Resultaten van de International Polycap Study-3 (TIPS-3) laten zien dat patiënten met matige tot ernstige chronische nierschade (CNS) een lager risico op cardiovasculaire uitkomsten hadden bij behandeling met aspirine dan met placebo. Hoe lager de nierfunctie, des te sterker het effect was.
Het is welbekend dat patiënten met CNS een hoog risico hebben op cardiovasculaire aandoeningen. Onderzoekers van TIPS-3 zochten uit of dit risico verlaagd kan worden door gebruik van aspirine bij patiënten met verschillende baselinewaarden voor nierfunctie.
In de trial randomiseerden zij 5.712 patiënten die niet eerder een hart- of vaatziekte hadden gehad naar aspirine (75 mg/dag) of naar placebo. Van hen hadden 983 patiënten (17,2%) een eGFR < 60 ml/min/1,73 m2 en de overige 4.729 een hogere eGFR. De deelnemers werden gemiddeld 4,6 jaar gevolgd totdat het primaire eindpunt – een samengestelde uitkomstmaat voor niet-fataal myocardinfarct, niet-fatale beroerte of cardiovasculaire sterfte – optrad.
In de subgroep met de laagste nierfunctie (< 60 ml/min/1,73 m2) kwam het primaire eindpunt voor bij 26 van de 502 deelnemers die aspirine kregen en bij 39 van de 481 deelnemers met placebo (HR: 0,57; 95%-BI 0,34-0,94). Bij deelnemers met een eGFR van 60 ml/min/1,73 m2 of hoger trad het primaire eindpunt op bij 90 van de 2.357 deelnemers op aspirine en bij 95 van de 2.372 deelnemers op placebo (HR: 0,95; 95%-BI 0,71-1,27). Ook wanneer de analyses werden uitgevoerd in tertielen voor eGFR (< 70, 70-90 en > 90 ml/min/1,73 m2), bleek de risicoreductie voor het primaire eindpunt met aspirine groter bij een lagere nierfunctie, met HR’s van 0,62 (95%-BI 0,43-0,91) voor het laagste, 0,96 (0,62-1,49) voor het middelste en 1,30 (0,77-2,18) voor het hoogste tertiel.
Bron:
Mann JFE, Joseph P, Gao P, et al. Effects of aspirin on cardiovascular outcomes in patients with chronic kidney disease. Kidney Int 2023;103:403-10.
auteur: drs. A.M. Lasance