In september vond de bekende najaarseditie van de DDD (Digestive Disease Days) plaats in Veldhoven. De DDD wordt traditiegetrouw voorafgegaan door het cursorisch onderwijs. Dit is een onderwijsmiddag waar alle aios MDL gedurende hun opleiding 6 van de 8 middagen moeten deelnemen, maar ook de aios heelkunde, die hun GE-differentiatie volgen, sluiten hier een keer bij aan. Ik sprak met Eline Wouters-van den Berg, 6e-jaars aios MDL (UMCG) en bestuurslid van de NVMDL i.o. Eén van haar kerntaken is de Commissie Onderwijs en daarom leek zij mij de perfecte persoon om te interviewen over de organisatie van het cursorisch onderwijs.
Eline, wat is jouw betrokkenheid bij het organiseren van het cursorisch onderwijs?
Ik ben sinds februari 2020 bestuurslid van de NVMDL i.o. en al vanaf het begin is mijn portfolio het onderwijs geweest. Dat betekent dat ik lid ben van zowel de Onderwijscommissie Lunteren, als de Onderwijscommissie Veldhoven (Cursorisch Onderwijs). Het verschil tussen deze onderwijsdagen is dat bij Lunteren echt bijna alles door de aios geregeld en bepaald wordt, bij Veldhoven is de input van specialisten wat meer op de voorgrond. Dat komt mede omdat hier niet alleen aios, maar ook MDL-artsen aan deelnemen. Maar eigenlijk bevatten alle commissies zowel NVMDL-leden (MDL-artsen) als aios-leden. Afhankelijk van het soort commissie is de verhouding aios/specialisten aangepast. In het begin was ik bijvoorbeeld het enige aios-lid van de Commissie Veldhoven, samen met meerdere specialisten. Ik heb er toen op aangestuurd om deze verhouding een beetje aan te passen, het is natuurlijk wel onderwijs voor aios. Nu zijn we met 3 aios, 5 MDL-artsen en 1 GE-chirurg.
Hoe werkt de organisatie van het cursorisch onderwijs precies?
Er is een vast format met onderwerpen voor zo’n 4 jaar. Deze onderwerpen zijn bepaald door de NVMDL en worden dan alternerend gebruikt. In de onderwijsmiddag zit altijd een GE chirurgie-onderwerp en er zit een chirurg in de commissie, omdat het ook voor GE-differentianten van de heelkunde verplicht onderwijs is. De verdere invulling van het onderwerp wordt volledig door de commissie bepaald. We kiezen er altijd voor om een deel van het onderwijs te besteden aan basale kennis en een deel aan de nieuwste ontwikkelingen op dat gebied. We proberen ook te letten op de variatie ten opzichte van de voorgaande jaren, zodat er voor aios die natuurlijk meerdere jaren achter elkaar komen, niet te veel overlap in zit. We beginnen dan via een digitale vergadering met brainstormsessies over het onderwerp en welke sprekers we kunnen vragen. Vanaf dan gaat het meeste overleg eigenlijk over de mail. De spreker krijgt een onderwerp en een tijdslot toegedicht en het staat de spreker dan verder vrij om hier zelf invulling aan te geven. Heel soms geven we sprekers wel wat richting, of soms vragen sprekers daar zelf om.
Wat vind je leuk aan deel uitmaken van de onderwijscommissies?
Ik vind het leuk en belangrijk om het oogpunt van de aios te belichten. Dit onderwijs is er natuurlijk voor de aios. En gek genoeg weten specialisten eigenlijk helemaal niet altijd zo heel erg goed wat wij als aios allemaal niet weten, daar kan je dan als aios-lid wel invloed op uitoefenen. Daarnaast kan je een beetje de inhoud sturen naar onderwerpen die je zelf interessant vindt. Ook kan je ervoor zorgen dat er sprekers uit je eigen regio aan bod komen. Maar het leukste eigenlijk vind ik dat je invloed kan hebben op de inhoud ervan.
Je bent gestart in de onderwijscommissie tijdens de coronaperiode, die tijd is nu gelukkig voorbij. Wat heeft dat voor invloed gehad?
De eerste 2 keer dat ik betrokken was bij de organisatie was alles nog digitaal. Zowel de vergaderingen als de onderwijsdagen zelf. Het is wel ontzettend fijn dat het weer fysieke onderwijsdagen zijn geworden. Het sociale aspect hiervan is natuurlijk heel erg belangrijk. Want wanneer ontmoet je anders zoveel aios uit de andere regio’s?
Wat wil je zelf nog graag kwijt?
Veel aios zeggen vaak dat ze graag willen deelnemen aan een (onderwijs)commissie, maar dat het te veel werk is. Maar dat is het eigenlijk niet. Het is wisselend per commissie, maar voor de onderwijscommissie gaat het om maximaal 1x per 3 maanden een digitale vergadering van ongeveer 1 uur. Voor andere commissies zijn er ook wel fysieke vergaderingen, maar zelfs dat voelt niet als een belasting, het is erg leuk! Daarnaast vind ik het persoonlijk erg belangrijk dat wij als aios ook betrokken zijn, wij zijn de toekomst van de NVMDL. Als niemand tijd heeft of maakt, dan houden we de vereniging niet in stand en deze is juist erg belangrijk voor iedereen, want wij zijn met z’n allen de vereniging. Ik ben een aanpakker en heb graag ook zelf iets te zeggen. Ik vind dan ook dat je zelf wat moet bijdragen, anders vind ik dat je later ook niet mag klagen, haha!