Op basis van gegevens van meer dan 10 miljoen Amerikaanse militairen die 20 jaar werden gevolgd concluderen onderzoekers van Harvard Medical School in Science dat een infectie met het Epstein-Barr-virus het risico op MS sterk verhoogt.
De demyelinisatie van het centrale zenuwstelsel bij MS is een immuungemedieerd proces dat mogelijk wordt veroorzaakt door een virale infectie. Hierbij wordt vooral het Epstein-Barr-virus (EBV) vaak genoemd als boosdoener. Er is echter nog geen overtuigend bewijs voor causaliteit.
Kjetil Bjornevik en collega’s testten deze hypothese in een cohort bestaande uit meer dan 10 miljoen Amerikaanse militairen. Van hen kregen er 955 tijdens hun dienstperiode de diagnose MS. Deze cases werden op onder meer leeftijd, geslacht en etniciteit gematched aan twee willekeurig geselecteerde personen zonder MS. Uiteindelijk konden 801 MS-gevallen en 1.566 controles met beschikbare monsters om de EBV-status te beoordelen, worden meegenomen in de analyse. 35 van de 801 MS-patiënten waren op baseline EBV-seronegatief en 34 van hen werden geïnfecteerd voordat ze MS kregen. De HR voor MS was 26,5 (95%-BI 3,7-191,6; p = 0,001) voor de vergelijking EBV-positief versus EBV-negatief.
Het seroconversiepercentage was veel hoger bij de personen die MS ontwikkelden (97%) dan bij de deelnemers zonder MS (57%). De HR voor MS (seroconversie versus continu seronegatief) was 32,4 (95%-BI 4,3-245,3; p < 0,001). Het risico op MS was echter niet verhoogd na infectie met andere virussen, waaronder het cytomegalovirus. Ook vonden de onderzoekers dat de NfL-serumspiegel pas toenam na EBV-seroconversie. Volgens de auteurs kunnen deze bevindingen niet worden verklaard door een bekende risicofactor voor MS en suggereren ze dat EBV ‘the leading cause’ is.
Bron: