Als craniofaryngiomen en hypofysetumoren niet worden meegenomen, hebben kinderen die een hersentumor hebben overleefd dan nog steeds een verhoogd risico op gewichtstoename, overgewicht of obesitas? En zo ja, is er een associatie met hypothalamus-hypofysedisfunctie? Dat onderzochten Nederlandse wetenschappers in een retrospectieve analyse van een nationaal cohort.
De prevalentie van obesitas bij kinderen die een hersentumor hebben overleefd (CBTS) werd in eerdere studies mogelijk overschat door de inclusie van kinderen met een craniofaryngioom. Daarentegen wordt de mate van gewichtstoename mogelijk onderschat door de exclusie van CBTS die gewichtstoename hadden, maar geen overgewicht of obesitas. Jiska van Schaik en collega’s onderzochten in een nationaal cohort CBTS, gediagnosticeerd tussen 2002 en 2012 – met uitzondering van craniofaryngiomen en hypofysetumoren – de prevalentie van en risicofactoren voor significante gewichtstoename (BMI-verandering ≥ +2,0 standaarddeviatiescore (SDS)), overgewicht of obesitas, en de associatie met hypothalamus-hypofyse (HP)-disfunctie.
Van de 661 CBTS, met een mediane leeftijd bij diagnose van 7,4 jaar en een mediane follow-up van 7,3 jaar, ontwikkelde 33,1% een significante gewichtstoename, overgewicht of obesitas tijdens follow-up. Van de CBTS die bij follow-up tussen 4 en 20 jaar waren, had 28,7% overgewicht of obesitas, ten opzichte van 13,2% van de algemene Nederlandse bevolking tussen 4 en 20 jaar. Een hogere BMI-SDS bij diagnose, een diagnose laaggradig glioom, diabetes insipidus en centrale pubertas praecox tijdens follow-up waren geassocieerd met overgewicht of obesitas. De prevalentie van HP-disfunctie was hoger bij CTBS met overgewicht en obesitas in vergelijking met CBTS met een normaal gewicht.
Bron: