Gebruik van TC-325 hemostatisch poeder na een bloeding uit een tumorlaesie in het maag-darmkanaal leidt vaker tot onmiddellijke hemostase en daarna juist minder vaak tot herbloeding, vergeleken met moderne, standaard endoscopische behandeling. Dat concluderen Thaise onderzoekers in hun artikel in Gastroenterology.
TC-325 is een hemostatisch poeder dat wordt gebruikt om bloedingen te comprimeren. De huidige behandelrichtlijnen zijn niet eenduidig in hun aanbevelingen voor het gebruik van hemostatisch poeder bij hoge- en lage gastro-intestinale bloedingen door tumorlaesies. Dat komt doordat de aanbevelingen zijn gebaseerd op studies van een zeer lage tot matige kwaliteit, onder andere door een gebrek aan RCT’s.
Pittayanon en collega’s voerden daarom een multicenterstudie uit onder 106 patiënten met een actieve bloeding uit een (op basis van index-endoscopie) van maligniteit verdachte tumorlaesie hoog of laag in het gastro-intestinale kanaal. Zij werden gerandomiseerd naar TC-325 als monotherapie (n = 55) óf naar standaard endoscopische behandeling (SET; n = 51) om de bloeding te stoppen.
De primaire uitkomst – herbloeding binnen 30 dagen – kwam significant minder vaak voor in de TC-325-groep (2,1%) dan in de SET-groep (21,3%; OR 0,09; 95%-BI 0,01-0,80; p = 0,003). Onmiddellijke hemostase trad op bij alle deelnemers in de TC-325-groep (100%) ten opzichte van 68,6% in de SET-groep (OR 1,45; 95%-BI 0,93-2,29; p < 0,001).
Verder bleken de volgende factoren – na correctie voor functionele status, Glasgow-Blatchford-score en bloedingsbron hoog in de tractus digestivus – samen te hangen met mortaliteit: Charlson comorbidity index (HR 1,17; 95%-BI 1,05-1,32; p = 0,007) en het ontvangen van een aanvullende, niet-endoscopische hemostatische of oncologische behandeling binnen 30 dagen na de index-endoscopie (HR 0,16; 95%-CI 0,06-0,43; p < 0,001).
Bron: