Zowel de NHG-Standaard als de Multidisciplinaire Richtlijn over het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) zijn recent herzien. Door de op elkaar afgestemde informatie kunnen huisartsen en specialisten betrokken bij de zorg rondom PDS nu beter samenwerken.
Nieuw in de richtlijnen is de aanbeveling dat zorg voor PDS-patiënten thuishoort in de eerste lijn en dat de tweede lijn hierin een beperkte consultatieve en ondersteunende rol heeft.
De diagnose PDS kan gesteld worden op basis van het typische klachtenpatroon met terugkerende episodes van buikpijn die samenhangen met veranderingen en/of wisselingen van het ontlastingspatroon. Nieuw daarbij is het advies aan huisartsen om calprotectine in feces te bepalen bij patiënten die op basis van niet-acute, recidiverende diarree een verhoogd risico hebben op inflammatoire darmziekten. Een coloscopie is niet zinvol bij PDS-patiënten zonder alarmsymptomen en een negatieve calprotectinetest.
Ook het beleid komt aan bod. Het doel daarvan is om de patiënt gerust te stellen en de hinder van PDS-klachten te verminderen. Vergeleken met de vorige richtlijnen van ruim 10 jaar geleden zijn er meer behandelingen bijgekomen en is er meer aandacht voor voeding. De verschillende behandelingen, waaronder psylliumvezels, dieetadvies (bijvoorbeeld laag-FODMAP-dieet), probiotica, psychologische- en medicamenteuze interventies, staan samengevat in een tabel in beide richtlijnen. Maar: er bestaat geen behandeling die bij elke patiënt effectief is.
Bronnen: