Hogere doses orale corticosteroïden (OCS), zowel vroeg als later in de zwangerschap, zijn geassocieerd met een verhoogd risico op vroeggeboorte bij vrouwen met RA. Dat concluderen Amerikaanse onderzoekers in Rheumatology. Voor lagere doses OCS en DMARD’s werd deze associatie niet gevonden.
Kristin Palmsten en collega’s evalueerden associaties tussen de dosering OCS vroeg en later in de zwangerschap en het optreden van vroeggeboortes bij vrouwen met RA. Zwangere vrouwen die deelnamen aan de MotherToBaby Pregnancy Studies (2003-2014) en RA hadden (n = 528) werden geïncludeerd in de primaire analyse. De risico’s van verschillende doseringen OCS en andere medicatie voor RA werden geschat voor en na dag 140 van de zwangerschap. Het overall risico op vroeggeboorte was 15,5%. Ten opzichte van geen OCS was het risico op vroeggeboorte verhoogd na hoge (aRR 4,77; 95%-BI 2,76-8,26) en gemiddelde (aRR 1,81; 95%-BI 1,10-2,97) cumulatieve doses OCS tijdens de eerste 139 dagen van de zwangerschap. Een lage cumulatieve dosis OCS was geassocieerd met een niet statistisch significant verhoogd risico op een vroeggeboorte (aRR 1,38; 95%-BI 0,79-2,38). Het gebruik van DMARD’s was niet geassocieerd met vroeggeboorte (biologische DMARD’s: aHR 1,08; 95%-BI 0,70-1,66), niet biologische DMARD’s: aHR 0,87; 95%-BI 0,55-1,38). Blootstelling aan een dagelijkse dosis ≥ 10 mg prednison (of een equivalent) na dag 139 van de zwangerschap was geassocieerd met een toegenomen risico op vroeggeboorte in vergelijking met geen OCS (aHR 2,45; 95%-BI 1,32-4,56), terwijl een dagelijkse dosis < 10 mg was geassocieerd met een kleine, niet significante verhoging van het risico (aHR 1,18; 95%-BI 0,60-2,30).
Bronnen:
- Palmsten K, Bandoli G, Vazquez-Benitez G, et al. Oral corticosteroid use during pregnancy and risk of preterm birth. Rheumatology (Oxford). 2019 Sep 30. [Epub ahead of print]