Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) heeft geen effect op de overleving van patiënten met sclerodermie (SSc) of SSc-geassocieerde interstitiële longziekten (SSc-ILD). Protonpompremmers verbeterden echter de overleving bij patiënten met SSc-ILD. De onderzoekers concluderen dat gecontroleerde, prospectieve studies nodig zijn om deze bevinding te bevestigen.
GERD komt vaak voor bij patiënten met SSc. Duitse onderzoekers beoordeelden of de aanwezigheid van GERD en/of het gebruik van zuurremmers, met name protonpompremmers (PPI’s), geassocieerd zijn met langetermijnuitkomsten, vooral bij SSc-ILD. Hiervoor werden retrospectief gegevens van patiënten met SSc en SSc-ILD uit de German Network for Systemic Sclerosis (DNSS) database (vanaf 2003) geanalyseerd. Met Kaplan-Meier-analyse werden de totale (OS) en progressievrije overleving (PFS) vergeleken bij patiënten met versus zonder GERD (SSc en SSc-ILD), en bij PPI- versus geen PPI-gebruik (alleen SSc-ILD). Progressie werd gedefinieerd als een afname van de voorspelde FVC ≥ 10% of een afname van de diffusiecapaciteit ≥ 15%, of overlijden.
2.693 van de 4.306 geregistreerde patiënten met SSc (63%) en 1.204 van de 1.931 met SSc-ILD (62%) hadden GERD. GERD was in geen van beide cohorten geassocieerd met een kortere OS of PFS. Bij SSc-ILD was PPI-gebruik geassocieerd met een verbeterde OS versus geen PPI-gebruik na 1 jaar (98,4%; 95%-BI 97,6-99,3; n = 760 versus 90,8%; 87,9-93,8; n = 290) en na 5 jaar (91,4%; 89,2-93,8; n = 357 versus 70,9%; 65,2-77,1; n = 106; p < 0,0001). PPI-gebruik was ook geassocieerd met een verbeterde PFS versus geen PPI-gebruik na 1 jaar (95,9%; 94,6-97,3; n = 745 versus 86,4%; 82,9-90,1; n = 278) en na 5 jaar (66,8%; 63,0-70,8; n = 286 versus 45,9%; 39,6-53,2; n = 69; p < 0,0001).
Bron:
Kreuter M, Bonella F, Blank N, et al. Anti-acid therapy in SSc-associated interstitial lung disease: long-term outcomes from the German Network for Systemic Sclerosis. Rheumatology (Oxford). 2023 Jan 27. Online ahead of print.