In ARD beschrijven Annette van der Helm-van Mil (LUMC) en Robert Landewé (Zuyderland MC en Amsterdam UMC) de uiteenlopende meningen over het al dan niet vroegtijdig behandelen van artralgie als voorstadium van klinische artritis.
Door de gunstige langetermijnresultaten van vroege behandeling van patiënten met reumatoïde artritis (RA) is er steeds meer belangstelling voor de ziektefasen die voorafgaan aan klinische artritis. De hypothese is dat het behandelen van artralgie resulteert in de preventie van RA of in een gunstiger ziektebeloop dan het starten van de behandeling op het moment dat artritis klinisch manifest is geworden. Hoewel er meerdere placebogecontroleerde studies lopen, is er tot nu toe geen duidelijk bewijs dat deze hypothese echt opgaat. Voorstanders propageren een vroege behandeling uit angst voor onderbehandeling, terwijl critici pleiten voor meer terughoudendheid uit angst voor overbehandeling.