Een analyse van de NOVELTY-studie laat zien dat er heterogeniteit is binnen en overlap tussen groepen patiënten met astma en/of COPD. Met de huidige diagnostische en ernstclassificaties kan in de praktijk slecht onderscheid worden gemaakt tussen klinische fenotypes, wat zou kunnen leiden tot suboptimale en zelfs onveilige behandelbeslissingen, aldus de onderzoekers.
NOVELTY is een wereldwijde, 3-jarige prospectieve observationele real-world studie bij patiënten met astma en/of COPD met als primaire doel patiëntkenmerken, therapiepatronen en ziektelast over de tijd te beschrijven en daarnaast klinische fenotypen en moleculaire endotypen te identificeren die zijn geassocieerd met de uitkomst. In ERJ beschrijven de onderzoekers nu de heterogeniteit binnen en de overlap tussen deze groepen.
Van de 11.243 patiënten kregen er 5940 (52,8%) de diagnose astma, 1396 (12,4%) astma + COPD en 3907 (34,8%) COPD; bijna de helft van de deelnemers kwam uit de eerste lijn. Symptomen, gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven en spirometrie vertoonden substantiële heterogeniteit en overlap tussen de groepen met astma, astma + COPD en COPD, waarbij respectievelijk 23, 62 en 64% van de patiënten een post-bronchodilatoire FEV1/FVC-ratio lager dan de ondergrens van normaal had. Symptomen en exacerbaties namen toe met een hogere door de arts beoordeelde ziekte-ernst en waren tevens hoger bij astma + COPD. Echter, 24,3% van de patiënten met milde astma en 20,4% van de patiënten met milde COPD had in de afgelopen 12 maanden ≥ 1 exacerbatie. Medicatiegegevens suggereerden zowel onder- als overbehandeling in verhouding tot de ernst van de ziekte. Het aantal eosinofielen in bloed varieerde weinig tussen diagnose- en ernstgroepen, maar het aantal neutrofielen in bloed nam bij alle diagnoses toe met de ernst.