Veranderingen in lichaamsgewicht zijn geassocieerd met veranderingen in biochemische en histologische kenmerken van niet-alcoholische steatohepatitis (NASH). Richtlijnen voor NASH-behandeling zouden daarom adviezen moeten bevatten over het vermijden van gewichtstoename en het ondersteunen van afvallen.
Dat schrijven onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk in hun artikel dat recent verscheen in Clinical Gastroenterology and Hepatology. Zij voerden deze studie uit omdat NASH-patiënten vaak wordt aangeraden om af te vallen, maar welke invloed afvallen nou écht heeft op de ziekteactiviteit nog onduidelijk is. De onderzoekers analyseerden gegevens uit 2 trials (PIVENS en FLINT) over 421 volwassen NASH-patiënten voor wie leverbiopsieën op baseline en na 1,5 of 2 jaar beschikbaar waren. De body mass index van deze patiënten was gemiddeld 34,3 kg/m2 (SD: 6,5) en de gemiddelde verandering in lichaamsgewicht was +0,5 kg (SD: 6,5).
Met multivariate regressiemodellen werd geanalyseerd hoe verandering in lichaamsgewicht samenhing met verandering in (a) leverwaardes in het bloed, (b) vermindering van NASH zonder verergering van fibrose, (c) verbetering van fibrose zonder verergering van NASH en (d) individuele histologische kenmerken.
Verandering in lichaamsgewicht bleek geassocieerd te zijn met veranderingen in leverenzymen en de Fibrose-4-score (allen p < 0,001). De kans om een vermindering van NASH (zonder verergering van fibrose) te bereiken nam toe met 7% (95%-BI: 3-10%; p < 0.001) voor elke kilo gewichtsverlies en met 5% (95%-BI: 1-8%; p = 0,01) per kilo voor de verbetering van fibrose zonder verergering van NASH.
Bovendien steeg voor elke kilo gewichtsverlies de kans op verbetering van fibrose met 5% (95%-BI: 2-8%; p = 0,001). Gewichtstoename was juist geassocieerd met verergering van de ziekteactiviteit.