De eerste resultaten van de Europese EPI-CT-studie laten een sterke dosisresponsrelatie zien tussen blootstelling aan straling van CT-scans bij kinderen en jongvolwassenen en het daaropvolgende risico op hersentumoren.
Voor deze cohortstudie bundelden de onderzoekers gegevens van 276 ziekenhuizen uit 9 Europese landen. Personen die in aanmerking kwamen voor deelname hadden tussen 1977 en 2014 ten minste 1 CT-scan ondergaan vóór de leeftijd van 22 jaar, hadden geen eerdere kankerdiagnose of een goedaardige hersentumor gehad, en waren minstens 5 jaar na de eerste CT-scan kankervrij en in leven. Deelnemers werden gekoppeld aan nationale of regionale kankerregisters en hieruit werden patiënten geselecteerd met hersentumoren volgens de WHO International Classification of Diseases for Oncology. Gliomen werden afzonderlijk geanalyseerd. Het excess relative risk (ERR) voor hersentumoren per 100 mGy cumulatieve stralingsdosis op de hersenen werd berekend met lineaire dosisresponsmodellen. Hierbij werd gekeken naar een eerste gerapporteerde diagnose van hersenkanker in de periode vanaf 5 jaar na het eerste elektronisch geregistreerde CT-onderzoek.
Er werden 948.174 personen geïdentificeerd, van wie er 658.752 (69%) in aanmerking kwamen voor deelname; van hen was 56% man. Tijdens een mediane follow-upperiode van 5,6 jaar (IQR 2,4-10,1) werden 165 hersentumoren geregistreerd, waaronder 121 gliomen (73%). De gemiddelde cumulatieve hersendosis was 47,4 mGy (SD 60,9) bij alle personen en 76,0 mGy (100,1) bij mensen met hersentumoren. Er werd een significante lineaire dosisresponsrelatie waargenomen voor alle hersentumoren (ERR per 100 mGy: 1,27; 95%-BI 0,51-2,69) en voor gliomen afzonderlijk (ERR per 100 mGy: 1,11; 0,36-2,59). Het uitstellen van de start van de follow-upperiode na de eerste CT-scan van 6 naar 10 jaar verlaagde de ERR per 100 mGy cumulatieve dosis geleidelijk, hoewel deze significant bleef.
Bron: