Het effect van imatinib op de mortaliteit bij opgenomen COVID-19-patiënten wordt gemedieerd door modulatie van aangeboren immuunresponsen en omkering van endotheliale disfunctie. Ook wordt het effect mogelijk beïnvloed door biologische subfenotypes op baseline.
In klinische trials verlaagde imatinib de 90-dagenmortaliteit bij opgenomen patiënten met COVID-19. De biologische effecten die ten grondslag liggen aan deze verbeterde klinische resultaten zijn echter nog onbekend. Onderzoekers van de CounterCOVID Study Group bestudeerden de biologische veranderingen die door imatinib worden veroorzaakt bij patiënten met COVID-19 en of het biologische profiel op baseline het effect van imatinib beïnvloedt. Het betrof een secundaire analyse van een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde studie naar oraal imatinib bij in het ziekenhuis opgenomen, hypoxemische COVID-19-patiënten. Het mediërende effect van veranderingen in de plasmaconcentratie van 25 biomarkers op de associatie tussen imatinib en mortaliteit na 90 dagen werd bestudeerd. Ook werd beoordeeld in hoeverre biomarkerconcentraties op baseline deze associatie beïnvloeden. Daarvoor identificeerden de onderzoekers subfenotypes met een vergelijkbaar biologisch profiel op baseline.
Van 332 van de 385 deelnemers waren plasmamonsters beschikbaar. Imatinib verhoogde de concentratie van de epitheliale schademarker surfactant eiwit D (SP-D) en verlaagde de concentratie van IL-6, procalcitonine, de angiopoëtine (Ang)-2/Ang-1 ratio, E-selectine, TNF-α en TNF-receptor I. Het effect van imatinib op de 90-dagenmortaliteit werd volledig gemedieerd door veranderingen in deze biomarkers. Clusteranalyse onthulde 3 subfenotypes die de variatie in plasmabiomarkers het beste verklaarden. Een overlevingsvoordeel van imatinib werd alleen gezien in het subfenotype dat werd gekenmerkt door verhoogde SP-D-niveaus in de context van systemische inflammatie en endotheliale disfunctie (HR 0,30; 95%-BI 0,10-0,92).
Bron: