Werkgerelateerde longziekten zijn een onderschat probleem. Een kwart van alle longkankergevallen is mogelijk werkgerelateerd. Longartsen dr. Hanna Kuiper (longarts i.o. en postdoc, Franciscus Gasthuis & Vlietland en Erasmus MC, Rotterdam) en dr. Leon van den Toorn (longarts, Erasmus MC, Rotterdam) schreven er recentelijk een artikel over in Medisch Contact. Samen met de Long Alliantie Nederland (LAN) hebben zij een zorgpad ontwikkeld voor betere herkenning van werkgerelateerde longziekten.
Jaarlijks overlijden ongeveer 700 mensen aan long- en luchtwegaandoeningen door blootstelling aan stoffen op het werk. Het gaat onder andere om astma en COPD en interstitiĆ«le longziekten zoals stoflongen. De longziekte kan ontstaan of verergeren door het werk. āMaar werkgerelateerde longziekten worden weinig herkend door werkgevers, patiĆ«nten en ook door zorgverlenersā, weet Kuiper. āOok aan patiĆ«nten met longkanker wordt nog nauwelijks gevraagd naar werkgerelateerde aspecten. Bij mesothelioom is de relatie met het werk wel evident. Maar bij longkanker is die relatie minder duidelijk. Daarom moeten we als behandelaars de specifieke bijdrage van beroepsmatige blootstelling beter in kaart brengen.ā
Veel werk
Maar vragen naar een mogelijke werkgerelateerde oorzaak van een longziekte kan veel werk met zich meebrengen. De specialist moet de hele arbeidshistorie van de patiĆ«nt beschrijven, met ook de mate van blootstelling. āDat moet in samenwerking met de bedrijfsarts en arbeidshygiĆ«nistā, legt Kuiper uit. āMaar het is complex, want de werknemer is soms bang voor ontslag en wil liever niet dat de bedrijfsarts wordt ingelicht. En de werkgever wil liever niet dat het werk in verband wordt gebracht met een longziekte. Bovendien gaat het bij longkanker en ook bijvoorbeeld interstitiĆ«le longziekten om effecten op de lange termijn. Dat maakt het aantonen van een causaal verband lastig.ā
Screeningskaart
Kennis over beroepsziekten wordt in ons land gebundeld in expertisecentra. Van oudsher bestaan er het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) in Utrecht en de Polikliniek Mens en Arbeid (PMA) en het Beroepslongziekten Kenniscentrum Amsterdam van het Amsterdam UMC. Recentelijk zijn er twee kenniscentra Werk En Longen bijgekomen: WEL-010 (Rotterdam) voor de regio Zuidwest-Nederland en WEL-NN (Groningen) voor Noord-Nederland.Ā
WEL-010 is een initiatief van Franciscus Gasthuis & Vlietland (FGV) en het Erasmus MC. Het centrum werkt met het zorgpad āWerkgerelateerde longziektenā dat samen met LAN is ontwikkeld. Centraal staat een screeningskaart met vragen die op een longpoli gesteld moeten worden. De vragen gaan over het soort werk, gebruik van gassen of chemicaliĆ«n op het werk, de mening van de patiĆ«nt zelf over een verband met het werk, en of de klachten minder worden in het weekend en tijdens vakanties. āAls deze vragen met de patiĆ«nt worden besproken, komt de mogelijke relatie tussen de longaandoening en het werk veel beter naar vorenā, zegt Kuiper. āTwee jaar geleden hebben we er een pilot mee gedaan, waaruit bleek dat ongeveer 25% van de longkankerpatiĆ«nten het werk noemde als mogelijke factor. Dat percentage vonden we ook voor astma- en COPD-patiĆ«nten.ā
Verdiepend onderzoek
De eerste stap in het zorgpad is het stellen van de diagnose. Een gespecialiseerde longarts in het kenniscentrum kan daarna aanvullende werkgebonden diagnostiek doen. In samenwerking tussen medisch specialisten en arboprofessionals kan verdiepende anamnese plaatsvinden met arbeidsverleden, longfunctiemetingen op de werkplek en specifiek allergologisch onderzoek. De patiĆ«nt wordt vervolgens besproken in het MDO-werkgerelateerde longziekten met ook een bedrijfsarts en arbeidshygiĆ«nist. De eigen bedrijfsarts en de arbeidshygiĆ«nist kunnen een werkplekonderzoek doen naar risicofactoren en blootstelling. De bedrijfsarts adviseert de werkgever en werknemer over de gewenste maatregelen. Het uiteindelijk streven is primaire preventie.Ā
āHet is voor ons eveneens een flinke klus om alles uit te zoekenā, stelt Kuiper. āWe gaan met een recente ZonMw-subsidie een databank opbouwen van alle patiĆ«nten die op het kenniscentrum worden gezien, met gegevens over bijvoorbeeld werkhistorie, blootstelling en ziektecontrole. Die data kunnen op termijn inzicht geven in het ontstaan van beroepslongziekten en welke factoren daarin meespelen.Ā Bovendien kan de database informatie geven over welke arbeidsbranches weinig doen aan primaire preventie. Uiteindelijk willen we bepalen of onze werkwijze meerwaarde heeft voor de patiĆ«nt.ā
Ontwikkelingen
Het beter herkennen van de relatie tussen werk en longklachten door zorgprofessionals is mede nodig vanwege de regeling Tegemoetkoming stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB), die sinds 2023 bestaat. De regeling betreft een eenmalige financiĆ«le tegemoetkoming voor mensen met longkanker door asbest, allergisch beroepsastma en CSE (schilderziekte).Ā
Kuiper is blij met de toenemende aandacht voor werkgerelateerde longziekten. Zo heeft de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) er sinds kort een werkgroep voor, gericht op meer bewustzijn bij longartsen en betere organisatie van zorg voor patiĆ«nten. En op de website van het Longfonds staat de Werk en Longencheck, waarmee mensen kunnen testen of hun werkplek invloed heeft op hun longen en nagaan hoe zij zichzelf kunnen beschermen tegen schadelijke stoffen. Kuiper: āEr komt op korte termijn* ook een generieke richtlijn voor medisch specialisten over het belang van het integreren van arbeidsaspecten in poliās. Dat is nodig, want er is nog een grote kloof tussen arbo- en curatieve zorg.ā
Geen financiering
De financiering van dit geheel is nog een groot knelpunt, want er is geen aparte DBC. Kuiper vertelt dat alleen onderzoeken rond de āreguliere longziekteā, bijvoorbeeld astma, gedeclareerd kunnen worden. āAl het andere niet, zoals het MDO, contacten met bedrijfsartsen en specialistische aanvullende onderzoeken naar de relatie tussen de klachten en het werk. Het opzetten van de zorg rondom beroepslongziekten vraagt interne motivatie en eigen investering. We hopen dat op korte termijn een oplossing komt. Daarover hebben we al veel gesprekken in Den Haag, maar er is ook een kloof tussen de ministeries Sociale Zaken en VWS. Zij zullen moeten samenwerken op dit dossier, en dat gebeurt nu nog te weinig. Het zou mooi zijn als alle betrokken partijen een keer rond de tafel komen voor overleg. Longartsen, verzekeraars, bedrijfsartsen, patiĆ«nten ā¦ Samenwerking is cruciaal.ā
Kloof dichten
Kuiper hoopt dat ook primaire preventie meer aandacht zal krijgen, want het betreft nu mensen die al klachten hebben of ziek zijn. āMaar het is al mooi dat we deze mensen nu een tegemoetkoming kunnen bieden. Daarnaast zit ik in het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Klinisch Arbeidsgeneeskundigen, een samenwerking tussen bedrijfsartsen en arbeidsdeskundigen. Daarmee willen we de kloof dichten tussen arbozorg en klinische zorg. In Rotterdam is in juni het symposium Adem-Arbeid voor curatieve en arbo-professionals. Bijzondere dagen met een erg interessant programma.ā (www.ademarbeid.nl)
*Is inmiddels verschenen (red., 22-5-2024)
Dit interview is verschenen in MedNet Oncologie ā Special Longkanker 2024. Ook deze artikelen zijn in de Special Longkanker verschenen:Ā
- Adjuvant alectinib verbetert DFS, maar effect op OS nog onduidelijk
- Poziotinib: redelijk effectief maar te toxisch
- Bloedanalyse als basis voor snellere diagnosestelling bij longkanker
- Inhaleerbare therapie tegen longkanker
- Behandeling longkanker met nanodeeltjes
- Tarlatamab bij eerder behandeld kleincellig longcarcinoomĀ