De pathofysiologische basis van tardieve syndromen wordt slecht begrepen en de optimale behandelingsaanpak ervan blijft onduidelijk. Een review in Practical Neurology vat de huidige kennis over de syndromen samen en biedt clinici pragmatische handvatten voor de behandeling ervan.
Bewegingsstoornissen als een gevolg van dopaminereceptorblokkerende antipsychotica werden voor het eerst gemeld in 1957, vijf jaar na hun introductie. De auteurs beschrijven recente ontwikkelingen op het gebied van de pathofysiologie, bespreken de behandeling van tardieve syndromen en proberen enkele mythes te ontkrachten.
Ook rekenen ze af met inconsistent gebruik van (gerelateerde) termen. De term ‘tardief syndroom’ is de paraplu waaronder alle tardieve bewegingsstoornissen vallen, de term ‘tardieve dyskinesie’ is gereserveerd voor de karakteristieke oro-bucco-linguale choreatiforme bewegingen.
Bron: Mulroy E, et al. Tardive syndromes. Pract Neurol. 2020;20:368-76.