Een retrospectieve analyse van epilepsiepatiënten met focale corticale dysplasie type II (FCD2) suggereert dat epilepsiechirurgie voor deze groep een effectieve behandeling is met beperkte risico’s op langdurige nadelige gevolgen. Dat melden Franse onderzoekers in Neurology.
Omdat bij patiënten met FCD2 de epileptogene zone zich frequent bevindt in de nabijheid van bij taal betrokken hersengebieden, kwamen deze patiënten vroeger veelal niet in aanmerking voor epilepsiechirurgie. De laatste jaren is hierin echter verandering gekomen vanwege verbeteringen in de beeldvorming en in chirurgische technieken, schrijven de Franse onderzoekers, waardoor steeds vaker succesvolle operaties zijn uitgevoerd. Met een single-center, retrospectieve analyse van 60 geopereerde patiënten gingen zij na wat de effecten waren op de epilepsie en welke nadelige gevolgen patiënten ervoeren.
De deelnemers hadden veelal epilepsie vanaf een jonge leeftijd en hadden een hoge frequentie van aanvallen (30-90 per dag). Na de operatie was 88% vrij van epileptische aanvallen (n = 53), waarbij 62% met Engel Class IA (n = 37). Daarbij waren er nog twee patiënten die bijna aanvalsvrij waren en vijf patiënten met een aanzienlijke verbetering van de klachten. Ook het gebruik van anti-epileptica was afgenomen; 47% was volledig gestopt en bleef vervolgens aanvalsvrij.
Vlak na de operatie traden bij 52 patiënten motorische stoornissen op, maar bij 21 vond uiteindelijk compleet herstel plaats. De 31 patiënten met meer dan twee jaar aanhoudende stoornissen hadden met name milde klachten (mild; 19, gemiddeld; 9, ernstig; 3).
De onderzoekers concluderen dat epilepsiechirurgie voor centrale FCD2-resecties bij de meeste patiënten leidde tot het wegblijven van aanvallen zonder blijvende ernstige stoornissen.
Bron: