikaanse onderzoekers hebben daarvan een meta-analyse gedaan. Zij zochten naar studies met endoscopische screening via oesofagogastroduodenoscopie (EGD) en berekenden ‘event rates’ voor de detectie van gastrale en duodenale kankers, hoogrisicolaesies en klinisch relevante bevindingen.
De onderzoekers vonden 9 studies, met 2.356 patiënten met LS die ruim 7.800 EGD’s hadden ondergaan. Er werden 47 LS-geassocieerde kankers (18 gastraal en 29 duodenaal) geïdentificeerd, 237 hoogrisicolaesies en 335 klinisch relevante bevindingen. De ‘pooled event rate’ voor detectie van enige bovenste gastro-intestinale tumor, hoogrisicolaesie en klinisch relevante bevinding gedurende de screening was respectievelijk 0,9, 4,2 en 6,2%.
De onderzoekers concluderen dat er bewijs is dat endoscopische screening bij LS-patiënten bovenste gastro-intestinale tumoren, premaligne laesies en andere klinisch relevante afwijkingen kan detecteren. Dat pleit voor gebruik van zulke screening als onderdeel van risicomanagement voor maligniteiten bij het syndroom van Lynch.
Bron: