Wanneer het interval tussen bloeddonaties wordt aangepast op basis van de ferritinewaarde verbeteren de hemoglobine- en ferritineconcentraties en komen ijzertekorten minder vaak voor, zowel bij mannelijke als vrouwelijke donoren.
In de FIND’EM-studie werden de 138 Nederlandse donatiecentra gerandomiseerd naar 4 groepen die op verschillende momenten overstapten van het bestaande screeningsbeleid (Hb-screening, controle) naar een ferritinegestuurd beleid. In de interventiegroep werd, naast de bestaande Hb-screening, ferritine gemeten bij alle nieuwe donoren en bij elke vijfde donatie bij terugkerende donoren. Daaropvolgende donatie-intervallen werden verlengd tot 6 maanden als de ferritineconcentratie 15-30 ng/ml was en tot 12 maanden als deze < 15 ng/ml was.
Tussen september 2017 en november 2020 bezochten 412.888 volbloeddonoren een donatiecentrum en werden monsters van 37.621 donaties van 36.099 donoren geanalyseerd. Over een periode van 38 maanden verhoogden ferritinegestuurde donatie-intervallen de gemiddelde ferritineconcentratie, namelijk met 0,18 log10 ng/ml (p < 0,0001) bij mannelijke donoren, met 0,10 log10 ng/ml (p < 0,0001) bij premenopauzale vrouwelijke donoren, en met 0,17 log10 ng/ml (p < 0,0001) bij postmenopauzale vrouwelijke donoren. Ook het gemiddelde Hb steeg, met 0,30 g/dl (p < 0,0001) bij mannelijke donoren, met 0,12 g/dl (p < 0,0074) bij premenopauzale vrouwelijke donoren, en met 0,16 g/dl (p < 0,0044) bij postmenopauzale vrouwelijke donoren. Daarnaast kwam ijzerdeficiëntie significant minder voor na 36-38 maanden (respectievelijk OR 0,24; OR 0,49; en OR 0,24). Bij mannelijke donoren werd na 36-38 maanden de donatie significant minder vaak uitgesteld op basis van het Hb (OR 0,21); bij pre- en postmenopauzale vrouwelijke donoren was dit verschil niet significant (respectievelijk OR 0,81 en 0,50).
Bron: