De genetische achtergrond (HLA-B27-status) en ziekteactiviteit zijn waarschijnlijk van invloed op de samenstelling van het darmmicrobioom bij patiënten met spondyloartritis (SpA). Dat concluderen Franse onderzoekers in Arthritis & Rheumatology.
Shotgun-sequencing werd uitgevoerd op fecaal DNA dat was geïsoleerd uit de fecesmonsters van 2 groepen volwassenen: 102 SpA-patiënten en 63 gezonde controlepersonen. Veranderingen in de samenstelling van het darmmicrobioom zijn beoordeeld op basis van soortendiversiteit, enterotypen, taxonomische en functionele verschillen.
Dysbiose werd bevestigd bij SpA in vergelijking met gezonde controlepersonen. Patiënten met de meest actieve ziekte hadden een minder divers microbioom. Er was een verband tussen de abundatie van verschillende bacteriesoorten en de ziekteactiviteit (BASDAI). Verder waren bij SpA-patiënten verschillende bacteriesoorten, vooral behorend tot de Clostridiales-orde, minder overvloedig aanwezig. Van de weinige soorten die juist overvloedig aanwezig waren, was Ruminococcus gnavus een van de meest onderscheidende soorten.
Een subset van gezonde controlepersonen bestond uit op leeftijd gematchte broers en zussen van patiënten met een bekende HLA-B27-status. Tussen HLA-B27-positieve en HLA-B27-negatieve broers en zussen werden significante verschillen in de samenstelling van het darmmicrobioom gevonden. De auteurs adviseren om nader onderzoek te doen naar deze belangrijke parameters bij chronische artritis.
Bron:
Berland M, Meslier V, Ibraim SB, et al. Both disease activity and HLA-B27 determine gut microbiome dysbiosis in spondyloarthritis. Arthritis Rheum. 11 July 2022. Online ahead of print.