De komende jaren is het Integraal Zorgakkoord (IZA) leidend voor de zorg. In het IZA werken alle zorgpartijen samen aan maatschappelijke uitdagingen. “Om de problemen op te lossen moeten we wezenlijk anders gaan denken en werken”, stelt prof. Mark van Houdenhoven, CEO van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen.
Waarom een nieuw zorgakkoord?
Aanleiding voor het IZA zijn de vele grote vragen en ontwikkelingen die de komende jaren op de zorg af komen. Er is een toenemende zorgvraag, maar er zijn ook meer technologische mogelijkheden. De vraagstukken zijn enorm. En tegelijk zijn er steeds minder mensen om alle zorg te leveren. Ook andere sectoren hebben veel mensen nodig, bijvoorbeeld voor de energietransitie, woningbouw en onderwijs. We moeten dus met elkaar ook nog eens concurreren in het vinden van personeel. De discussie bevat heel veel aspecten. Daarom moeten we met alle partijen in de zorg nadenken over de aanpak van de problemen. Vandaar ook de naam Integraal Zorgakkoord.”
Verschillende partijen hadden bedenkingen bij het IZA. Bent u over het algemeen tevreden over het akkoord zoals het er nu ligt?
Ik denk dat dit het beste is wat we met zo veel verschillende partijen hebben kunnen bereiken. Als veel partijen aan tafel zitten, met allemaal een grote achterban, dan is de uitkomst altijd een poldermodel waarin iedereen zijn inbreng moet kunnen vinden. Dat is op zich gelukt, maar het succes van het akkoord moet gaan blijken in de praktijk. Want nu moet iedereen het eigen belang terzijde gaan schuiven. Dat is lastig, want dat gaat over de toekomst van de eigen organisatie en ieders rol in de gezondheidszorg.
‘Het eigen belang terzijde schuiven’. Wat betekent dat in de praktijk?
Er zijn keuzes nodig, en met zo veel partijen kan dat niet gezamenlijk. Een voorbeeld is de concentratie van de kinderhartchirurgie. Iedereen is daar voorstander van, maar wel in het eigen ziekenhuis. De discussie die erover is ontstaan, vind ik illustratief voor alle andere grote vragen. Altijd moet íemand de knoop doorhakken en daarvan moeten we de consequenties accepteren. Dat vraagt veel van iedereen. Het is ingewikkeld, want het gaat over mensen en werk. Maar met elkaar moeten we kijken naar het grotere geheel, en ook vooraf goed nadenken over consequenties van keuzes voor betrokken ziekenhuizen. Dat is een zoektocht, want van bijvoorbeeld een ziekenhuisdirecteur wordt wel verwacht dat die opkomt voor het eigen ziekenhuis. Maar waarom heeft ieder ziekenhuis een eigen laboratorium? Of waarom zijn er veel spoedeisende hulpposten vlak bij elkaar? Dat zijn heel basale vragen waarmee we morgen aan de slag kunnen.
Wat had beter gekund in het IZA?
Dat gaat over concentratie van niet-complexe, hoogfrequente zorg. Hoe kunnen we daarmee een grote efficiëntieslag maken? Dan gaat het over bijvoorbeeld: hoort de orthopedie nog thuis in het ziekenhuis? Of de reumatologie? Natuurlijk moet er een link zijn met ziekenhuiszorg, maar we kunnen veel meer digitaal doen of via andere vormen van zorg. Vanuit de Maartenskliniek zijn er nu poli’s reumatologie in andere ziekenhuizen. We doen steeds meer telefonisch en werken ook aan digitale oplossingen. We zijn al 85 jaar een gespecialiseerd ziekenhuis voor houding en bewegen. We hebben geen eigen laboratorium, dat hebben we ondergebracht bij het Canisius ziekenhuis. En we werken intensief samen met het Radboud. Zo zijn er meer gespecialiseerde ziekenhuizen, denk aan het Oogziekenhuis of het Antoni van Leeuwenhoek. De basis is om in grote volumes efficiënt zorg te verlenen. Niet alles zelf willen doen, maar samenwerken.
Wat is nu de volgende stap?
Het begint met het besef bij iedereen dat het echt anders moet. Het gaat niet over ‘hier een beetje meer en daar een beetje minder’. We moeten gezamenlijk de grote vraagstukken echt oplossen. Dat zegt ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. We zullen moeten nadenken over vragen als: is voor iedere vraag een zorgaanbod nodig, en wie moet dat dan leveren? Er zijn momenteel prachtige projecten van zorgverzekeraars waarin wordt gekeken naar schuldenproblematiek. Mensen met schulden hebben een grotere zorgvraag. De oplossing is dan niet om meer ziekenhuizen te bouwen of meer huisartsen te vinden. Dan moet je schuldenproblematiek aanpakken. Ook problemen als slechte huisvesting, werkloosheid of veel stress los je niet op met meer zorgaanbod. We moeten daarom met elkaar veel breder kijken naar de vraagstukken in de samenleving. Ook vanuit bijvoorbeeld preventie.
Wat is daarvoor nodig?
Om de problemen op te lossen moeten we wezenlijk anders gaan denken en werken. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Krijtmolenalliantie in Amsterdam-Noord en MooiMaasvallei in Boxmeer. Prachtige initiatieven waarin gemeenten, thuiszorg, verpleeghuizen, welzijnsorganisaties en ziekenhuizen werken aan veranderingen in hun regio. Zulke initiatieven brengen de juiste zorg op de juiste plek. Met elkaar moeten we willen dat dit ook op andere plekken gaat gebeuren. Uiteraard is een dorp in Drenthe heel anders dan een wijk in Rotterdam, dus één oplossing is er niet. Maar succesvolle initiatieven moeten, met maatwerk, veel meer navolging krijgen.
Maar er zijn ook voorbeelden van mooie initiatieven die stranden vanwege tegenwerkende wetgeving of financiering.
Juist voor dit soort knelpunten is een overlegtafel in het zorgakkoord ingericht. Ik vind dat partijen nu ook gezamenlijk moeten werken aan oplossingen voor deze situaties, en daarbij niet verzanden in een administratief circus. Er zijn zeker dingen die niet kunnen, maar we moeten ons niet laten weerhouden door tegenwerking. Laten we ons vooral richten op wat wél mogelijk is. Ik denk dat heel veel ideeën al op korte termijn kunnen worden uitgevoerd. Laten we daarover met elkaar in gesprek gaan. Maar tegelijk moeten we niet blijven praten. Pak een goed voorbeeld en begin!
Het Integraal Zorgakkoord is in september 2022 gesloten, nadat er vanaf april vorig jaar gesprekken over zijn gevoerd onder leiding van het ministerie van VWS. Het IZA vervangt de hoofdlijnenakkoorden en is ondertekend door de Federatie Medisch Specialisten, Actiz, De Nederlandse GGZ, InEen, Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorgthuisnl, Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van VWS.