Uit Nederlands onderzoek blijkt dat bij patiënten met een voorspeld ernstige acute biliaire pancreatitis zonder cholangitis, urgente EUS-geleide ERCP geen lager risico geeft op ernstige complicaties of overlijden binnen 6 maanden na de ingreep, vergeleken met conservatieve behandeling.
Uit eerder onderzoek was al bekend dat routine urgente endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (ERCP) met endoscopische sfincterotomie (ES) geen betere uitkomsten oplevert bij patiënten met een voorspeld ernstige acute biliaire pancreatitis. In de prospectieve cohortstudie APEC-2 onderzochten onderzoekers uit Nederlandse centra of een betere patiëntenselectie voor ERCP gebaseerd op endoscopische ultrasonografie (EUS) om galstenen of sludge op te sporen, tot betere resultaten leidt.
In de studie includeerden ze 83 patiënten met een voorspeld ernstige acute biliaire pancreatitis zonder cholangitis. De deelnemers ondergingen urgente EUS binnen 24 uur na presentatie in het ziekenhuis (mediaan 21 uur, interkwartielafstand 17-23 uur) en binnen 72 uur na het begin van de symptomen (mediaan 29 uur, interkwartielafstand 23-41 uur). Bij 48 van de 83 patiënten (58%) werden galstenen/sludge aangetroffen in de galwegen, waarna onmiddellijk ERCP met ES werd uitgevoerd.
Het primaire eindpunt – een samengestelde uitkomstmaat voor ernstige complicaties of overlijden binnen 6 maanden na inclusie – trad op bij 34 patiënten (41%) die urgente EUS-geleide ERCP ondergingen. Dit percentage verschilde niet significant van de 44% die de onderzoekers observeerden in een historische (patiënteninclusie 2013-2017), conservatief behandelde controlegroep van 113 patiënten uit de controlearm van de gerandomiseerde APEC-trial (RR 0,93; 95%-BI 0,67-1,29; p = 0,65).
Ook uit een sensitiviteitsanalyse met een logistisch regressiemodel waarin gecorrigeerd werd voor verschillen in patiëntkenmerken op baseline, kwam geen significant gunstig effect van de interventie naar voren (OR 1,03; 95%-BI 0,56-1,90; p = 0,92).
Bron: