Het drinken van cola leidt niet tot verbetering bij patiënten die met vastzittend voedsel in de slokdarm de spoedeisende hulp bezoeken. Dat blijkt uit onderzoek van Arjan Bredenoord en collega’s, dat is gepubliceerd in de Kersteditie van BMJ. Zowel bij de patiënten die cola kregen als bij degenen die spontane passage afwachtten zonder cola werd in 61% van de gevallen verbetering gezien.
In deze open-label gerandomiseerde multicenterstudie werden de effectiviteit en veiligheid van cola beoordeeld voor het oplossen van voedselbolusimpactie in de slokdarm. De studie werd uitgevoerd op de spoedeisende hulpafdeling van 5 Nederlandse ziekenhuizen, tussen december 2019 en juni 2022. Deelnemers waren volwassenen die zich presenteerden met voedselbolusimpactie en volledige oesofageale obstructie, gedefinieerd als een plotselinge onmogelijkheid om speeksel door te slikken na consumptie van voedsel. Patiënten die vlees hadden gegeten dat botten bevatte, en patiënten met een American Society of Anesthesiologists (ASA) classificatie ≥ IV werden uitgesloten van deelname. 28 patiënten in de interventiegroep kregen de instructie om met intervallen 25 ml cola te drinken, tot een maximaal totaal volume van 200 ml. 23 patiënten in de controlegroep wachtten spontane passage af. In beide groepen werd de voedselbolus endoscopisch verwijderd volgens de richtlijnen als de symptomen niet vanzelf verdwenen.
De resultaten lieten zien dat cola geen significant effect had op het bereiken van volledige of partiële passage; in beide groepen gebeurde dit in 61% van de gevallen. Volledige passage werd vaker gemeld in de interventiegroep, maar het verschil was niet significant (43% versus 35%; p = 0,58). Er waren geen ernstige bijwerkingen; 21% van de patiënten in de interventiegroep ervoeren echter tijdelijk ongemak na het drinken van cola.
Bron: