Sinds 2008 is het gebruik van brachytherapie en radicale prostatectomie bij patiënten met gelokaliseerde laagrisico prostaatkanker afgenomen, zo blijkt uit een onlangs gepubliceerde landelijke studie naar trends en variatie in radiotherapie bij niet-gemetastaseerde prostaatkanker.
Van 2008 tot en met 2019 kregen in totaal 131.910 mannen de diagnose prostaatkanker. Voor de studie werden alle patiënten met niet-uitgezaaide prostaatkanker (n = 103.059) geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie; respectievelijk 22%, 37% en 17% had gelokaliseerde laag-, matig- en hoogrisico prostaatkanker en 24% had lokaal gevorderde hoogrisico prostaatkanker.
Bij patiënten met gelokaliseerde laagrisico prostaatkanker wordt in recente jaren steeds vaker gekozen voor active surveillance, waarmee directe behandeling en eventuele nadelige effecten hiervan worden uitgesteld.
De toepassing van uitwendige bestraling bij gelokaliseerde laagrisico prostaatkanker is beperkt en bleef stabiel over tijd. Deze trends worden zowel bij oudere als jongere patiënten gezien, hoewel het percentage patiënten dat geen actieve behandeling krijgt sterk toeneemt met toenemende leeftijd.
Bij gelokaliseerde hoogrisico prostaatkanker en lokaal uitgebreide ziekte nam het gebruik van uitwendige radiotherapie evenals prostatectomie in recentere jaren toe. Ook hier speelt leeftijd een belangrijke rol; het aandeel uitwendige radiotherapie versus radicale prostatectomie neemt toe naarmate de leeftijd hoger wordt.
Bron: